Is er een verband tussen persoonlijkheid en hersenstructuur?
Een studie (Engelse link) gepubliceerd in het tijdschrift, Social Cognitive and Affective Neuroscience geeft aan dat de hersenstructuur de persoonlijkheid kan beïnvloeden. Bovendien kan het de ontwikkeling van psychische stoornissen beïnvloeden.
In deze studie bestudeerden onderzoekers de hersenanatomie van 507 mensen. Ze wilden weten hoe die verband hield met de grote vijf persoonlijkheidskenmerken.
De resultaten
Volgens het vijf-factorenmodel zijn de vijf persoonlijkheidstrekken neuroticisme, extraversie, openheid, aangenaamheid en consciëntieusheid.
In het bovengenoemde onderzoek waren alle deelnemers jonge volwassenen, in de leeftijd van 22-36 jaar, zonder lichamelijke of psychische problemen. De onderzoekers analyseerden de corticale dikte, de oppervlakte, het volume en de vouwen van hun hersenen. Ze brachten deze maten in verband met de belangrijkste persoonlijkheidskenmerken.
Neuroticisme
De deelnemers met hoge scores op neuroticisme (gemakkelijk angstig, bezorgd of prikkelbaar) hadden een dikkere corticale dikte in de frontopariëtale gebieden. Hun frontale, pariëtale, temporale en occipitale cortex waren echter kleiner in oppervlakte en volume.
Dit suggereerde dat deze personen vatbaar waren voor het ontwikkelen van psychiatrische stoornissen die verband houden met hoge negatieve emotionaliteit. Bijvoorbeeld depressie of angst.
Een ander onderzoek (Engelse link) wees erop dat neuroticisme een onderdeel van de persoonlijkheid was die het meest verband hield met de hersenstructuur. Het was gekoppeld aan een kleiner hersenvolume, een afname van de witte stof, en een kleiner oppervlak van het frontotemporale gebied.
Dit zou suggereren dat de hersenstructuur van invloed is op de vraag of het individu de neiging heeft tot emotionele instabiliteit, zorgen, prikkelbaarheid, verdriet en frequente stemmingswisselingen.
Extraversie
Hogere scores in extraversie (meer gemak bij het relateren aan en uiten van gevoelens) werden geassocieerd met een grotere corticale dikte in de precuneus. Bovendien was er niet alleen minder oppervlakte en volume in de superieure temporale gyrus. Er was ook minder corticaal volume in de entorhinale cortex en meer corticale plooiing in de fusiforme gyrus.
In tegenstelling tot de resultaten van de neurotische karaktertrek was een grotere extraversie gerelateerd aan een grotere concentratie van grijze stof. Dit suggereert dat grijze stof samenhangt met sociaal welzijn.
Openheid
Openheid hing samen met verminderde corticale dikte in de postcentrale gyrus, rostrale anterieure cingulate cortex, inferieure pariëtale cortex, en laterale occipitale gyrus. Daarentegen vertoonden de pariëtale, temporale en frontale gebieden een grotere neiging tot grotere corticale oppervlakte en volume.
Mensen die hoog scoren op openheid voor ervaring zijn meestal creatief, nieuwsgierig en zeer fantasierijk. Bovendien zijn ze meestal bereid nieuwe ervaringen uit te proberen.
Agreeableness
Mensen met hogere scores op inschikkelijkheid hadden een lagere corticale dikte, oppervlakte en volume in frontotemporale gebieden. Dit suggereert dat de hersenstructuur -samen met andere factoren- de mate van vriendelijkheid jegens anderen kan beïnvloeden.
Mensen met hogere scores op deze persoonlijkheidstrek hebben ook een grotere neiging anderen te helpen en meer vertrouwen te hebben. Verder wordt deze eigenschap gekenmerkt door andere eigenschappen zoals respect en empathie.
Gewetensvolheid
Gewetensvollere individuen vertoonden een grotere corticale dikte in de laterale prefrontale cortex. Ze vertoonden ook minder corticaal oppervlak en volume in de middelste/onderste temporale gyrus en de laterale occipitale gyrus. Deze resultaten wijzen erop dat genetische factoren belangrijk zijn bij het begrijpen van persoonlijkheid.
Is er tenslotte een verband tussen persoonlijkheid en hersenstructuur? Het antwoord is ja. Het is echter belangrijk om deze bevindingen in hun context te begrijpen. Want hoewel er bewijs is dat het bestaan van een relatie tussen persoonlijkheid en de hersenstructuur bevestigt, is dit niet doorslaggevend.
In werkelijkheid beïnvloeden de ervaringen van elk individu, hun omgeving, genetica en structuur, evenals natuurlijk hun neurale plasticiteit, hun persoonlijkheid en staan ze met elkaar in wisselwerking.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Bjørnebekk, A., Fjell, A. M., Walhovd, K. B., Grydeland, H., Torgersen, S. y Westlye, L. T. (2013). Neuronal correlates of the five factor model (FFM) of human personality: Multimodal imaging in a large healthy sample. Neuroimage, 65, 194-208.
- Riccelli, R., Toschi, N., Nigro, S., Terracciano, A. y Passamonti, L. (2017). Surface-based morphometry reveals the neuroanatomical basis of the five-factor model of personality. Social cognitive and affective neuroscience, 12(4), 671–684.