Het hartverscheurende liefdesgedicht van een man met obsessieve-compulsieve stoornis
Obsessieve-compulsieve stoornis is een angststoornis die gedachten, emoties en gedrag manipuleert. Een van de meest beperkende symptomen van deze stoornis is dat de betrokkene zich gedwongen voelt om voortdurend woorden, gedachten of handelingen te herhalen. Want dit verlicht de ongerustheid die zijn gedachten en gevoelens creëren.
Maar wat zijn deze obsessies? Het zijn ideeën, gedachten, beelden of een drang die terugkeren, hardnekkig of absurd zijn. Bovendien zijn ze van nature onvrijwillig of egodystoon (onaangenaam of opdringerig). Ze zijn niet overdreven bezorgd over reële problemen. Maar het zijn angsten die ontstaan over te verwachten en onwaarschijnlijke problemen. De persoon is in staat om te erkennen dat deze denkprocessen het product van zijn eigen geest zijn. Toch kunnen dit soort angsten een aanzienlijke mate van ongerustheid veroorzaken
In de meeste klinische gevallen geeft de patiënt zijn pogingen om de obsessie te weerstaan op, omdat de strijd om het uit zijn gedachten te verwijderen uitputtend kan zijn.
In de definitie van deze stoornis is nog een andere term betrokken, ‘compulsie‘. Compulsie of dwang kunnen we begrijpen als een vorm van repetitief gedrag dat een antwoord is op een obsessie. Het gedrag volgt specifieke regels of wordt op een stereotiepe manier uitgevoerd. Het heeft geen einddoel, maar het wordt eerder verondersteld om bepaalde situaties of condities te creëren of te voorkomen. Deze manier om iets ‘op te lossen’ is niet rationeel (de deur van de auto x-aantal keer open- en dichtdoen). Als het wel rationeel is, dan is het duidelijk dat het een buitenproportionele oplossing voor een probleem is (de handen x-aantal keer wassen).
We bekijken een voorbeeld om dit duo obsessie-compulsie te illustreren. Een persoon met obsessieve-compulsieve stoornis kan aan het rijden zijn en plots denken dat zijn familie misschien iets slecht is overkomen. Hij weet dat deze angst een product van zijn geest is. Toch voelt hij de nood om het autoraam drie keer na elkaar vast te grijpen om te ‘voorkomen dat er iets met hen gebeurt’. Dit is irrationeel denken. Maar de compulsieve drang, samen met de weerstand, zorgt ervoor dat de persoon het doet. De handeling op zich is niet aangenaam voor de betrokkene, maar op het moment zelf werkt het doeltreffend om de angst te verminderen.
Het hartverscheurende en emotionele gedicht van een man met obsessieve-compulsieve stoornis
We hebben allemaal, of toch bijna allemaal, de diepe gevoelens van liefde en hartzeer al ervaren. Of we zouden die ervaring willen hebben. Toch is weinig geweten over hoe mensen met obsessieve-compulsieve stoornis dit ervaren.
We denken dat deze gevoelens een fundamentele peiler zijn van de menselijke emotionele ervaring. Het is wellicht ook waar dat er geen manier bestaat om deze unieke emotionele ervaring te beschrijven of te theoretiseren. Dat iemand zijn gevoelens met de wereld deelt en tegelijkertijd zijn probleem erkent, helpt ons dichter bij hem te komen en zijn ervaringen te erkennen.
Voor iemand met deze stoornis of voor de partner moet het niet gemakkelijk zijn. Neil Hilborn maakt dit duidelijk in zijn gedicht. Hij is schrijver en dichter en heeft obsessieve-compulsieve stoornis. Neil Hilborn komt uit de Verenigde Staten en wil een stem geven aan wat er in zijn geest gebeurde toen hij verliefd werd. Hij praat ook over wat de breuk voor hem betekende en wat het effect was op zijn dagelijkse obsessies en dwang.
Ik zag haar de eerste keer…
Alles in mijn hoofd werd stil.
Alle ticjes, alle onafgebroken zich vernieuwende beelden verdwenen zomaar.
Wanneer je obsessieve-compulsieve stoornis hebt, dan heb je niet echt van die rustige momenten.
Zelfs in bed denk ik:
Heb ik de deuren gesloten? Ja.
Heb ik mijn handen gewassen? Ja.
Heb ik de deuren gesloten? Ja.
Heb ik mijn handen gewassen? Ja.
Maar toen ik haar zag, kon ik alleen maar aan de haarspeldbocht van haar lippen denken…
Of de wimper op haar wang—
de wimper op haar wang—
de wimper op haar wang.
Ik wist dat ik met haar moest praten.
In dertig seconden had ik haar zes keer uit gevraagd.
Ze zei ja na de derde keer, maar geen enkele keer voelde het goed, dus bleef ik doorgaan.
Op onze eerste afspraak had ik meer tijd nodig om het eten volgens kleur te ordenen dan te eten, of verdomme met haar te praten…
Maar ze vond het geweldig.
Ze vond het geweldig dat ik haar bij het afscheid zestien keer moest kussen of vierentwintig keer op woensdag.
Ze vond het geweldig dat het eindeloos duurde om naar huis te wandelen omdat het voetpad vol barsten zat.
Toen we samen gingen wonen, zei ze dat ze zich veilig voelde want niemand zou ons ooit beroven omdat ik de deur beslist achttien keer gesloten had.
Altijd keek ik naar haar mond wanneer ze praatte—
wanneer ze praatte—
wanneer ze praatte—
wanneer ze praatte—
wanneer ze praatte;
wanneer ze zei dat ze van me hield, krulden haar mondranden op.
‘s Nachts lag ze in bed en keek hoe ik alle lichten uitdeed… En aan, en uit, en aan, en uit, en aan, en uit, en aan, en uit, en aan, en uit, en aan, en uit, en aan, en uit, en aan, en uit, en aan, en uit, en aan, en uit, en aan, en uit.
Ze sloot dan de ogen en stelde zich voor hoe ze naar de voorbijgaande dagen en de nachten keek.
Sommige ochtenden wou ik haar kussen om afscheid te nemen, maar dan moest ze vertrekken omdat ik haar te laat deed komen op haar werk…
Toen bleef ik staan voor een barst in het voetpad en zij wandelde gewoon verder…
Toen zei ze dat ze van me hield en haar mond was een rechte lijn.
Ze vertelde me dat ik te veel van haar tijd in beslag nam.
Vorige week is ze voor het eerst bij haar moeder gaan slapen.
Ze vertelde me dat ze mij niet zo gehecht aan haar had mogen laten raken; dat dit hele gedoe een vergissing was, maar…
Hoe kan het een vergissing zijn dat ik mijn handen niet moet wassen nadat ik haar heb aangeraakt?
Liefde is geen vergissing, en het maakt me kapot dat zij hiervan kan weglopen en ik kan het gewoon niet.
Ik kan het niet – ik kan niet naar buiten gaan en iemand nieuws vinden, omdat ik altijd aan haar denk.
Wanneer ik geobsedeerd raak door dingen, dan zie ik meestal ziektekiemen mijn huid binnensluipen.
Ik zie mezelf verpletterd door een oneindige rij auto’s…
En zij was het eerste mooie ding waar ik ooit aan bleef vastzitten.
Ik wil elke ochtend wakker worden met de gedachte aan de manier waarop ze het stuur van de auto vasthoudt…
Hoe ze aan de doucheknop draait alsof ze een kluis opent.
Hoe ze kaarsen uitblaast—
kaarsen uitblaast—
kaarsen uitblaast—
kaarsen uitblaast—
kaarsen uitblaast—
uitblaast…
Nu denk ik alleen maar aan wie haar nu kust.
Ik kan niet ademen omdat hij haar slechts één keer kust – het kan hem niet schelen of het perfect is!
Ik wil haar zo graag terug…
Ik laat de deur open.
Ik laat de lichten aan.
Auteur: Neil Hilborn
Hoe leef je samen met iemand met obsessieve-compulsieve stoornis?
Wie samenleeft met iemand met deze stoornis, moet begrijpen dat deze mensen hun obsessies en dwang niet onder controle hebben. Ze kunnen zich al of niet bewust zijn van het feit dat hun gedachten en handelingen irrationeel zijn, maar zonder hulp kunnen ze ze niet onder controle houden.
Vel geen oordeel. Probeer ook niet om hen te verhinderen hun routines uit te voeren. Dit kan alleen maar nog meer stress veroorzaken en een nog grotere wond creëren. Je kan hen er niet van overtuigen om anders te denken of anders te handelen. Het is dus belangrijk dat je hen met geduld en vriendelijkheid behandelt.
Neem geen deel aan de rituelen. Je kan wel ondersteuning bieden in dagelijkse zaken. Wat je ook beter niet doet, is passieve communicatiestijlen verbergen. Laat ook niet toe dat ze begrip en aanvaarding verstikken. Sommige auteurs hebben het over de beperkingen om te onderhandelen met iemand die lijdt aan deze stoornis. Ze formuleren het zo: ‘Omdat ik jou graag zie, doe ik niet mee aan schadelijk gedrag’; ‘Ik weet dat het moeilijk is en je zal misschien kwaad zijn, maar het is beter dat ik dit ritueel niet voor je uitvoer’; ‘de arts heeft mij gezegd niet deel te nemen, en hij weet waarover hij praat, we hebben beslist zijn oordeel te vertrouwen’.
Tot slot willen wij dit artikel eindigen met een advies. Het is uitermate belangrijk om psychologische en psychiatrische hulp te zoeken bij iemand die gespecialiseerd is in het behandelen van obsessieve-compulsieve stoornis. De persoon die aan deze stoornis lijdt en de mensen rond hem of haar, hebben hulp nodig van een gekwalificeerd deskundige. Die kan hen helpen om de situatie te beheersen en het dagelijkse leven te verbeteren.