Belichaamde cognitie: de rol van de omgeving bij cognitieve processen

Weet jij wat belichaamde cognitie is? Het is een brede en dynamische werkhypothese van cognitie die probeert veel vragen over cognitief functioneren te beantwoorden.
Belichaamde cognitie: de rol van de omgeving bij cognitieve processen
Cristina Roda Rivera

Geschreven en geverifieerd door de psycholoog Cristina Roda Rivera.

Laatste update: 28 augustus, 2023

Embodied cognition oftewel belichaamde cognitie is een concept dat de rol benadrukt die de omgeving speelt in de ontwikkeling van cognitieve processen. Het stelt dat cognitieve processen zich ontwikkelen wanneer het organisme nauw verbonden is met zijn omgeving.

Deze koppeling tussen organisme en omgeving beïnvloedt de vorming van cognitieve vaardigheden. Onderzoek naar belichaamde cognitie is uitgevoerd vanuit verschillende deelgebieden van de cognitiewetenschap. Bijvoorbeeld ontwikkelingspsychologie, robotica, linguïstiek en filosofie van de geest.

Al dit interdisciplinaire onderzoek kan uiteindelijk samensmelten en mogelijk leiden tot een compleet nieuwe discipline. In de tussentijd hebben de verschillende formuleringen van de thesis over belichaamde cognitie één gemeenschappelijk doel.

Dat is het ontwikkelen van cognitieve verklaringen die vastleggen hoe geest, lichaam en wereld op elkaar inwerken en elkaar beïnvloeden om het adaptieve succes van een organisme te bevorderen.

Belichaamde cognitie

Belichaamde cognitie als alternatief voor de klassieke cognitieve visie

De ideeën over belichaamde cognitie zijn terug te voeren op het werk van Heidegger, Piaget, Vygotsky, Merleau-Ponty en Dewey. Het huidige proefschrift kan echter gezien worden als een directe reactie op en een voorgesteld alternatief voor deze cognitivistische en classicistische opvattingen van de geest.

De cognitivistische visie conceptualiseert cognitieve functies in termen van een computermetafoor. In feite kan het cognitivistische onderzoeksprogramma worden gedefinieerd als een op regels gebaseerd informatieverwerkingsmodel van cognitie dat:

  • Het oplossen van problemen karakteriseert in termen van input en output.
  • Het bestaan van gecodeerde symbolische representaties veronderstelt. Deze stellen het systeem in staat om een oplossing te bedenken door middel van berekeningen.
  • Houdt vol dat cognitie begrepen kan worden door te focussen op de interne cognitieve processen van een organisme. Dit zijn de processen die te maken hebben met computatie en representatie.

Hoewel dit programma van cognitivistisch onderzoek nog steeds gangbaar is, zijn er een aantal problemen gerezen over de haalbaarheid ervan. Deze omvatten het symbol grounding probleem, het framework probleem, het common-sense probleem en het probleem beschreven door regel/ervaring (Dreyfus 1992).

Belichaamde cognitietheoretici zien cognitivistische stromingen om vele redenen als problematisch. Ze zijn vooral bezorgd over hun isolationistische positie. Dit is de poging om cognitie te begrijpen door je bijna uitsluitend te richten op de interne cognitieve processen van een organisme.

Als een isolationistische aanname de kern vormt van een cognitivistisch onderzoeksprogramma, zijn de resulterende verklaringen onnauwkeurig. Het suggereert dat de resultaten omgevingsfactoren bagatelliseren of over het hoofd zien. Deze zijn essentieel voor het vormen van een accurate verklaring van cognitieve ontwikkeling.

Ingebedde cognitie: de zoektocht naar meer verklaringskracht

Het resultaat van deze isolationistische aanname is een afname in verklaringskracht. Dat komt omdat het twee cruciale factoren verwaarloost die nodig zijn om cognitieve ontwikkeling te begrijpen. Ten eerste, de precieze manier waarop organismen aan elkaar gerelateerd zijn. Ten tweede, de manier waarop deze relatie plaatsvindt binnen de omgeving.

Belichaamde cognitietheoretici geven de voorkeur aan een relationele analyse die het organisme, de actie die het uitvoert en de omgeving waarin het optreedt als een onlosmakelijk verband ziet.

Een voorbeeld hiervan is te vinden in onderzoek zoals dat van Thelen en Smith (1994). In deze studie onderzochten ze hoe goed baby’s naar voorwerpen begonnen te reiken. De onderzoekers onderzochten vier baby’s variërend van drie weken tot één jaar oud.

Thelen en Smith concludeerden dat elk van de vier baby’s unieke problemen had bij het leren reiken. Deze waren gebaseerd op hun individuele energieniveaus, lichaamsmassa en de verschillende manieren waarop ze aanvankelijk probeerden te reiken.

Gezien deze verschillende bewegingen moest elk van de baby’s een andere set strategieën leren om hun armen onder controle te houden. Uiteindelijk kon elk kind deze ontwikkelingsobstakels overwinnen en naar speelgoed leren reiken. De specifieke manieren waarop ze dit gedrag leerden varieerde echter. Dit hing af van het specifieke probleem dat ze tegenkwamen.

Belangrijkste concepten van belichaamde cognitie

De definiërende kenmerken van belichaamde cognitie variëren aanzienlijk tussen de disciplines die het bestuderen. Toch zijn er enkele gemeenschappelijke theoretische aannames.

Deze aannames helpen bij het ontwikkelen van de centrale stelling en omvatten:

  • Het primaat van doelgerichte acties die in real-time plaatsvinden.
  • De overtuiging dat de vorm van realisatie het type cognitie bepaalt.
  • De opvatting dat cognitie constructief is.

De centrale bewering van belichaamde cognitie is dus dat de sensorimotorische vermogens, het lichaam en de omgeving van een organisme niet alleen een belangrijke rol spelen in cognitie. Er wordt ook beweerd dat de manier waarop ze op elkaar inwerken de ontwikkeling van bepaalde cognitieve vaardigheden mogelijk maakt. Bovendien bepaalt het de precieze aard van die vermogens.

Belichaamde cognitie versus cognitivisme

Als je de theoretische aannames van belichaamde cognitie en cognitivisme (Spaanse link) kent, is het mogelijk om de onderzoeksaannames van belichaamde cognitie te vergelijken met die van cognitivistisch onderzoek.

Cognitief perspectief

Belangrijkste ideeën:

  • De metafoor van de geest als een computer. Met andere woorden, het is gebaseerd op regels en logica.
  • Isolationistische analyse. Cognitie kan begrepen worden door te focussen op de interne processen van een organisme.
  • Computer primaat.
  • Cognitie als passief ophalen.
  • Gecodeerde symbolische representaties.

Belichaamde cognitie perspectief

Belangrijkste ideeën:

  • Verbonden met de metafoor van de geest. De vorm van realisatie plus de omgeving en de actie verandert de cognitieve processen.
  • De relationele analyse. De wisselwerking tussen geest, lichaam en omgeving moet worden bestudeerd om cognitie te begrijpen.
  • Het primaat van doelgerichte actie die zich in real-time ontvouwt.
  • Cognitie is een actieve constructie gebaseerd op de belichaamde en doelgerichte acties van een organisme.
  • Sensorimotorische representaties.
Hoofd gemaakt van blokjes

De claim van embodied cognition theoretici is dat ze nieuwe inzichten zullen krijgen in voorheen onbeantwoorde vragen over cognitieve ontwikkeling.

De hypothese is dat als cognitiewetenschappers hun benadering heroriënteren door de cruciale verbanden tussen de hersenen, het lichaam en de wereld van een organisme te erkennen, ze inzichten kunnen krijgen in menselijk gedrag door onderzoek uit verschillende domeinen te integreren.

Dit scenario roept echter de vraag op: wat betekent het voor onderzoekers om hun focus te heroriënteren? Nogmaals, er is geen consensus onder theoretici over wat deze heroriëntatie zou kunnen inhouden. Niettemin zullen er in de toekomst misschien dingen veranderen.


Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.