Het verband tussen genetica en psychoanalyse

Freud had vele verschillende theorieën over de persoonlijkheid. Veel daarvan waren absoluut revolutionair en radicaal voor die tijd. Eén van de interessantste is zijn theorie over genetica en psychoanalyse.
Het verband tussen genetica en psychoanalyse
María Alejandra Castro Arbeláez

Geschreven en geverifieerd door de psycholoog María Alejandra Castro Arbeláez.

Laatste update: 27 december, 2022

Dankzij enkele belangrijke figuren in de geschiedenis hebben we een heel andere visie op persoonlijkheid dan een eeuw geleden. Sigmund Freud, de vader van de psychoanalyse was één van die figuren. We focussen ons vandaag op zijn theorie over genetica en psychoanalyse.

De nieuwe kijk van Freud op onze psyche hielp hem om theorieën te ontwikkelen die voor die tijd radicaal waren. De studie van de seksualiteit en de onbewuste geest begon echter niet bij Freud. Toch mogen we zeggen dat hij ons een heel andere kijk op die onderwerpen bood.

Dat perspectief was de psychodynamiek. Zijn theorieën, onderzoeken, klinische praktijk en publicatie zorgden voor een revolutie op het gebied van de psychologie.

De ideeën van Freud over seksualiteit veroorzaakten ook veel controverse. Ze weken namelijk af van de traditionele denkwijzen van die tijd. Ze behandelden onder andere dingen als seksualiteit bij kinderen.

“Op het gebied van seksualiteit zijn we op dit moment, ieder van ons, ziek of gezond, niet meer dan hypocrieten.”

Sigmund Freud

Sigmund Freud

Genetica en psychoanalyse: de oorsprong

De psychoanalyse bevat vele uitermate ingewikkelde begrippen. Dat komt omdat ze zoveel op andere concepten steunen. Het is moeilijk om er één enkele definitie uit te halen zonder een andere te geven.

Dit heeft vooral te maken met het feit dat ze elkaar aanvullen en voortdurend in beweging zijn. Het maakt het ook moeilijk om de specifieke oorsprong van de theorie over genetica en psychoanalyse weer te geven.

In werkelijkheid is het meer een theoretisch vermoeden dat afkomstig is van alle andere onderzoeken van Freud. We hebben het hier niet alleen over zijn onderzoek en studies. Het gaat namelijk ook over zijn stages in ziekenhuizen en over de patiënten die hij als onderdeel van zijn klinische praktijk behandelde.

Misschien moeten we proberen om toch een specifieke oorsprong vast te pinnen. Dan zouden we zeggen dat deze theorie vorm beginnen krijgen is in zijn boek Drie Essays over de Theorie van de Seksualiteit. In dit werk bespreekt hij seksualiteit vanuit de visie van de psychoanalyse.

Wat is het verband tussen genetica en psychoanalyse?

Om de menselijke persoonlijkheid te begrijpen heeft Freud vele verschillende modellen voorgesteld. Het genetische model is slechts één van die modellen. De andere zijn topografisch, dynamisch, economisch en structureel.

Het genetische model richt zich in het bijzonder op onze zoektocht naar genot door middel van de stimulatie van verschillende erogene zones. Deze theorie stelt dat dit een levenslang iets is. Ook de kindertijd maakt deel uit van deze zoektocht naar stimulatie.

Zijn idee was dat de persoonlijkheid van een individu zich afhankelijk van het soort bevrediging ontwikkelt. De frustratie van bevrediging zou dan bijvoorbeeld een andere persoon vormen dan overdreven bevrediging. Elke afzonderlijke persoon is volgens de psychoanalyse anders omdat ze zich allemaal op een andere manier ontwikkelen.

De fases in de psychoseksuele ontwikkeling volgens de psychoanalyse

Dit model in de psychoanalyse omvat meerdere stadia. Elk stadium heeft betrekking op een specifieke erogene zone, fixatie en plotselinge frustratie. Dit zijn alle stadia in zijn theorie. Het is ook bekend onder de term psycho-seksuele ontwikkeling.

De orale fase

Deze fase duurt vanaf de geboorte tot de leeftijd van 18 maanden. De erogene zone is de mond. Dat deel van het lichaam zal dus de bevrediging verschaffen uit dingen als kussen, zuigen, bijten en eten.

Het bestaat uit twee onderliggende stadia. De eerste is de passieve orale fase waarin mensen genot krijgen van het zuigen. Daarna komt de actieve orale fase. Die begint wanneer de tanden van een baby groeien en de baby kan bijten.

Blijven steken in deze fase leidt tot een ontvankelijke persoonlijkheid. De bron van genot bij deze personen blijft dan oraal. Een voorbeeld zijn mensen die roken. Plotselinge frustratie kan ook tot een agressieve persoonlijkheid leiden. Mensen gaan dan op een vijandige manier op zoek naar genot.

De anale fase

Deze fase loopt van de leeftijd van 18 maanden tot ongeveer vier jaar. Het centrum van genot is in dit stadium de anus, zowel in termen van vasthouden als uitscheiden.

Er is sprake van een anale sadistische face die het uitscheiden van feces omvat. Fixatie in dit stadium kan als gevolg hebben dat mensen als volwassene voortdurend geld uitgeven.

De andere fase is passief of vasthoudend. Hierbij gaat het over de aanhoudende beheersing van de sluitspier. Dat kan iemand ertoe brengen om heel streng te zijn en de controle in handen te willen houden.

De fallische fase

Dit stadium duurt van de leeftijd van vier jaar tot zeven jaar. In deze fase zijn de erogene zones de genitaliën van een persoon. Een kind wordt dan steeds nieuwsgieriger naar zijn eigen lichaam. Het gevolg is dat het kind vaker gaat masturberen.

Kinderen kunnen eveneens angstgevoelens ervaren omtrent de verschillen in geslacht. In deze periode beginnen ze zich ook met hun vader of moeder te identificeren.

Dit leidt ook tot iets wat men het Oedipuscomplex noemt. Het geeft vorm aan de persoonlijkheid van iemand. Er is een positief en een negatief Oedipuscomplex.

Wat betreft de positieve vorm voelt een kind zich aangetrokken tot de ouder van het andere geslacht. Hij haat de ouder van hetzelfde geslacht of ziet deze als een concurrent.

De negatieve versie is hetzelfde maar omgekeerd. Dit is dus wanneer het kind de ouder van het andere geslacht haat en zich aangetrokken voelt tot de ouder van hetzelfde geslacht.

De latente fase

De periode van deze fase is ongeveer tussen de leeftijd van zeven en twaalf jaar. In dit geval worden de seksuele instincten van iemand echter onderdrukt tot hij de omgeving in zich op kan nemen. Dit zal het hem makkelijker maken om te leren.

Hier begint de persoonlijkheid echt vorm te krijgen. In deze fase spelen kinderen vaak met andere kinderen van hetzelfde geslacht.

De genitale fase

Dit stadium duurt vanaf de leeftijd van twaalf jaar en verder. Opnieuw zijn de erogene zones in deze fase de genitaliën. Dit is ook het stadium waarin de seksuele identiteit zich zal herstellen.

Men zal opnieuw Oedipale fantasieën krijgen. Het begint net vóór iemand in de tienerjaren komt. Dit is wat mensen hun seksuele drift geeft en hen ertoe brengt om seksuele betrekkingen te hebben.

Genetica en psychoanalyse

Genetica en psychoanalyse: besluit

De psycho-seksuele ontwikkeling is een dynamisch proces. Meerdere stadia kunnen dus tegelijkertijd plaatsvinden. De ontwikkeling van een specifiek stadium kan er eventueel voor zorgen dat iemand een stoornis ontwikkelt.

Zoals je kan zien, is de theorie van Freud over genetica en psychoanalyse een originele benadering van de persoonlijkheid. De invalshoek is de seksualiteit. In die tijd was het een revolutionaire theorie. Tot op de dag van vandaag blijft het bovendien omstreden.


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.


  • Freud, S. (2012). Tres ensayos sobre una teoría sexual. Buenos Aires: Alianza editorial.

  • Domínguez, D. (2014). La singularidad de la teoría psicoanalítica. Jornadas Jaques Lacan y la psicopatología. Psicopatología Cátedra II- Universidad de Buenos Aires, Argentina.


Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.