Heb je wel eens gehoord van voedselneofobie?
Voedselneofobie is wanneer een kind bang is of weigert om nieuw voedsel te eten. Dit gedrag is kenmerkend voor een bepaalde fase in de ontwikkeling van kinderen.
Een maaltijd delen met familie of vrienden is geweldig. In veel culturen vormt het ook de basis van de meeste feestdagen en vieringen. Het is een uitstekende ervaring … tenzij een van de familieleden voedselneofobie heeft. Als dit het geval is, worden maaltijden vaak uitputtend en chaotisch en moet er voortdurend onderhandeld worden.
Eten lijkt een heel eenvoudig proces. We stoppen gewoon voedsel in onze mond, kauwen erop en slikken het door. Het is echter niet altijd zo eenvoudig. Eten is een ongelooflijk complex proces dat voor veel mensen een echte uitdaging kan zijn. Het vereist de samenwerking en coördinatie van veel systemen.
Wat veroorzaakt voedselneofobie?
Deze tegenzin om nieuwe voedingsmiddelen te proberen is kenmerkend voor alle omnivore soorten, inclusief de mens. Het is een aangeboren reactie om ons te beschermen tegen mogelijke gevaren uit de omgeving.
Veel voedingsmiddelen uit onze natuurlijke omgeving kunnen namelijk giftig zijn. Wanneer we geconfronteerd worden met nieuw voedsel, is onze natuurlijke reactie daarom voorzichtigheid.
Als het mogelijk is, zouden we nieuwe voedingsmiddelen het liefst vermijden en het alleen houden bij de voedingsmiddelen waar we vertrouwd mee zijn. We beschouwen voedingsmiddelen daarom vaak pas als veilig nadat we ze een paar keer hebben geprobeerd.
Nog een mogelijke oorzaak is het nog moeten leren van de smaak. Mensen kunnen vier basissmaken proeven: zout, bitter, zuur en zoet. Baby’s hebben vaak een aangeboren voorkeur voor zoete en zoute smaken. Kinderen neigen over het algemeen meer naar zoete smaken dan volwassenen.
Het leren van smaken begint eigenlijk al voor de geboorte. Baby’s hebben daarom vaak een voorkeur voor smaken die hun moeder tijdens de zwangerschap heeft geconsumeerd.
Net als tijdens de zwangerschap, ontdekken baby’s ook nieuwe smaken terwijl ze borstvoeding krijgen. Sommige smaken gaan door de moedermelk. De blootstelling aan smaken in deze levensfase vormt daarom voor een deel de eerste smaak van een baby.
Wat zijn de kenmerken van voedselneofobie?
Voedselneofobie verschijnt voornamelijk tijdens twee kritieke fasen: wanneer een baby tussen de vier en acht maanden oud is en wanneer hij tussen de vijftien en zesendertig maanden oud is.
In de eerste fase helpt de moeder-kind-band voedselneofobie te voorkomen omdat het kind zich beschermd voelt. Het meest problematische stadium is wanneer een baby 15 maanden oud wordt.
Een van de kenmerken van voedselneofobie is dat kinderen denken dat nieuw voedsel een onaangename smaak zal hebben. Als je je kind nieuw voedsel wilt laten proberen, dan is het dus belangrijk om nieuwe ervaringen te creëren.
In dit geval levert imitatie meestal goede resultaten op. Als je kind bijvoorbeeld kan zien dat jij werkelijk zit te genieten van bepaald voedsel, dan zal hij waarschijnlijk eerder bereid zijn om het zelf ook te proberen.Deze terughoudendheid om nieuwe voedingsmiddelen te proberen komt vaker voor als het gaat om:
- Voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong versus voedingsmiddelen van niet-dierlijke oorsprong.
- Rauw versus gekookt voedsel.
- Zure of bittere smaken versus zoete smaken.
Hoe kun je het beste met dit probleem omgaan?
Studies tonen aan dat de houding van de ouders ten opzichte van het gedrag van het kind van grote invloed is op de ontwikkeling van de voedselvoorkeuren van kinderen.
Om ervoor te zorgen dat kinderen gezonde eetgewoonten ontwikkelen, moeten we er rekening mee houden dat ouders vooroordelen hebben over elk van de voedingsmiddelen die zij hun kinderen aanbieden.
Bijvoorbeeld, als ouders streng omgaan met lekker voedsel, zorgt dit er vaak voor dat kinderen er meer naar hunkeren. Een lakse houding ten opzichte van bepaald voedsel heeft meestal het tegenovergestelde effect.
Aangename situaties waarin een kind samen met zijn ouders nieuwe dingen proeft, zorgen ervoor dat het kind eerder geneigd zal zijn positieve associaties met dit voedsel te ontwikkelen.
Omgekeerd geldt precies hetzelfde. Dit laat allemaal zien hoe belangrijk de reactie van de ouders op de eetgewoonten van hun kinderen is als het gaat om de ontwikkeling van gezonde voedingsvoorkeuren.
Voedselneofobie neemt gewoonlijk af wanneer het kind de leeftijd van vijf of zes jaar bereikt. Ouders moeten echter geduld hebben met hun kinderen, zodat ze hun voedselneofobie in alle rust kunnen overwinnen en gezonde eetgewoonten kunnen aannemen.