Enkele merkwaardige feiten over moraliteit
Moraliteit omvat het geheel van principes en normen die bepalen wat ‘goed’ of ‘slecht’ is voor een bepaalde groep. Het is een constante in de menselijke samenleving, ongeacht de specifieke tijd of plaats. Hoewel moraliteit dynamisch is, zijn er bovendien enkele waarden die altijd en in alle culturen aanwezig lijken te zijn.
Bijvoorbeeld rechtvaardigheid, eerlijkheid, moed, respect en vrijgevigheid, onder andere. In principe worden al deze deugden als waardevol beschouwd, ongeacht over welke samenleving we het hebben.
In de westerse moraal wordt ook rekening gehouden met de kwestie van de intentie. Zo heeft een vermeende goede daad die met bijbedoelingen wordt gedaan weinig waarde. Anderzijds maakt een ogenschijnlijk verwerpelijke daad, maar per ongeluk uitgevoerd, de zaak minder ernstig. In veel niet-westerse culturen wordt opzet zelden als geldig beschouwd.
“Met moraliteit corrigeren we de fouten van onze instincten, en met liefde corrigeren we de fouten van onze moraal .”
.
Enkele merkwaardige feiten over moraliteit
In termen van moraal zou je kunnen zeggen dat de oude stelregel van toepassing is: “Vertel me waar je over opschept en ik vertel je waar het je aan ontbreekt.” Dit werd bevestigd in een onderzoek (Engelse link)van Dr. S.J Reynolds dat werd gepubliceerd in het Journal of Applied Psychology.
Het onderzoek werd uitgevoerd met 230 postdoctorale studenten, aan wie werd gevraagd zichzelf moreel te definiëren. Daarna werd hun gedrag nauwkeurig gevolgd.
De resultaten versterkten de hypothese dat al degenen die zichzelf beoordeelden als ‘goede mensen’ of met een ‘hoge moraal’ ook degenen waren die het meest geneigd waren te spieken bij examens. Dit verontrustte hen echter niet, omdat ze geloofden dat andere morele daden van hun kant hen vrijstelden van deze kleine fouten.
Het lijkt erop dat iets soortgelijks gebeurt met sommige mensen met sterke religieuze overtuigingen. Uit een onderzoek (Engelse link) van wetenschappers uit de Verenigde Staten en Canada bleek dat er geen significante verschillen waren tussen het morele gedrag van gelovigen en dat van agnosten.
Het enige significante contrast was het feit dat religieuze mensen meer schuld en wroeging voelden als ze verkeerd deden.
Een onderzoek naar de oorsprong van moraliteit
Lange tijd hebben filosofen en wetenschappers zich afgevraagd of moraliteit iets aangeboren of aangeleerd is. Inderdaad blijven er nog veel twijfels bestaan. Door de geschiedenis heen, in alle culturen van de wereld, hebben samenlevingen straffen ingesteld voor degenen die zich gedragen op een manier die een van de leden van een groep schaadt.
Om deze kwestie te onderzoeken, deed Dr. Yasuhiro Kanakogi, van de Universiteit van Osaka (Japan), onderzoek (Engelse link) met baby’s van acht maanden oud. De vraag was of ze op die jonge leeftijd al enige tekenen van moreel gedrag vertoonden.
Het onderzoeksteam maakte de baby’s vertrouwd met een computersysteem dat hen stripfiguren liet zien. Als de baby’s naar een van de figuren staarden, werden ze vernietigd. Zodra ze begrepen hoe het werkte, kregen ze beelden te zien van figuren die anderen pijn deden.
De resultaten waren verrassend. In feite gebruikten alle baby’s hun ‘macht’ om het asociale personage uit te schakelen. De resultaten van het onderzoek wezen erop dat moraliteit, of een goed deel daarvan, het product is van de menselijke evolutie. Daarom zou men kunnen zeggen dat het aangeboren aanwezig is in de mens.
Moraliteit bij dieren
Een andere vraag die veel mensen intrigeert is of niet-menselijke dieren moraal hebben. De vraag rijst omdat dagelijks, vooral bij huisdieren. Bij hen ontdekt men bepaalde gedragingen die lijken te wijzen op een onderscheid tussen goed en kwaad dat verder gaat dan het instinct.
Twee recente en interessante boeken die dit onderwerp behandelen zijn Can Animals Be Moral? van Mark Rowlands en Wild Justice: The Moral Lives of Animals, door Marc Bekoff en Jessica Pierce. Beide vermelden gevallen zoals dat van een leeuw die een baby beschermt, of chimpansees die degenen straffen die voedsel van hun soortgenoten afpakken.
Ook verwijst men naar resusaapjes die weigerden hun soortgenoten een elektrische schok te geven, zelfs als ze honger hadden en verwachtten daarvoor voedsel terug te krijgen. Dan zijn er nog honden die hun leven riskeren om andere honden te redden.
Hoewel er in dit opzicht geen definitieve conclusies zijn, lijkt onderzoek in feite te suggereren dat niet-menselijke dieren wel degelijk een gevoel voor moraliteit bezitten.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Kanakogi, Y., Miyazaki, M., Takahashi, H., Yamamoto, H., Kobayashi, T., & Hiraki, K. (2022). Third-party punishment by preverbal infants. Nature Human Behaviour, 1-9.
- Reynolds, S. J., & Ceranic, T. L. (2007). The effects of moral judgment and moral identity on moral behavior: an empirical examination of the moral individual. Journal of applied psychology, 92(6), 1610.
- Weinberg, L. (2007). El ensayo latinoamericano entre la forma de la moral y la moral de la forma. Cuadernos del CILHA, 8(9), 110-130.
- Wisneski, D. C., Lytle, B. L., & Skitka, L. J. (2009). Gut reactions: Moral conviction, religiosity, and trust in authority. Psychological Science, 20(9), 1059-1063.