Aandrangincontinentie: de drang om te plassen
Vandaag gaan we het hebben over aandrangincontinentie, oftewel de drang om te plassen. ook wel het ‘sleutel-in-het-sleutelgat syndroom’ genoemd (in het Engels, het Key in Lock Syndrome). Je hebt het vast wel eens meegemaakt maar was je hier niet van op de hoogte.
Heb je bijvoorbeeld wel eens in een vergadering gezeten, of heb je je op iets moeilijks geconcentreerd, zodat je niet besefte dat je moest plassen? Na de bijeenkomst stap je in de auto, in beslag genomen door wat er tijdens de bijeenkomst is besproken. Je luistert naar muziek en denkt na over de vergadering totdat je bij je huis bent en je de auto parkeert.
Je gedachten keren eindelijk weer terug naar het huidige moment wanneer je uit de auto stapt en je je huissleutels tevoorschijn haalt. Pas op dat moment voel je een intense drang om te plassen en heb je het gevoel dat je op barsten staat.
De 150 meter tussen je auto en je huis lijkt eindeloos. Je probeert te ontspannen en wat sneller te lopen, maar soms lukt dat niet. Je begint wanhopig te worden als je de sleutel in de deur van het gebouw steekt.
De lift bevindt zich natuurlijk op de 12e verdieping. Je moet dus nog een paar minuten wachten. Het punt is dat, wanneer de lift arriveert en je instapt, de urgentie erger wordt. Eindelijk kom je bij je appartement. Je draait de sleutel in het slot van wat op dat moment de poort naar het paradijs is.
Je rent direct naar het toilet en je blik is gericht op het enige dat er op dat moment toe doet: de troon die zorgt voor het onmiddellijke genot om eindelijk je arme, gekwelde blaas te legen. En het beste gedeelte? Je plaste niet in je broek!
Waarom voel je meer drang om te plassen als je dichter bij de WC komt?
Hetzelfde gebeurt met gatro-intestinale motiliteit (Engelse link). Alles is in orde tot je plotseling beseft dat je naar het toilet moet en dat je er geen in de buurt hebt. Hoe langer je wacht, hoe erger het gevoel van urgentie wordt.
Je angst en spanning worden onmiddellijk erger, doordat al je aandacht op die specifieke fysieke behoefte is gericht. In dat soort situaties zouden zelfs de meest obsessieve personen met smetvrees, die in een miljoen jaar nooit een openbaar toilet zouden gebruiken, met plezier naar welk toilet dan ook gaan, hoe schoon, vies, walgelijk of onhygiënisch ook.
De wanhoop die we eerder beschreven en het voorbeeld van het openbare toilet gelden voor beide lichaamsfuncties (plassen en poepen). De vraag die we echter willen beantwoorden is: waarom voel je plotselinge drang om te plassen (of om een grote boodschap te doen) als je je bestemming nadert?
Welke mechanismen verhogen de drang om afvalstoffen uit het lichaam te verwijderen? Hoe activeren ze? Laten we meteen in dit onderwerp duiken.
Je geest en lichaam zijn niet gescheiden
Er is een diepgaand verband tussen fysiologische behoefte, orgaanfunctie (darmen en blaas), de hersenen, waar je je aandacht op richt, je context en de emoties (angst, spanning en wanhoop) waaruit de situaties bestaan die we hierboven beschreven.
We zijn er vrij zeker van dat als je een lijstje maakt van de dingen die je doet als je thuiskomt, naar de wc gaan ruim zou winnen. Dit lijkt misschien voor de hand liggend.
Of het lijkt dom om over na te denken, maar het heeft wel een wetenschappelijke verklaring. Om specifieker te zijn, dit fenomeen heeft een neurofysiologische, biochemische, emotionele en cognitieve verklaring.
Het is belangrijk om in gedachten te houden dat de samenleving over het algemeen de geest en het lichaam als twee gescheiden en verschillende dingen beschouwt. Dat komt omdat het dualisme tussen lichaam en geest, of cartesiaans dualisme, een idee is dat blijft aanhouden.
Neurowetenschappen, meer specifiek psycho-neuro-endocriene immunologie (P.N.E.I – Engelse link), hebben bewezen dat mensen bestaan uit lichaam en geest en dat onze systemen niet los van elkaar functioneren. Daarom hebben we een wetenschappelijke verklaring voor zoiets banaals als het gebruik van het toilet.
Een verklaring voor de intense drang om te plassen
Een reeks biochemische veranderingen vindt plaats wanneer je dicht bij je bestemming komt. Ten eerste herkent je lichaam je volle blaas of darmen en stuurt het een waarschuwing. De nieuw gefocuste aandacht op dat deel van je lichaam versnelt je drang om te gaan. Hoe meer je je erop concentreert, hoe meer je lichaam die behoefte activeert.
Aan de andere kant vergroot het feit dat je dicht bij huis bent, de plek waar je je veilig en kalm voelt, ook deze drang.
Deze stressvolle situatie activeert, bovenop de fysiologische mechanismen die optreden als gevolg van de angst om in je broek te plassen, de afgifte van adrenaline en cortisol. Het activeert ook een spanning en stress bij de buikspieren en een bijzondere focus op één gedachte: het toilet.
Deze drang om te plassen wordt ook wel de ‘sleutel-in-het-sleutelgat syndroom’ genoemd, zoal we aan het begin van het artikel vermeldden. Deze naam is ook op toepassing op de drang om de darmen te legen.
Het fenomeen is een perfect voorbeeld van de verbinding tussen de blaas, het maag-darmstelsel en de hersenen. Want hoewel je het lange tijd kunt volhouden, associeert je blaas urineren met thuiskomen. Dit activeert een drang die moeilijk te beheersen is.
Andere verklaringen
Als ik denk aan het gerinkel van de sleutels als ik de deur probeer te openen, kan ik niet anders dan aan Pavlov’s bel te denken. Geconditioneerde reflexen zijn verantwoordelijk voor dit fenomeen, net als bij het experiment van Pavlov.
Je hebt waarschijnlijk wel eens gehoord van de Russische psycholoog Ivan Pavlov, die een inmiddels beroemd experiment met een hond uitvoerde. Toen hij de hond te eten gaf, rinkelde hij ook met een bel. Na een tijdje probeerde hij de bel te rinkelen zonder eten aan te bieden. Hij merkte op dat de hond kwijlde zelfs als er geen voer aanwezig was.
Hetzelfde gebeurt als je moet plassen of drukken. Hector Galvan, de directeur van het Instituut voor Psychologie in Madrid zegt dat we het toilet associëren met onze fysiologische behoefte en dat het bewustzijn van onze fysieke sensaties ons bewustzijn activeert, wat ons vertelt dat we naar het toilet moeten.
Omgevingsfactoren die bijdragen aan de drang om te plassen
Ghei en Malone-Lee identificeerden vier omgevingsfactoren die ook de drang om te plassen veroorzaken.
- ’s morgens opstaan
- een sleutel in het slot
- een open kraan
- koud weer
Ze maken onderscheid tussen drang, een gevoel dat je het niet meer kunt ophouden en daadwerkelijke incontinentie als je in je broek plast. Ze stellen ook dat zorgen hebben en vermoeidheid het probleem kunnen verergeren.
Het geluid van stromend water klinkt bijvoorbeeld alsof iemand in het toilet plast. Als je een geluid hoort dat lijkt op hoe het klinkt als je plast, produceren je hersenen een associatie. Ze veroorzaken daardoor een toename van de samentrekking van je blaasspier (de detrusor).
Aan de andere kant voerden drie onderzoekers van de Nationale Universiteit van Colombia (Victor, O’Connell en Blavias) ook een pilotstudie uit. Ze evalueerden de omgevingssignalen die in deze omstandigheden stimuli met geconditioneerde reflexen zouden kunnen zijn.
De resultaten vielen gedeeltelijk samen met de onderzoeken van Ghei en Malone. Op de eerste plaats stond het opstaan ’s ochtends. De tweede plaats (88%) was onderweg naar het toilet. Op de derde plaats met 76% stond een volle blaas en op de vierde plaats (71%) stond de deur van je huis openen.
Denk niet aan het toilet
Je begint op te merken dat je moet plassen als je 150 of 200 ml vloeistof in je blaas hebt. Als je blaas vol is, kan niezen, hoesten of lachen lekkage veroorzaken. Maar je raakt niet alles kwijt omdat je de drang om te plassen kunt beheersen.
Het enige dat je moet doen is rustig blijven. Verminder je ongerustheid, denk niet aan het toilet en leidt jezelf af. Dat alles zal je helpen je blaas onder controle te houden. Dat gezegd hebbende, is het belangrijk om de drang om te plassen niet te vaak te weerstaan. Dit kan namelijk je organen beschadigen.
Uiteindelijk zit het allemaal in je hoofd. Je brein is de commandant, die realiteiten modelleert, bouwt en deconstrueert. Je geest, hersenen, emoties, cognities en alle systemen in je lichaam nemen deel aan deze ongelooflijke synergie.