Wat is aversief racisme?
Racisme, en in het bijzonder aversief racisme, wordt vaak geïdentificeerd met rassendiscriminatie, hoewel deze twee concepten niet noodzakelijkerwijs hetzelfde betekenen.
Racisme is een positief racistisch vooroordeel (lof, gevoel van superioriteit) jegens een specifiek ras, meestal het eigen ras. Rassendiscriminatie is echter de uitdrukking van negatieve vooroordelen (marginalisering of vernedering) jegens een of meer verschillende rassen.
Vreemdelingenhaat en racisme zijn op de een of andere manier inherent aan de samenleving. Maar waarom? Vervolgens ontwikkelen we het concept en de sociale implicaties van racisme, en in het bijzonder aversief racisme, dat vooral aanwezig is in de huidige samenleving.
Waarom bestaat racisme?
Een van de meest voorkomende oorzaken die racisme verklaren, is te vinden in de angst voor wat anders is. Door onwetendheid of gebrek aan informatie op dit gebied hebben we de neiging om datgene wat niet dichtbij ons staat te verwerpen en te onderschatten.
Aan de andere kant overheerst de vorming van de eigen persoonlijkheid. Gebaseerd op het ontvangen onderwijs, evenals de constante invloed van nauwe meningen, heeft dit een grote invloed op de manier waarop we vreemde dingen begrijpen en waarnemen.
Mensen leren door generalisatie. Omdat we klein zijn, classificeren we de wereld en haar elementen. Op deze manier, als indicatoren zoals nationaliteit of religie worden gebruikt om mensen met elkaar in verband te brengen, ontstaan er uiteindelijk stereotypen en vooroordelen rond specifieke individuen die zich uiteindelijk generaliseren naar hun groepen waartoe ze behoren.
Uiteindelijk leer je mensen te scheiden op basis van de groep waartoe ze behoren. En het individu krijgt kenmerken die verband houden met zijn collectief. Daardoor wordt zijn eigen persoonlijkheid bijna teniet gedaan. Op deze manier treden effecten zoals self-fulfilling prophecy op, gebaseerd op voorkeur voor bevestiging.
Aversief racisme
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de wereld getuige van het racisme van het zogenaamde ‘Arische ras’. Dit samen met rassendiscriminatie van andere etnische groepen, met rampzalige gevolgen. Een ander voorbeeld is wat er gebeurde tijdens de Apartheidsperiode.
Het is waar dat dergelijk expliciet racisme in de 21e eeuw is afgenomen. Dit betekent echter niet dat het niet nog steeds wijdverspreid is.
In 1986 verklaarden sociologen Samuel Gaertner en John F. Dovidio het bestaan van een soort racisme dat zijn oorsprong vindt in onze geschiedenis: aversief racisme.
Aversief racisme externaliseert twee tendensen die vooral wijdverspreid zijn onder het blanke ras van vandaag. De eerste is het voortbestaan van veel vooroordelen tegen verschillende etnische minderheden. Vooroordelen die subtiel en vaak onbedoeld zouden zijn overgedragen door instellingen en mensen met het vermogen om invloed uit te oefenen.
De tweede trend zou het gelijktijdige geloof van witte mensen zijn dat ze niet racistisch zijn, omdat ‘ze hebben geleerd en geëvolueerd’. Dat wil zeggen dat witte mensen de neiging hebben onbewust vooroordelen te koesteren.
In dit geval verwijzen ze echter niet naar enige vorm van genetische overheersing of expliciete haat. Ze handhaven eerder een geloof in superioriteit op andere dimensies, zoals culturele of ethische dimensies. In feite verdedigt de aversieve racist vaak vurig de gelijkheid van alle rassen en gerechtigheid.
Hoe manifesteert aversief racisme zich in de samenleving?
Het probleem met deze houding is dat de persoon die deze houding ontwikkelt zich niet echt realiseert dat hij deze ervaart. Vooral omdat aversief racisme zich alleen manifesteert in situaties waarin men interactie heeft met leden van andere etniciteiten of groepen.
Interraciaal contact veroorzaakt bij deze mensen enig ongemak. Als je bijvoorbeeld ‘s nachts op straat een zigeuner tegenkomt bij een aversieve racistische witte man, zou dat niet hetzelfde gevoel oproepen als wanneer je een andere blanke zou tegenkomen.
Wat er gebeurt, is dat dit ongemak niet alleen wordt veroorzaakt door de negatieve vooroordelen die worden ingeprent, maar ook door de behoefte van deze persoon om zichzelf te tonen als een ‘niet-racist’.
Daarom neigt de behandeling van mensen van andere rassen in deze gevallen zeer voorzichtig te zijn. Soms wordt er in deze zin overdreven. En dit is uiteindelijk ook een vorm van discriminatie. Ras, religie of nationaliteit prevaleert opnieuw boven de eigen persoonlijkheid.
Zoals ze zeggen: “De blanco pagina wordt al heel snel beschreven.” We worden niet als racist geboren, maar we leren wel racistisch te zijn. Kinderen maken al vanaf zeer jonge leeftijd onderscheid tussen wie de mensen zijn die dichtbij hen staan en wie niet. Al het andere ontwikkelt zich als gevolg van deze eerste scheiding.
Daarom is het essentieel om te werken aan diversiteit en inclusiviteit (Engelse link) vanaf het moment dat kinderen het beginnen te begrijpen. Als iemand wordt geboren, opgroeit en zijn persoonlijkheid smeedt in een omgeving die alle soorten families, rassen of religies normaliseert en omarmt, zal het moeilijk zijn om dit soort racistische vooroordelen te ontwikkelen.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Percepción de prejuicio, identidad nacional y bienestar subjetivo en colombianos emigrantes; Javier Alonso Murillo Muñoz, http://e-spacio.uned.es/fez/eserv/tesisuned:Psicologia-Jamurillo/Documento.pdf
- Psicología social, editorial Sanz y Torres.