De recalibratietheorie verklaart boosheid

De meest populaire theorie over boosheid stelt dat het voortkomt uit frustratie. De recalibratietheorie van boosheid suggereert echter dat deze emotie evolutionair is ontworpen voor prestatie of onderhandeling. Het lijkt erop dat het winnen of verliezen van macht er veel mee te maken heeft.
De recalibratietheorie verklaart boosheid

Laatste update: 02 december, 2023

De recalibratietheorie van woede verklaart hoe natuurlijke selectie woede heeft ontworpen om betere deals te sluiten. Deze theorie verklaart de bepalende kenmerken.

Woede is verantwoordelijk voor veel agressieve handelingen. Onderzoekers van het Centrum voor Evolutionaire Psychologie in Santa Barbara, Californië hebben de geëvolueerde functie van boosheid onderzocht.

Zij beschouwen woede als een gedragsregulerend programma. Ze beweren zelfs dat woede in de loop der tijd is opgenomen in de neurale architectuur van de menselijke soort. De vraag is waarom.

De recalibratietheorie van boosheid is een computationeel evolutionair model. Het beweert dat de functie van boosheid is om individuen te herkalibreren die niet, of niet voldoende, rekening houden met het welzijn van de boze persoon.

De theorie wijkt af van het idee dat frustratie noodzakelijk is om boosheid te laten ontstaan. In feite suggereert deze theorie dat boosheid voortkomt uit de behoefte aan macht.

Boze man

Boosheid

Boosheid is een onderdeel van de basisbiologie van het mens zijn:

  • Het ontstaat spontaan in de kindertijd.
  • Het is universeel in alle individuen en culturen.
  • Het heeft een neuronale basis, typisch voor de soort.

Maar om de biologie van woede te begrijpen, moeten we eerst de evolutie ervan begrijpen. De recalibratietheorie van woede veronderstelt dat het regulatieprogramma dat woede regelt, geëvolueerd is als een onderhandelingsproces. Met andere woorden, om belangenconflicten in het boze individu op te lossen.

De recalibratietheorie van boosheid

De recalibratietheorie van boosheid beweert dat deze emotie bestaat uit een computationeel cognitief systeem dat geëvolueerd is om beter te kunnen onderhandelen. In feite coördineert boosheid gezichtsuitdrukkingen, stemveranderingen, verbale argumenten, het behouden van voordelen of het inzetten van agressie.

Het omvat een reeks cognitieve en fysiologische variabelen. Hun doel is om voordeel te halen uit een onderhandelingspositie om betere resultaten te krijgen.

Woede wordt uiteindelijk geproduceerd door een neurocognitief programma dat is ontworpen door natuurlijke selectie. Dit programma gebruikt onderhandelingstactieken om belangenconflicten op te lossen in het voordeel van het boze individu. Het programma is ontworpen om twee interpersoonlijke onderhandelingstactieken te orkestreren:

  • Kosten maken of voordelen onthouden. Dit geeft een groter gewicht aan het welzijn van de boze persoon. Individuen met grotere capaciteiten om kosten toe te brengen zijn sterker.
  • Voordelen toekennen aan aantrekkelijke individuen die een betere onderhandelingspositie hebben bij conflicten. Daarom zullen deze mensen eerder boos zijn, dominanter zijn in belangenconflicten en geacht worden recht te hebben op een betere behandeling. Verschillende onderzoeken bevestigen dit feit.

Welvaartsafruilratio’s en onderhandelen

In sociale soorten hebben handelingen van individuen invloed op het welzijn van anderen. Bij een keuze die betrekking heeft op het zelf en de ander, rijst de vraag hoeveel gewicht moet worden toegekend aan het welzijn van de ander in vergelijking met het eigen welzijn. Dit staat bekend als de welzijnsafruilverhouding.

Volgens deze theorie wekt het woedeprogramma woede op als het merkt dat de andere partij niet genoeg nadruk legt op het welzijn van de actor. Experimenteel bewijs ondersteunt deze zienswijze.

Gebalde vuist

Voorspellingen van boosheid

Het herijkingsmodel van boosheid voorspelt dat individuen met verbeterde vermogens om kosten toe te brengen of voordelen toe te kennen, gemakkelijker boos worden. Dit heeft twee gerelateerde redenen:

  • Ten eerste vertaalt hun grotere vermogen om winsten te onttrekken of kosten toe te brengen zich in een grotere invloed bij het onderhandelen over belangenconflicten. Dit betekent dat boos zijn voor hen meer kans op succes heeft dan voor anderen met minder invloed.
  • Ten tweede verwachten ze door hun grotere invloed dat anderen meer belang hechten aan hun welzijn. Hoe hoger de welzijnsafruilverhouding is die ze van anderen verwachten, hoe groter de reeks welzijnscompensaties zal zijn die het boosheidssysteem als onaanvaardbaar verwerkt.

Veel factoren dragen bij aan het vermogen om kosten te maken of voordelen te bieden. Theoretisch zouden ze principiële individuele verschillen (Engelse link) in boosheid moeten genereren. Om het model empirisch te testen, selecteerden we er twee. We kozen voor kracht en aantrekkelijkheid.

Nauwkeurige voorspellingen

Volgens evolutionaire analyse is het effect van kracht op boosheid groter voor mannen. Het effect van aantrekkelijkheid op boosheid is echter groter voor vrouwen. Bovendien hadden, zoals voorspeld, sterkere mannen een langere geschiedenis van strijd dan zwakkere mannen.

Daarnaast ondersteunde de analyse de effectiviteit van geweld bij het oplossen van conflicten. Dit betrof zowel interpersoonlijke als internationale conflicten.

Het feit dat sterkere mannen de voorkeur gaven aan een groter gebruik van geweld weerspiegelt het voorouderlijke beloningssysteem dat kenmerkend is voor een kleinschalige sociale wereld. Dit staat lijnrecht tegenover de rationele beoordelingen van moderne beloningen in grote populaties.


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.


  • Averill, J. (1982). Anger and aggression: An essay on emotion. New York: SpringerVerlag.
  • Averill, J. (1983). Studies on anger and aggression: implications for theories of emotion. American Psychologist, 38, 1145-1160.
  • Buss, A.H. (1961). The psychology of aggresion. New York: Wiley.
  • Lench, H.C. (2004). Anger management: diagnostic differences and treatment implications.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.