Is er een behandeling voor een aanhoudende depressieve stoornis?

Is er een behandeling voor een aanhoudende depressieve stoornis?

Laatste update: 12 september, 2018

Een aanhoudende depressieve stoornis reageert niet altijd op een aanpak die gebaseerd is op medicijnen. Chronische apathie, hopeloosheid en depressieve stemmingen hebben een ingewikkeldere oorsprong dan we gedacht hebben. Wanneer we de neuropsychologie toepassen op het onderzoek van dysthymie, dan herinnert het ons dat deze aandoeningen met een reeks processen in de hersenen en met sociale situaties te maken heeft. We moeten dus ook hiermee rekening houden.

Wanneer we een overzicht maken van het wereldwijde optreden van dysthymie, dan komen we tot de vaststelling dat we het niet kunnen negeren. Klinische onderzoeken vertellen ons dat deze stoornis ongeveer 5% van de bevolking raakt en dan vooral vrouwen. Eigenlijk weten specialisten dat er vele mensen zijn die hun leven in voortdurend lijden leiden maar de stap niet zetten om hulp te vragen. Deze hulpeloosheid en neerslachtigheid worden zo chronisch dat de kans heel groot is dat het percentage mensen met deze stoornis groter is dan we denken.

Dysthymie, of de aandoening die recent de naam kreeg ‘aanhoudende depressieve stoornis’, raakt vrouwen in grotere mate en is gekenmerkt door stemmingswisselingen, vermoeidheid en terugkerende droefheid. Deze symptomen kunnen jarenlang blijven duren.

De laatste uitgave van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-V) heeft de term “dysthymie” veranderd in ‘ aanhoudende depressieve stoornis’. Sindsdien voert men steeds meer onderzoek uit naar deze aandoening. De medische en wetenschappelijke gemeenschap streeft ernaar deze aandoening te omschrijven en veel beter te begrijpen.

Het is een veel mildere ziekte dan chronische depressie. Maar gezien de problemen om deze aandoening te behandelen komt het vaak voor dat vele patiënten op een bepaald moment uiteindelijk nog andere aandoeningen en geestelijke stoornissen ontwikkelen.

De neuropsychologie van dysthymie

De neuropsychologie van dysthymie (aanhoudende depressieve stoornis)

In de jaren zestig gaf de psychiater Robert Spitzer deze klinische aandoening een naam en een omschrijving. Wat hij deed, was een onderscheid maken met de termen die volgens hem deze aandoening niet nauwkeurig beschreven. Voordat Spitzer dit onderzoek uitvoerde om de classificatie van geestesziekte te verbeteren, werd dysthymie als een persoonlijkheidstype beschouwd en niet als een ziekte. Men beschreef mensen als depressief, neurotisch en zwakzinnig.

Vanaf de jaren zestig tot op de dag van vandaag blijven deskundigen hun bevindingen over de aanhoudende depressieve stoornis verfijnen. De doelstelling is om tot de bron van het probleem te komen. Tegenwoordig moet een persoon om deze diagnose te krijgen aan de volgende kwalificatievoorwaarden voldoen:

  • Een depressieve stemming die minstens twee jaar duurt.

Ze moeten minstens aan twee van de volgende symptomen lijden:

  • Verlies of toename van de eetlust.
  • Slapeloosheid of extreem veel slapen.
  • Gebrek aan energie of vermoeidheid.
  • Een laag zelfvertrouwen.
  • Concentratietekort of moeilijkheden om beslissingen te nemen.
  • Gevoelens van hopeloosheid.
  • Angstgevoelens en voortdurend lijden.
  • Er zijn geen psychotische of manische voorvallen; bij de persoon zijn geen andere biologische ziekten vastgesteld; er zijn evenmin vermoedens dat er sprake is van een chronische depressie.
De werking van de hersenen bij dysthymie

Wat gebeurt er in mijn hersenen als ik de diagnose aanhoudende depressieve stoornis (dysthymie) krijg?

Wanneer een persoon deze diagnose krijgt, dan ervaren ze vaak opluchting. Dit is eigenlijk helemaal geen verrassing. Want vaak hebben ze sinds hun adolescentie met deze schaduw over hun leven geleefd. Ze hebben al deze jaren van leegte doorgemaakt, die op alle mogelijke manieren hun leven binnengedrongen is. Gedurende al die jaren leefden ze met een droefheid die hun volledige leven en alles wat ze deden, opslokte.

De neuropsychologische studies over dysthymie vertellen ons dat deze aandoening een oorsprong heeft. Deskundigen geloven dat stress en de verhoogde aanwezigheid van catecholamines en hormonen zoals cortisol het vermogen om onze gemoedsstemming onder controle te houden kan aantasten.

  • Klinisch onderzoek en dan vooral de vooruitgang in de technologieën op vlak van beeldvorming van de hersenen zoals de kernspintomografie (MRI, magnetic resonance imaging) hebben ons de mogelijkheid geboden om heel onthullende gegevens te ontdekken. We kunnen bijvoorbeeld de aanwezigheid van een lage activiteit in de hersenzones vaststellen die te maken hebben met problemen oplossen, slaapregeling, eetlust en zelfs gezelligheid.
  • De meeste van deze processen richten zich op één heel specifieke zone: de cortex cingularis anterior (zie onderstaande afbeelding). Die is verantwoordelijk voor het besturen van de emotionele controle. Bij patiënten met een aanhoudende depressieve stoornis is er in deze zone niet veel activiteit.
Een aanhoudende depressieve stoornis

De cortex cingularis en de zenuwcellen van von Economo

  • De cortex cingularis anterior maakt deel uit van een netwerk dat verantwoordelijk is voor het veroorzaken van meerdere processen. Het helpt ons om op zintuiglijk en emotioneel vlak informatie te verwerken. Deze zone helpt ons om onze aandacht vast te houden terwijl we bewegen of in interactie met anderen zijn. Bovendien helpt het ons om interesse te behouden in onze omgeving. Dit werkt als een brug tussen onze emoties en onze aandacht.
  • De zenuwcellen van Von Economo bevinden zich ook in deze zone. Velen onder ons hebben ooit al over spiegelneuronen gehoord. Maar de zenuwcellen van Von Economo zijn vooral wegens één sleutelreden belangrijk. Want deze zenuwcellen verbinden zich met andere neuronen om op die manier de informatie die te maken heeft met pijn en honger, te vergemakkelijken en te verwerken. Bovendien stimuleren ze ook de creatie van ‘sociale emoties’ zoals vertrouwen, liefde, haat…
  • Apen, dolfijnen, walvissen en olifanten bezitten ook de zenuwcellen van von Economo. Deze dieren worden net als wij depressief. Ook zij vertonen in hun gedrag symptomen van zogenaamd “sociaal lijden”. Factoren zoals eenzaamheid, afwijzing of het verlies van een positie in de hiërarchie van hun groep kunnen verdriet en emotionele pijn veroorzaken. Zoals we zien, zijn dit uitermate interessante gegevens.
De behandeling van dysthymie

Besluit: op zoek naar antwoorden

We weten nu wat het neuropsychologisch onderzoek naar dysthymie ons aangetoond heeft. De vraag is dus: wat zorgt ervoor dat de zones in de hersenen die verbonden zijn met deze stoornis ophouden met te werken zoals ze zouden moeten? En dit is zelfs nog een belangrijkere vraag: hoe kunnen we ze opnieuw regelen? Eén van de voornaamste problemen is dat deze mensen al zovele jaren met deze aandoening leven. Bovendien reageert deze stoornis niet altijd op een aanpak die gebaseerd is op medicijnen. Dit is de reden waarom deskundigen meer onderzoek naar deze aandoening moeten doen.

Onderzoekers weten bijvoorbeeld dat er een erfelijk aspect is. Een gevoel van afzondering of aan een verlies geleden hebben, of het eenvoudige feit dat men zich in een bepaalde context niet nuttig voelt, kunnen deze toestanden van lijden veroorzaken.

Het neuropsychologisch onderzoek naar dysthymie vertelt ons dat vele patiënten vaak beter worden wanneer ze nieuwe projecten ondernemen. Het eenvoudige feit dat we verandering in ons leven aanbrengen, kan voor een echte doorbraak zorgen. Als we ons bij iets of bij iemand betrokken voelen, dan zorgt dit opnieuw voor positiviteit en hoop.

Geef niet op. Deskundigen leren steeds meer over deze aandoeningen. Ze zullen dus in staat zijn om betere antwoorden te geven. Laten we ons intussen gewoon focussen op het feit dat we dysthymie kunnen behandelen. Met een goede behandeling en een psychotherapeutische aanpak kunnen we het overwinnen.


Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.