De exocerebro-hypothese van Roger Bartra

De exocerebro-hypothese is een interessante theorie over bewustzijn. Daarin staat dat het bewustzijn zich niet alleen in de hersenen bevindt, maar ook in de omgeving waarin de mens opereert.
De exocerebro-hypothese van Roger Bartra
Sergio De Dios González

Beoordeeld en goedgekeurd door de psycholoog Sergio De Dios González.

Geschreven door Edith Sánchez

Laatste update: 25 januari, 2023

De exocerebro-hypothese is een theoretische uitwerking. De antropoloog Roger Bartra heeft deze hypothese in het eerste decennium van de 21e eeuw opgesteld. Zij stelt dat het bewustzijn het resultaat is van interne processen. Deze vinden plaats in neuronen in combinatie met externe processen, die zich buiten de hersenen afspelen. Meer bepaald in de symbolische omgeving van elk individu.

Bartra betoogt dat een groot aantal neurobiologen geprobeerd heeft het verschijnsel bewustzijn te verklaren, maar alleen vanuit de biofysische en biochemische processen die zich in de hersenen afspelen. Bovendien beweert hij dat dit belangrijke vooruitgang op dit gebied heeft verhinderd, ondanks de grote vooruitgang die in de neurowetenschappen is geboekt.

Roger Bartra suggereert dat deze benadering geen rekening houdt met het feit dat veel functies van het menselijk brein niet mogelijk zouden zijn zonder de noodzakelijke hulp die de omgeving biedt. Dit is de basis van zijn exocerebro-hypothese.

Neurowetenschappers voelen zich vaak ongemakkelijk in dit heterogene gezelschap, maar ze zullen eraan moeten wennen het territorium van het bewustzijn te delen met vreemde collega’s als ze vooruit willen blijven gaan.”

-Roger Bartra-

.

Oplichtende hersenen

De exocerebro-hypothese

Roger Bartra ontwikkelde zijn theorie uit een artikel van Stevan Harnad (Engelse link). In feite bundelde Harnad een aantal studies over bewustzijn die tot het begin van de 21e eeuw zijn geschreven. Zijn lange artikel was getiteld “No Easy Way Out”.

Ten eerste wees Bartra er nogal stoutmoedig op dat bewustzijn niet het resultaat is van een functie van de hersenen, maar van een disfunctie. Om dit idee uit te leggen vergeleek hij de hersenen met een pneumatische machine. Hij zegt dat als de laatste wordt geconfronteerd met een taak die zijn kracht te boven gaat, het resultaat is dat hij stopt.

Daarom zou in principe hetzelfde moeten gebeuren met het menselijk brein, maar dat gebeurt niet. Waarom? Omdat de mens ‘prothesen’ of externe hulpmiddelen heeft bedacht die voorkomen dat dit gebeurt. Deze prothesen zijn de culturele en sociale netwerken waarin we als mens zijn ondergedompeld. Bartra noemt ze ‘culturele prothesen’. Ze bestaan in wezen uit taal en symbolen.

Cultuurprotheses en de exocerebro-hypothese

De exocerebro-hypothese stelt ook dat de hersenen niet in staat zijn om zelfbewustzijn te creëren. Verduidelijkt moet worden dat Bartra bewustzijn, in algemene zin, definieert als “zelfbewustzijn of bewustzijn van bewust zijn”. Hij suggereert dat het tekort van de hersenen wordt gecompenseerd door culturele prothesen. Dit zijn de in de omgeving aanwezige sociale en culturele systemen.

Daarom is bewustzijn het vermogen om de interne processen van de hersenen te verbinden met externe circuits, gelegen in de omgeving.

Bartra geeft aan dat het proces vergelijkbaar is met dat wat plaatsvindt wanneer men een prothese aanbrengt om een zintuiglijke disfunctie te corrigeren. Bijvoorbeeld doofheid. In deze gevallen passen de hersenen zich aan het apparaat aan en nemen het op in hun functies.

Culturele prothesen worden daarom gedefinieerd als substitutiesymbolische systemen. In feite fungeren ze als compensatiemechanismen voor de hersenen. Als hominidae bijvoorbeeld naar een nieuwe plek trokken en op onbekende of ongunstige omstandigheden stuitten, stopten ze niet, zoals een machine zou doen, maar maakten signaal- of oriëntatiesystemen om zich aan te passen.

Vrouw met zon in haar hoofd

Het ontbreken van culturele prothesen

Roger Bartra wijst erop dat een deel van het bewijs voor de exocerebro-hypothese is gevonden in twee specifieke gevallen. Het ene is dat van autisme. Dit is een stoornis waarbij veel van de cognitieve functies intact blijven en misschien zelfs overontwikkeld zijn. Toch verhindert de afwezigheid van een band met de omgeving de vorming van een geweten als zodanig.

Het andere voorbeeld betreft personen die lijden aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis. In feite is vastgesteld dat zij vaak een lager volume grijze stof hebben, tot wel 11 procent. Dit betekent dat ze er niet in slagen zich te verbinden met de omgeving, wat leidt tot een gebrek aan bewustzijn. Zowel in dit geval als in het vorige is een gebrek aan de exocerebro-hypothese aangetoond.

Tenslotte is de exocerebro-hypothese ontwikkeld door een antropoloog en uiterst moeilijk experimenteel te bewijzen. Dat gezegd hebbende, heeft het de aandacht getrokken van veel neurowetenschappers over de hele wereld. Op dit moment beschouwt men het inderdaad als een plausibele verklaring, maar wel een die verdere opheldering behoeft.


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.



Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.