Synectiek en creativiteit om problemen op te lossen
Als het gaat om synectiek, creativiteit en probleemoplossing, zijn de hersenen als het topje van de ijsberg: we kunnen slechts een klein deel van het geheel waarnemen.
Als dit orgaan dus met een probleem wordt geconfronteerd, dan moet het dat oplossen. Een aanzienlijk deel van de mentale processen die tot deze oplossing leiden is onbewust en hier speelt synectiek een rol.
De naam synectiek is afgeleid van de Griekse synektikós, wat “het samenvoegen van verschillende en schijnbaar irrelevante elementen” betekent. Het is een creatieve methodologie voor het oplossen van problemen.
Bovendien is een van de doelstellingen van de methode het benutten van de kenmerken van dit type verwerking. Dat wil zeggen, om te brainstormen en op basis van ervaringen een probleemoplossende methode te bedenken. De strategie die uiteindelijk wordt toegepast, komt voor een groot deel voort uit berekeningen die je niet kent.
De scamper-methode
Historisch gezien is de methode van de synectiek voor creatieve doeleinden ontstaan in het werk van Arthur D. Little in het begin van de tweede helft van de 20e eeuw. Op basis van deze onderzoeken hebben de wetenschappers George M. Prince en William J.J. Gordon deze techniek met al haar kenmerken en strategische componenten ontwikkeld.
De eerste etymologie van de term komt overeen met het Griekse woord dat het concept van “de vereniging en conjunctie van schijnbaar verschillende en irrelevante elementen onder elkaar” aanduidt.
Vandaag de dag is deze term een uitgebreid synoniem voor de oplossing van problemen vanuit een groepsperspectief en door het gebruik van creativiteit als een nucleaire strategie. Daarnaast vult het een belangrijke leemte in organisatorische en werkomgevingen.
Zo eert het de betekenis van zijn naam, want door middel van synectiek ontstaan creatieve oplossingen. Ze ontstaan niet door louter de som van hun componenten.
Synectiek en creativiteit: kenmerken en technieken
Synectiek als theorie omvat de geïntegreerde actie van meerdere mensen, die vanuit een groep de aanpak en de oplossing van verschillende problemen aanpakken en oplossen. Zoals we hierboven vermeldden, is het sterk afhankelijk van menselijke creativiteit en maakt het bewust gebruik van voorbewuste mentale mechanismen. Daar ligt de werkelijke functionaliteit van het systeem.
Het doel van de toepassing van deze techniek is het vergroten van de kans op succesvolle probleemoplossing. Deze waarschijnlijkheid varieert echter, afhankelijk van hoe smeedbaar de innovatie is. Het hangt ook af van hoe synectisch de groepsleden zijn.
Als de overeengekomen oplossing een tamelijk beperkt toepassingsgebied heeft, dan nemen de voordelen van de creativiteit, die de essentie van de gezamenlijke oplossing is, af. Daarom moeten de gezochte oplossingen even innovatief zijn als toepasbaar.
Synectiek en creativiteit zijn gebaseerd op de volgende voorwaarden:
- Dezelfde psychische processen bemiddelen het fenomeen van de uitvinding van oplossingen in elke discipline, of het nu meer artistiek of meer wetenschappelijk is.
- Het innovatieve proces is een creatief proces dat concreet gedefinieerd en beschreven is. Bovendien moet het trainbaar en begrijpelijk zijn.
- Zowel een individu als een groep mensen ondernemen het creatieve proces op een gelijkaardige manier. De resulterende hypothesen van de eerste vormen echter een aanvulling op die van de tweede.
“Je kunt doen wat ik niet kan. Ik kan doen wat jij niet kunt. Samen kunnen we grote dingen doen.”
Synectiek probeert datgene wat we al weten opzij te zetten en maakt plaats voor dat wat we vreemd vinden. Het is om deze reden dat de techniek ernaar streeft om ons mee te nemen naar creatieve en innovatieve oplossingen die ver verwijderd zijn van de gebruikelijke oplossingen.
Synectiek confronteert het individu met zijn eigen mentale processen die ten grondslag liggen aan rationeel denken. Het brengt hen in contact met het mentale materiaal dat verborgen ligt in hun onderbewustzijn.
Analogieën
Om deze mechanismen in te zetten, zijn er minstens vijf fasen of technieken. Deze staan centraal in wat velen kennen als “analogie.” Hun doel is om na te denken over de vele facetten van hetzelfde probleem om de meest verwachte en gemeenschappelijke oplossingen te vermijden.
Deze technieken zijn:
- Directe analogie door een directe vergelijking tussen problemen. Het doel is om het probleem uit zijn context te halen en het in een andere context te plaatsen. Het doel is om het breder en vrijer te beschouwen.
- Een persoonlijke analogie. Individuen stellen het probleem aan de orde door middel van de eerste persoon die zich ermee identificeert. Zo leef je je in om het probleem op te lossen en de emoties te identificeren die bij het probleem betrokken zijn.
- Tegenstellingsanalogie. Het doel is om weg te komen van het probleem door het vinden van concepten die in strijd zijn met het probleem. Op deze manier kan het probleem in kwestie worden gedefinieerd en kunnen er nieuwe perspectieven worden aangenomen.
- Symbolische analogie. De problemen worden in deze fase gespecificeerd in een beperkt aantal woorden van poëtische essentie. Het bereiken van definiërende trefwoorden die op zichzelf misschien wel de aanzet kunnen geven tot nog nooit eerder geopperde discussielijnen.
- Fantastische analogie. Een situatie vergelijkbaar met het probleem, maar dan vanuit het perspectief van een fantasie. Het is een manier die enigszins gescheiden is van concreet en logisch denken. Het geeft een nieuwe richting aan ons denken.
Conclusie
Kortom, de toepassing van deze technieken kan ons tot andere gedachten leiden en brengt ons dichter bij het ongewone. Het maakt het dus mogelijk om innovatieve en effectieve oplossingen te vinden, die veel verder gaan dan wat een eenvoudige brainstormsessie ons in staat zou stellen om te bereiken.