Wanneer je woede voelt, maar niet weet waarom

Wanneer je woede voelt, maar niet weet waarom

Laatste update: 21 juni, 2017

Het is een verraderlijke vorm van (onderhuids) onbehagen die zich niet alleen in je gemoed, maar ook in je lichaam manifesteert. Je ervaart het als irritatie, als prikkelbaar- en lichtgeraaktheid, als zwaarte en druk in je hoofd, spanning in je keel, benauwdheid in je borstkas, enz. Boosheid belegert je, en soms begrijp je niet eens (precies) waarom.

Op het moment dat razernij het directe gevolg is van, of beter gezegd een instinctieve reactie is op een concreet aanstootgevende actie of een onaangename gebeurtenis, dan is het vergelijkenderwijs eenvoudiger om je van die acute impuls – en het bijbehorende (asociale) gedrag – bewust te worden dan bij het ontbreken van enige aanleiding, rechtvaardiging, of ‘beweegreden’. Want als je bijtijds waarneemt wat er – innerlijk – aan de hand is, dan kun je zelf kiezen of je het gevecht aangaat, of dat je toch liever rustig op de ontstane situatie reflecteert, de wrok en wrevel langzaam laat varen, en het conflict op een beschaafde manier bespreekt en oplost. Is die gistende drift en giftigheid namelijk nergens en op niemand specifiek gericht, beheerst het je hele emotionele sfeer, dan is het veel lastiger te verwerken, laat staan uiterlijk onder controle te houden.

“Vasthouden aan woede is als het met je vuist knijpend strak omklemmen van een stuk gloeiend houtskool met de gedachte om het recht in iemand zijn gezicht te gooien; je bent zelf degene die verbrandt.”

-Boeddha-

In principe kan boosheid een positieve emotie zijn, in zoverre als het je de kracht, fel- en doortastendheid geeft om in opstand te komen tegen omstandigheden die je frustreren of bedreigen. In die zin is het van origine een oeroud evolutionair overlevingsmechanisme – in de aanval of in de verdediging schieten – en helpt het je om je staande te houden, je fysieke integriteit in geval van nood (ten koste van alles en iedereen) te waarborgen. Maar als woede – meer en meer – de beklemmende boventoon begint te voeren, continu (al is het op de achtergrond) aanwezig is, als het permanent en net onder de oppervlakte blijft doorsudderen, en bij het minste of geringste telkens weer, en steeds harder, ontploft, dan dien je in alle ernst te onderzoeken waar deze chronische explosiviteit vandaan komt.

De razernij die maar voortduurt, en zichzelf (hondsdol) voedt

We kennen allemaal wel mensen die praktisch onafgebroken geërgerd lijken te zijn. Ze zien er zeer grimmig en gespannen uit, verkrampt en overbezorgd, ongeacht wat er om hen heen gebeurt – of dat nou negatief of schijnbaar positief is. Ze zijn bijna immuun voor hun omgeving en worden van binnenuit verteerd door een gal spuwende haat en nijd. Qua persoonlijkheid worden ze ‘licht ontvlambaar’ genoemd, want de meest vluchtige vonk, zet hen al in lichterlaaie.

Woede

Wat teistert deze opvliegende karakters nou feitelijk? Waarom worden ze – ondanks zichzelf – zo geplaagd door een toorn die ze nauwelijks kunnen plaatsen? Vaak kloppen hun aannames en overtuigingen van geen kant: ze geloven dat een conflict laten knallen een effectieve strategie is om hun zin te krijgen. Het is pijnlijk, en daarom moeilijk te accepteren, of überhaupt te tolereren, als mensen over een bepaalde kwestie diametraal anders denken, of naar eigen eer en geweten handelen. Het onstuimige type ontsteekt in woede, doet luidkeels zijn beklag – zelfs als hij ongelijk heeft.

Voor de chronisch verongelijkte, bestaat er maar één manier om te leven, één manier om de dingen te doen, en één manier om de wereld te begrijpen en beoordelen – of, hoe zij het zelf noemen: de (enige) ‘juiste’ manier. Aldus zouden ze – terecht, in hun eigen optiek – niet anders kunnen dan fel en verontwaardigd reageren wanneer ze iemand ‘betrappen’ die meent een alternatief te hebben gevonden. Ze zijn allergisch voor externe chaos – waarschijnlijk omdat ze daar innerlijk aan ten gronde gaan – en daarom dient iedere uitwas daarvan resoluut in het nekvel gegrepen, en weer in het rigide gareel gedwongen te worden.

Ze hebben verder extreem veel moeite met het uiten van hun emoties. Uit tragisch onvermogen onderdrukken ze hun ware gevoelens, tot de inwendige druk zo groot wordt dat – als een duveltje uit een doosje – alleen een woede-aanval nog verlichting lijkt te kunnen brengen. Die zenuwslopende spanning, en de zo aanlokkelijke ontlading daarvan, zorgt ervoor dat ze de dingen die ze zo lang of zo krampachtig verzwegen hielden er als een tornado, in een tirade, plotseling uitgooien. Doordat ze ‘op knappen’ stonden, zijn hun woorden en toon een stuk grover en heftiger dan eigenlijk nodig is, en geven ze eerder een zwaar vertekende of overdreven en overtrokken schets van de situatie.

Het monster dat uiteindelijk zijn (eigen) maker verslindt

Boosheid kan – op het juiste moment, en in de juiste mate – orde scheppen, grenzen stellen en groter onheil voorkomen. Het kan ‘zaken recht zetten’, en kwalijke omstandigheden acuut een halt toeroepen.

Idealiter, zouden we altijd genoeg zelfbeheersing hebben om onze woorden zorgvuldig, en met enige terughoudendheid, te kiezen. Dat dit dikwijls n­íet het geval is, komt omdat ons instinctieve en emotionele brein evolutionair vele malen ouder (en vaak krachtiger) is dan onze relatief recente rationele neocortex. Ons verstand, als paardenmenner in Plato’s klassieke metafoor,  is soms niet bij machte om de wilde, op hol geslagen rossen te beteugelen en netjes in draf te laten galopperen.

Woede

Maar wie – zonder respijt – aan de lopende band verbitterd en geïrriteerd raakt, is iedereen tot last, inclusief zichzelf, en dat tast zowel de geestelijke als de lichamelijke gezondheid aan van de onverbeterlijke brompot. Terwijl ze in wezen verlangen naar regelmaat en rust, veroorzaken ze  – met hun gemopper en gemekker – juist het tegenovergestelde: méér stress, consternatie en conflicten, en mínder oplossingen.

Zij schepen al hun sociale relaties op met slepende spanningen en schermutselingen. Vroeg of laat krijgen we terug, dat wil zeggen, oogsten we, wat we zelf gezaaid hebben. De boze meneer (of mevrouw) wordt – hoe ironisch – zelf het slachtoffer van zijn eigen woede en wraakzucht. Want anderen gaan hem met gelijke, intolerante munt terugbetalen. En zo ontstaat er een vicieuze cirkel, en, tegelijkertijd, een neerwaartse spiraal, van een woede die zichzelf steeds strakker opblaast, en ten slotte zijn tanden in zichzelf zet: BOEM!

Vaak gaat deze verschroeiende heetgebakerdheid gepaard met depressie, panisch-neurotische angst en een verlammend wantrouwen. Zodra het leven even niet gaat zoals men verwacht, gewend is, of zelfs eist, worden zulke ‘opvliegende standjes’ automatisch overmand door verdriet en frustratie. Alle botsingen en strubbelingen waar ze steeds maar weer in verzeild raken, maken hun wrok, wrevel en wanhoop bovendien alleen maar erger.

Hoe je het ook wendt of keert: deze houding verpest je leven. Eeuwig zonde! De waanzin van de woede zelf werkt verblindend en vormt een energetische blokkade die het je belet te begrijpen waarom je überhaupt zo boos bent. Je hebt jezelf aldus in een gevaarlijke wurggreep genomen, en je zult met meer op de proppen moeten komen dan een nieuw doel in je leven. Is het namelijk echt zo bar met je gesteld, zoek dan spoedig professionele hulp.

Woede

Controleer je boosheid voordat het jou controleert

Soms hoeft er maar weinig te gebeuren voordat we ons geduld verliezen en we de boosheid over laten nemen. Misschien zijn we extreem moe…  Lees meer


Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.