Verklaar de liefde niet uit nood, of eenzaamheid, maar vanuit het hart
Voor de vonken en vlammen der liefde is onze adrenaline de zuurstof – waar ons rationele denken geen vat op heeft, of überhaupt kan krijgen. We zijn dan ook niet in staat om deze gepassioneerde verliefdheids-stoten onder controle te houden, of verstandelijk te bepalen waar en wanneer ze mag toeslaan. Het gebéurt gewoon, en het voelt verrukkelijk. Zo uniek dat – tegelijkertijd – de zenuwen door ons lijf heen gieren, in een opzwepende mix van opwinding, angst en reikhalzend romantisch dagdromen. Deze staat – van acute, overweldigende, spontane verliefdheid – valt niet te veinzen, noch te verbergen, en onttrekt zich tegen wil en dank aan de wetten van de conventionele logica.
Deze ongrijpbare, magisch-aantrekkelijke aard van de liefde, zorgt er ook voor dat ze zich nooit laat afdwingen, dat ze zich niet à la minute laat ontbieden, enkel omdat we hier en nu naar haar verlangen. Sterker nog, toen de Franse filosoof Jean-Paul Sartre ons erop wees dat we – als mens – vrij zijn, behalve dan over het existentiële feit dát we dat, onherroepelijk, onloochenbaar, zijn, vergat hij daar aan toe te voegen dat de ervaring, of de sensatie van verliefdheid evenmin verkozen wordt; zij verschijnt simpelweg, onwillekeurig, vanuit het niets, goedschiks of kwaadschiks, ongeacht de overige omstandigheden van ons leven.
Een nieuwe relatie als pleister op de wond van liefdesverdriet
Je bent ongetwijfeld bekend met de verschrikkelijke emotionele pijn die gepaard gaat met een breuk of scheiding in de intieme sfeer, en je beseft vanuit die zeer-zure-appel-ervaring als geen ander hoe genadeloos ingrijpend de impact van dit (partner)verlies kan zijn. Het type relatie dat bewust of onbewust gebruikt wordt om de smart van een gebroken hart te verdringen, of te vergeten, wordt ook wel de ‘rebound-relatie’ genoemd. En daarom worden deze verbanddoos-verkeringen dikwijls zo snel mogelijk uitgezocht, en aangegaan.
”Wat heb je lief, wanneer je liefhebt, mijn God: het verschrikkelijke licht van het leven, of dat van de dood? Wat zoek of vind je – wat is deze liefde? En wie is het?”
-Gonzalo Rojas, uit het gedicht: ‘Wat heb je lief, wanneer je liefhebt?’-
Niet alle relaties die (direct) na een breuk of scheiding ontstaan zijn per se het gevolg van dit zogeheten rebound-effect. Toch geloven we graag, en vaak, dat zo’n (plaats)vervangende verhouding ons lijden kan, en zal verlichten, of verminderen. Deze substituerende strategie is helaas niet de manier om je innerlijke kommer en kwel werkelijk te helen. Zonder dat we het aanvankelijk expliciet doorhebben, of durven toegeven, verwachten we stiekem dat deze nieuwe persoon ons ongeluk zal wegnemen, zowel onze oude als open wonden zal genezen, en zelfs de littekens – achtergelaten door onze vorige minnaar – onzichtbaar zal maken.
De drijfveer van, of achter, dit soort gedrag is (de angst voor) eenzaamheid, en emotionele instabiliteit. We waren zo gekwetst, dat we de rauwe randjes niet waagden te verkennen, we onze weemoed verborgen, omdat dat makkelijker was dan ons huilende hart ineen te voelen krimpen. Kortom: de stukgelopen relatie deed ons pardoes denken dat dé remedie tegen dit schrijnende tekort, tegen dit wrange gebrek, een nieuwe relatie was, dat dáárin de beloofde vervulling lag. Wanhopig verlangen we aldus weer naar de liefde, om het (meest recente) vergankelijke verleden mee te vermommen, en letterlijk te laten verstommen.
De angst om alleen te staan – om vrijgezel te zijn
Je (dagelijks) leven delen met iemand is allerminst eenvoudig, maar ware liefde – waarin alle puzzelstukjes op hun plek vallen, en de relatie gestadig blijft groeien en bloeien – bestaat wel degelijk. Aan de andere kant kan het soms al lastig zijn om vrede te vinden ìn, en mét, jezelf – zeker als er zich, vanbinnen, een disbalans openbaart, die dringend onze aandacht behoeft. Vòòrdat we halsoverkop en koste wat kost, naar harmonie streven in onze relatie, dienen we de (levens)kunst van het alleen (en ál één) zijn te leren; anders functioneren onze relaties uiteindelijk slechts als verraderlijke fata morgana’s, als illusoire luchtspiegelingen.
De eerste stap is het dapper onder ogen komen van onze (onderhuidse) angst: een hoop mensen houden niet, of niet meer, van hun partner, maar blijven toch bij elkaar vanuit een verlammende ‘alles liever dan eenzaamheidhouding’. En als we deze duivelse dynamiek, dit misleidende mechanisme, niet begrijpen, dan is het zeer waarschijnlijk dat we keer op keer in dezelfde fouten vervallen – van, en met, de ene op de andere partner.
De haast panische angst om alleen te zijn is een probleem waar steeds meer mensen door geplaagd worden, en verhindert zulke getormenteerde zielen om het natuurlijke rouwproces – dat inherent is aan een scheiding, en daar bij hóórt – diens recupererende gang te laten gaan. Daarnaast creëert het valse voorstellingen over eenzaamheid versus vrijheid: alleen zijn betekent níet (automatisch) oud en verbitterd raken, en samenzijn betekent níet het opgeven, of verliezen, van je autonomie of zelfstandigheid.
“Er is geen formule voor
de liefde,
want zij is zelf de grens
die de ziel verheft
van verabsoluteerde materie
tot al te tastbare fantasie.”
-Suso Sudón, uit het gedicht ‘Metamorfose’-
De charme van jullie connectie
Zoals we eerder reeds zeiden: de enige persoon die je echt kan beminnen, is degene die er honderd procent klaar voor is, die niet nogmaals in dezelfde valkuilen wenst te trappen, die risico’s durft te nemen, omdat zijn hartgrondige gevoel groter is dan de angst. Daarin ligt de bekoring van de plotselinge paarvorming, van de ontmoeting waarin je zó bij elkaar (b)lijkt te passen, dat je geen keus hebt behalve deze wederzijdse amoureuze betovering een kans te geven.
Er zijn mensen – wiens verlangen om geliefd te worden zo ondraaglijk intens is – dat zij hun hart laten overschaduwen, in nevelen laten hullen, door dwangmatig, en onrealistisch te dagdromen over de perfecte prins, of prinses, op het witte paard; terwijl anderen juist overmatig gefixeerd zijn op hun geroutineerde geest, en slechts, of pas, na veel beredenering in actie komen, zonder zich te beroepen op hun eigenlijke gevoel.
Maar de liefde is een kwestie van hartstocht, en van emoties, en kan – als zodanig – niet gemeten of berekenend benaderd worden. Zij die zich (tot over hun oren) verliefd voelen, realiseren (uit)eindelijk dat zij daar geen enkele moeite voor hebben hoeven doen: dit was er – simpelweg – en ongeforceerd, het meest authentieke moment voor, waarin het leven, in haar totaliteit, ons dit cadeau spontaan in de schoot wierp, en zelfs niet anders kón!
”Het was jouw verhaal
dat zich zomaar met het mijne
verweefde.
Zo veel mensen, zo veel verhaallijnen
die zich, dag na dag, innig
met elkaar verstrengelen.”
– liedje: Samenvallen, Macaco –