Dadaïsme, de kunst van het absurde

In dit artikel hebben we het over een artistieke trend die losbrak van het verleden en een opening was naar een nieuwe manier van kunst maken. Dit was dadaïsme.
Dadaïsme, de kunst van het absurde

Laatste update: 02 oktober, 2021

De avant-gardes van de twintigste eeuw vertegenwoordigden een revolutie op verschillende niveaus. Het was een tijd waarin de horizon openging en de mogelijkheden voor kunstenaars groeiden. Zo wonnen verbeeldingskracht en creativiteit terrein in het aangezicht van rationeel en meer academisch denken. Een van die stromingen was het dadaïsme, de kunst van het absurde.

In de jaren waarin deze beweging zich ontwikkelde, waren ook andere avant-gardes actief. Bewegingen als het kubisme, het surrealisme, het fauvisme en het futurisme, enz.

Ze hadden allemaal hun eigen kenmerken en een gedefinieerde identiteit die brak met de klassieke parameters van het verleden. Dit opende vervolgens nieuwe deuren op het gebied van artistieke creaties.

De historische context van het dadaïsme

Het dadaïsme vindt zijn oorsprong in de 20e eeuw

De oorsprong van het dadaïsme ligt rond 1916-1917. De Duitse dichter Hugo Ball was de oprichter. Later kwam Tristan Tzara erbij. Hij was een andere dichter die de ideeën promootte van wat we kennen als anti-kunst of dadaïsme. In feite werd het dadaïsme het referentiepunt voor veel kunstenaars. Het manifest werd gepubliceerd in 1918.

Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw en tot in het eerste derde deel van de 20e, stelden de rationalistische theoretische benaderingen van het positivisme algemene wetten vast. Het dadaïsme ging echter tegen deze principes in en probeerde een andere artistieke opvatting te tonen. Ze gebruikten humor, spot en provocatie als fundamentele en elementaire concepten.

Het dadaïsme werd gebruikt in poëzie, beeldhouwkunst en schilderkunst. Soms werden verschillende facetten gemengd om hetzelfde doel te bereiken: originaliteit versus conventioneel.

Het dadaïsme was uiteindelijk een rebelse houding die ontstond door de tragedies van de Eerste Wereldoorlog en de daaropvolgende crisissituatie. Op dat moment begon een prachtig interbellum waarin dingen werden gewaardeerd die voorheen niet relevant waren.

“Elke pagina moet exploderen, hetzij door diepe zware ernst, de wervelwind, poëtische razernij, het nieuwe, het eeuwige, de verpletterende grap, enthousiasme voor principes, of door de manier waarop het is gedrukt.”

Tristan Tzara

dadaïstisch denken

Het dadaïsme stormde de kunstscène binnen met een sarcastische, opvallende en eigenaardige benadering. Laten we eens kijken naar enkele van zijn kwaliteiten:

  • Het dadaïsme moet niet alleen worden beschouwd als een artistiek genre, maar ook als een manier van leven. Kunstenaars die het dadaïsme steunden, verwierpen traditie en klassiek idealisme, evenals de afbakening van doctrines en een unieke benadering van kunst.
  • Het dadaïsme wordt beschouwd als een manifest tegen schoonheid, normen en logische wetten. In plaats van dat alles strikt gedefinieerd is, staat het vrijheid van denken toe volgens abstracte principes. In feite hoeft niet alles een universele wet te zijn. Dit komt omdat elk individu vrij is om te creëren wat hij of zij wenst in overeenstemming met zijn eigen manier van uitdrukken.
  • Spontaniteit, improvisatie en het absurde hebben een eigen plek in musea. Het dadaïsme gaat zelfs zo ver dat het de principes van schoonheid en esthetiek in twijfel trekt. Ze suggereren dat iedereen het mooie op zijn eigen individuele en andere manier kan bedenken.
  • De dadaïstische beweging gelooft ook dat iedereen kunstenaar kan worden. Mensen hebben gewoon creatieve capaciteiten nodig die afwijken van de norm en om de denkprocessen achter hun creaties te kunnen verklaren.

Marcel Duchamp, dadaïst bij uitstek

Het dadaïsme kan als abstract worden beschouwd

Als er één sleutelfiguur in deze beweging is, dan is het Marcel Duchamp. Hij doorbrak alle vastgestelde grenzen van de kunst en liet de kijkers deelnemen aan zijn werken.

Een van zijn bekendste uitspraken is “De creatieve handeling wordt niet alleen door de kunstenaar uitgevoerd; de toeschouwer brengt het werk in contact met de buitenwereld door de innerlijke kwalificaties ervan te ontcijferen en te interpreteren en voegt zo zijn bijdrage toe aan de creatieve handeling.”

Zijn meesterwerk, The Fountain (1917), is een sculptuur van een openbaar urinoir, gesigneerd door “R. Mutt.” Het werd ingezonden voor een tentoonstelling van de Society of Independent Artists waarvan Duchamp lid was. Hij wilde onzekerheid genereren en ook weten wat de reacties van de andere experts zouden zijn.

Het werk lokte zowel controverse als kritiek uit. Het leidde echter ook tot het begin van zijn ready-mades. Het idee was dat je om kunst te maken niet alleen goed met je handen moet zijn, maar ook met je intellect.

In die zin werden de grenzen van de kunst doorbroken en ontstond er een soort openheid. Dit was zonder twijfel een baanbrekend moment in de kunstgeschiedenis. Inderdaad, zelfs vandaag blijft The Fountain een van de beroemdste kunstwerken aller tijden.

“Kunst heeft de mooie gewoonte om alle artistieke theorieën te bederven.”

-Marcel Duchamp-

Wat heeft het dadaïsme bijgedragen aan de kunstgeschiedenis?

Deze vraag heeft een lang antwoord. Volgens Gombrich werd het dadaïsme ook een middel om nieuwe wegen te openen die diep vanbinnen nodig waren. Andere specialisten, zoals Robert Frances, zijn het daar ook mee eens. Tegelijkertijd kunnen we het dadaïstische manifest in verband brengen met het collectieve onbewuste dat door psychologen als Jung is bestudeerd.

Wat heeft het dadaïsme dan bijgedragen aan de kunstgeschiedenis? In feite nodigde het ons uit om veel imperatieven in twijfel te trekken die we voorheen als wetten beschouwden.

Bovendien herinnerde het ons eraan dat er vrijheid van denken bestaat. Ten slotte kunnen we zonder twijfel stellen dat het concept van het absurde zeker een belangrijke plaats verdient binnen elk museum.


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.


  • Frances, R. (2005). Psicología del arte y la estética. Akal. Madrid.
  • García Martínez, J. A. (1977). Movimientos artísticos del siglo XX: futurismo, dadaísmo y surrealismo. Centro Editor de América Latina.
  • Gombrich, E. H. (2016). La historia del arte. Phaidon. Nueva York.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.