Ouderdom begint niet meer bij 70

Hoe heeft het maatschappelijk denken zich ontwikkeld ten aanzien van de huidige stijging van de levensverwachting? Aan de hand van de opvattingen van de stichter van het Oxford Institute of Population Ageing en andere onderzoekers zullen wij trachten deze vraag te beantwoorden.
Ouderdom begint niet meer bij 70

Laatste update: 27 juni, 2022

Zijn wij een samenleving die oudere mensen discrimineert? Welke visie hebben we op ouderdom? De oprichtster van het Oxford Institute of Population Ageing (Engelse link), Sarah Harper, beweert dat de westerse samenleving ouderdom, inderdaad discrimineert.

Aan de andere kant is de derde leeftijd tegenwoordig langer en gaan onze capaciteiten langzamer achteruit. Daarom bereiken we een hogere leeftijd met een grotere mate van autonomie. In die zin stelt Sarah Harper dat ouderdom niet meer betekent dat we 70 zijn, maar dat we afhankelijk worden.

De Verenigde Naties schatten dat tussen nu en 2050 het aandeel van de bevolking dat 65 jaar of ouder is, in alle landen zal toenemen. Het aantal mensen van 60 jaar en ouder in ontwikkelingslanden is nu al twee keer zo groot als in de ontwikkelde landen. De VN verwacht dat die verhouding zal oplopen tot drie tegen één in 2030 en vier tegen één in 2050.

“Oud worden is als een berg beklimmen; je raakt een beetje buiten adem, maar het uitzicht is veel mooier!”

Ingmar Bergman

Blij ouder stel

De oude dag begint niet meer bij 70

Een groep onderzoekers van de CSIC (Spaanse link) heeft gedebatteerd over de vervanging van de statistische drempel van 65 jaar door een mobiele drempel die gekoppeld is aan de levensverwachting. Voor het statistisch gemak heeft men echter meer dan een eeuw gewerkt met het idee dat de ouderdom begint bij 65 jaar.

Deze drempel viel immers samen met de pensioengerechtigde leeftijd. Desalniettemin nemen de hoop en de levenskwaliteit vandaag niet noodzakelijk af op de leeftijd van 65 jaar.  De 65-jarigen van vandaag lijken in niets op de 65-jarigen van vroeger.

Antonio Abellán is onderzoeker bij de afdeling Bevolking van de CSIC en lid van de Onderzoeksgroep Ouderen. Hij beweert dat de 65- tot 70-jarigen van nu lijken op de 55- tot 60-jarigen van de vorige generaties.
Hij en andere CSIC-onderzoekers hebben besloten een debat te openen over de noodzaak om het begrip “oud” te herdefiniëren. Of in ieder geval de leeftijd waarop de ouderdom begint.

Een van de voorstellen die zij doen is dat het begin van de ouderdom wordt gemarkeerd door een glijdende drempel die gekoppeld is aan de resterende levensverwachting. Oud zijn hangt dus niet af van de jaren die op de identiteitskaart staan, maar van de jaren die men nog te leven heeft.

De sociale positie van degenen die als oud worden aangemerkt, is niet het gevolg van hun lichamelijke of geestelijke veroudering. Hun positie ten opzichte van de arbeidsmarkt en de verhoudingen en structuren die zij bepalen. De taxonomische ruimte van de ouderdom is niet biologisch of natuurlijk. Het is veeleer het resultaat van een sociale constructie die zowel praktische en juridische aspecten heeft als denkbeeldige en representatieve.

-Delgado, 2003-

Fietsend ouder stel

Vergrijzende samenlevingen: mythen, uitdagingen en kansen

Demografen en sociologen wijzen erop dat er, voordat er politieke maatregelen worden genomen in verband met de drempel van de ouderdom, meer onderzoek nodig is naar de manier waarop de laatste vijftien jaar voor de dood worden beleefd.

Deze studies zouden helpen bepalen wanneer het invaliditeitsproces bij veel ouderen begint. Bovendien moet worden nagegaan of die invaliditeit wordt uitgesteld, zoals sommige Amerikaanse studies aangeven.

Uit de verslagen die periodiek door het Observatorium voor ouderen in Spanje worden gepubliceerd, kan worden afgeleid dat tussen 70 en 80 procent van de huidige ouderen (personen ouder dan 65 jaar) autonoom en functioneel onafhankelijk is.

De eerste veertig jaar van ons leven geven de tekst; de volgende dertig leveren het commentaar erop…

Arthur Schopenhauer

Zoals sommigen de ouderdom definiëren aan de hand van een chronologisch criterium, en zeggen dat deze op 65-jarige leeftijd begint met de pensionering, zo geven andere geleerden het begin ervan aan met een functioneel criterium. Zij beweren dat de bejaarde persoon oud is wanneer hij geestelijk en sociaal onbekwaam of beperkt is.

Uit onderzoek dat in 2009 werd uitgevoerd door het Centrum voor Sociologisch Onderzoek (CIS) bleek dat 28,7 procent van de Spaanse bevolking vindt dat de ouderdom na 70 jaar begint. Aan de andere kant is 25,3 procent van mening dat het begint bij 65 jaar. Slechts 17,3 procent is van mening dat oud zijn niet afhankelijk is van leeftijd.

In die zin ontbreekt het aan een socioculturele verandering in de visie van de samenleving met betrekking tot ouder worden. Want de wereld wordt ouder dan vroeger, maar toch is oud zijn niet meer hetzelfde als vroeger.


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.


  • Arnay, J., Marrero, J., & Fernández, I. (2013). Educación y envejecimiento: el envejecimiento constructivo. INFORMACIO PSICOLOGICA, (104), 57-71.

  • Centro de Investigaciones Sociológicas. (2009). Barómetro 2009. Estudio 2801. Madrid: CIS.

  • Delgado, M. (2003). La construcción social de la vejez. Jano, 12-14.

  • IMSERSO -CSIC. (2009). Un perfil de las personas mayores en España 2009. Madrid: Portal Mayores.

  • Keeling, S. (2006). Ageing societies: myths, challenges and opportunities. Australasian Journal on Ageing25(4), 223-223.

  • Pinazo, S. (2005). Estereotipos de las personas mayores ¿qué significa ser mayor? Mitos y Realidades de las Personas Mayores (pp. 7-22). Bilbao: Hartu-Emanak


Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.