Enkele merkwaardige feiten over geneeskunde

We hebben allemaal iets te danken aan de geneeskunde. Het is een uiterst oude discipline die een duizelingwekkende evolutie heeft doorgemaakt. Maar helaas vragen mensen het tegenwoordig liever aan Google dan aan hun dokter.

Geneeskunde is een van de disciplines waarmee we allemaal op een of ander moment in ons leven in aanraking komen. In feite is het niet overdreven te zeggen dat, tot op zekere hoogte, ons welzijn en ons leven ervan afhangen. Het is een van de oudste wetenschappen en omvat een reeks beroepen die in de loop van de tijd ongetwijfeld zullen veranderen, maar nooit zullen ophouden te bestaan.

Geneeskunde is een van de vakgebieden met de meeste onderverdelingen of specialismen. De huisarts is tegenwoordig inderdaad bijna een zeldzaamheid geworden en er zijn minstens 50 takken van geneeskunde. Er zijn zoveel verschillende specialismen dat alleen een andere arts een patiënt naar de juiste specialist kan verwijzen.

Geneeskunde is ook een van de kennisgebieden met de meeste vooruitgang. Ze is al sinds de oudheid in gebruik. Er is echter nog steeds veel meer onbekend dan bekend over en algemeen wordt aangenomen dat er voor geen enkele ziekte genezing bestaat.

Er zijn wel ondersteunende en behulpzame behandelingen die werken, maar geen genezingen als zodanig. Laten we eens kijken naar nog meer merkwaardige feiten over geneeskunde.

Behandelingen en geneeskunde

In de loop van de geschiedenis van de geneeskunde zijn verschillende merkwaardige behandelingen gebruikt. In de Middeleeuwen dacht men bijvoorbeeld dat elke ziekte met goud genezen kon worden. Daarom kauwden mensen met meer middelen op velletjes van dit metaal of namen het in poedervorm bij hun maaltijden. Ook bevatten medische recepten in die tijd vaak gebeden om genezing.

In de Romeinse tijd, in het jaar 23 v.Chr., was keizer Augustus ernstig ziek en werd genezen door zijn arts, Antonio Musa. Als blijk van waardering stelde de keizer alle artsen in Rome vrij van belastingen.

Musa gebruikte een plant om genezing te bereiken: de banaan. Hij beschouwde het als een universeel geneesmiddel. Ter ere van deze grote arts is de wetenschappelijke naam van de plant in feite Musa paradisiaca. In feite waren planten de enige beschikbare geneesmiddelen tot het tweede decennium van de 20e eeuw, toen de geneeskunde een wending nam in de richting van de laboratoriumchemie.

Andere merkwaardige feiten

De oudst bekende ziekte is naar schatting tuberculose (Spaanse link). De eerste sporen ervan dateren van ongeveer 5.000 jaar vóór onze jaartelling. De specialiteit die ziekten bij vroege hominiden bestudeert heet paleopathologie. Deze tak van de geneeskunde stelde vast dat in de prehistorie de meestvoorkomende kwalen endocrinologisch waren.

Lange tijd geloofde men dat ziekten een bovennatuurlijke component hadden. Zo stelde men in het oude Mesopotamië een lijst samen van 6.000 mogelijke demonen die de gezondheid van de mensen aantastten. Sindsdien, en lange tijd, werden bepaalde ziekten in verband gebracht met morele problemen of goddelijke straffen.

Gedurende vele jaren waren degenen die operaties uitvoerden geen dokters, maar kappers. Ze hadden de reputatie handig te zijn met messen, vandaar dat hen alles werd toevertrouwd, van tandextracties tot amputaties van ledematen. In feite beschouwden artsen zelf dergelijke handelingen als beneden hun stand.

Meer merkwaardige feiten over geneeskunde

Hoewel het uiterst moeilijk te geloven is, was er 200 jaar geleden een epidemie van ontploffende tanden. Deze aandoening begon met ondraaglijke pijn, die met het uur toenam en culmineerde in een heftige explosie. Er wordt zelfs beweerd dat een jonge vrouw door de ontploffing bijna omver werd geslagen en enkele weken doof bleef.

Vaak houdt de geneeskunde onaangename verrassingen in voor het gezondheidspersoneel. Zo is er het geval van het 12-jarige meisje dat last had van haar maag. Toen braakte ze een dikke tuinslak op. Het was levend en behoorlijk actief. In de dagen daarna braakte het meisje nog acht soortgelijke beestjes uit.

Halitose, of slechte adem, is een echt veel voorkomende kwaal, veel meer nog in het verleden. Een geval in 1886 in Schotland brak echter alle records. Een man ging naar de dokter omdat hij op een avond een lucifer had aangestoken om op zijn horloge te kijken en toen hij hem uitblies kreeg hij een mondvol vlammen.

Blijkbaar had hij een spijsverteringsprobleem dat de productie van methaan, een ontvlambaar gas, verhoogde. Nog maar een van de vele merkwaardige feiten over geneeskunde.