Het omstandereffect: niemand helpt een mens in nood
Enkele jaren geleden werd een jonge vrouw midden in een straat in een woonwijk in New York neergestoken. De jonge vrouw stierf als gevolg van haar verwondingen. Hoewel dit niet vaak gebeurt, kreeg het nieuws niet veel aandacht. Wat wel kort daarna de aandacht van de pers trok, was het zogenaamde omstandereffect.
Wat gebeurde er dan precies? Nou, de keerzijde van de zaak is dat minstens 38 mensen getuige waren van de moord en geen van hen heeft ingegrepen om de moord te voorkomen. De moordenaar heeft meer dan een half uur nodig gehad om een jonge vrouw, die de naam Kitty Genovese had, te doden.
Het ongelooflijke aan deze zaak is dat niemand de jonge vrouw heeft geholpen. Geen van de 38 getuigen heeft zelfs maar de politie gebeld. Ze stonden er allemaal bij, maar niemand hielp.
Toen mensen op zoek gingen naar redenen waarom ze niet hielpen, werden zinnen als “decadente moraal,” “ontmenselijking in een stedelijke omgeving,” “vervreemding” en “existentiële wanhoop” gehoord. Andere factoren werden toen echter over het hoofd gezien.
Dit geval illustreert duidelijk het fenomeen van het “omstandereffect.” Het omstandereffect verwijst naar gevallen waarin mensen die getuige zijn van een misdrijf geen enkele vorm van hulp bieden aan de slachtoffers wanneer er anderen aanwezig zijn.
De sociale psychologie heeft dit fenomeen uitgebreid bestudeerd. Het is een psychologisch fenomeen dat aantoont dat het minder waarschijnlijk is dat iemand in een noodsituatie ingrijpt wanneer er meer mensen in de buurt zijn.
Waarom hielp niemand Kitty Genovese?
Iemand die getuige is van een noodsituatie zoals een steekpartij of poging tot moord is met zichzelf in conflict. Er zijn ethische en morele regels die zeggen dat ze het slachtoffer moeten helpen. Er zijn echter ook rationele en irrationele angsten over wat er kan gebeuren met degene die helpt.
Achter dit alles schuilt de angst voor lichamelijke schade, de noodzaak om deel te nemen aan politieprocessen, de schaamte dat andere mensen naar je kijken en andere onbekende gevaren. Al deze factoren dragen bij aan de waarschijnlijkheid dat niemand zal ingrijpen.
Laten we het eens hebben over de factor van het in de aanwezigheid zijn van andere omstanders. In het geval van de jonge Kitty Genovese, wist elke omstander dat er andere mensen waren die naar de verschrikkelijke misdaad keken. Niemand wist echter hoe de anderen zouden reageren.
Op deze manier wordt de verantwoordelijkheid om te helpen verdeeld over alle waarnemers. Ze delen allemaal de schuld voor het niet ingrijpen en misschien hebben ze zelfs gedacht dat iemand al geprobeerd moet hebben om te helpen of de politie te bellen.
Het omstandereffect vindt niet plaats als er maar één persoon is
Als er een noodsituatie is en er is slechts één omstander aanwezig, dan is er maar één persoon die kan helpen. Ja, die kan ervoor kiezen om niet te helpen, maar de druk om in te grijpen ligt uitsluitend op de schouders van die persoon. Als er echter meerdere omstanders aanwezig zijn, delen ze die druk. Wat er dan meestal gebeurt, is dat niemand helpt.
Een andere reden is dat de potentiële schuld wordt gedeeld door alle waarnemers. Er is bewijs om aan te tonen dat het morele gedrag van een individu niet los staat van zijn of haar gedachten over straf of persoonlijke beloning.
Het is redelijk om aan te nemen dat in omstandigheden waarin een groep mensen de verantwoordelijkheid deelt, de straf of individuele schuld klein of niet bestaand is. De logica is dat “iedereen had kunnen handelen, dus ik ben niet verantwoordelijk voor het niet hebben geholpen.”
Misschien heeft iemand toch al geholpen
Wanneer er andere mensen in een noodsituatie aanwezig zijn, kunnen hun gedrag of reacties vaak niet worden waargenomen. Als dit het geval is, dan kan één van hen aannemen dat één van de anderen al actie heeft ondernomen, dat iemand op de een of andere manier al wel aan het helpen moet zijn.
Dit verwatert ook de persoonlijke verantwoordelijkheid, omdat ze denken dat hun hulp overbodig of zelfs schadelijk is. In een situatie waarin er omstanders zijn van wie het gedrag niet kan worden waargenomen, kan iedereen daarom zijn of haar gebrek aan actie rationaliseren omdat “iemand anders het probleem vast wel kan oplossen.”
Hoe meer mensen er zijn, hoe kleiner de kans dat iemand helpt
Dit onderzoek leidt tot de conclusie dat hoe meer omstanders er zijn, hoe minder waarschijnlijk het is dat een van hen hulp zal bieden. Als ze wel helpen, dan zullen ze veel langzamer bij degene in kwestie komen om te hulp te schieten. Het omstandereffect is een trieste, wrede werkelijkheid van het leven.
Hoe kunnen we deze theorie bewijzen? Om te beginnen moet er kunstmatig een noodsituatie worden gecreëerd. Elke betrokken persoon zou geen communicatie met de anderen moeten hebben, zodat ze hun gedrag niet kunnen raden.
Tot slot moet het experiment ons in staat stellen om de snelheid van de reacties van de mensen gedurende de hele noodsituatie te evalueren. Sommige experimenten uit het verleden hebben deze theorie al bewezen.
Het omstandereffect in onze maatschappij
We kunnen het omstandereffect in veel situaties in ons dagelijks leven terugzien. Helaas staat het fenomeen pesten nu volop in de schijnwerpers.
Waarom helpen mensen de persoon die gepest wordt niet? Het omstandereffect zou deze situatie op zijn minst gedeeltelijk kunnen verklaren, want een van de factoren die hierbij een rol spelen is het zwijgen van de toekijkende personen.
Ook zien we bij veel bedrijven of organisaties het omstandereffect. Het komt niet zelden voor dat er sprake is van een oneerlijke loonstructuur of arbeidsomstandigheden.
In deze situatie zou het omstandereffect kunnen verklaren waarom niemand er iets aan doet. Zoals we kunnen zien, begon het omstandereffect de kop op te steken in de nasleep van de moord op Kitty Genovese.
Mensen zijn eerder geneigd om niet te helpen in noodsituaties als er meerdere mensen zijn die de gebeurtenis bijwonen. Er is een gedeelde verantwoordelijkheid onder alle omstanders.
Helaas zijn er verschillende factoren die dit fenomeen verklaren. Als we slechts als onderdeel van een sociale groep optreden, in plaats van als individu, is het voor ons erg moeilijk om iemand te helpen. We zouden beïnvloeders moeten zijn in plaats van beïnvloed te worden door de mensen om ons heen.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Clay Lindgren, Henry. Introduction to Social Psychology. Trillas, 2003.
- Papalia, Dianne. Psychology. Mexico, Mc Graw-Hill, 2003.