De zelfmedicatie-theorie voor drugsverslaving
Wat houdt de zelfmedicatie-theorie precies in? Al sinds mensenheugenis zijn mensen op zoek naar medicinale planten of planten die stoffen bevatten die ze kunnen gebruiken voor curatieve of recreatieve doeleinden. Dit is misschien ook de reden waarom er tegenwoordig zo veel mensen zijn die psychoactieve stoffen consumeren.
Deze gewoonte maakt deel uit van de overtuigingen en ideeën van elk tijdperk met betrekking tot gezondheid en ziekten. Aan het begin van de twintigste eeuw zagen mensen verslaafden bijvoorbeeld als luie en verachtelijke wezens die niet genoeg wilskracht hadden om hun impulsen te beheersen.
Khantzian, een psychoanalyticus die drugsverslaafden behandelde aan de Harvard-universiteit, begon echter na te denken over de reden waarom drugsverslaafden geneigd zijn dit soort stoffen te consumeren.
Op basis van zijn bevindingen ontwikkelde hij de zelfmedicatie-theorie, die stelt dat de voornaamste reden voor drugsgebruik het onvermogen van een persoon is om negatieve toestanden te verdragen.
Tegenwoordig is drugsgebruik een vrij groot probleem geworden. Het heeft veel impact op de samenleving en grote sociale, juridische en politieke implicaties. Dit is de reden waarom veel mensen grondig onderzoek doen naar de oorzaken en gevolgen van verslaving.
Wat houdt de zelfmedicatie-theorie in?
Terwijl hij zijn patiënten bestudeerde, merkte Khantzian op dat ze allemaal minstens drie verschillende psychoactieve stoffen hadden geconsumeerd voordat ze de verslaving ontwikkelden waarvoor ze behandeld werden. Op dat moment vroeg hij zich af waarom zij die drugs verkozen boven andere. Toen kwam hij tot een conclusie.
Afhankelijk van de onderliggende psychische stoornis waaraan elke patiënt leed, kozen ze voor de drug die hun psychopathologische symptomen het meest verlichtte.
Een verlegen zakenman wendde zich bijvoorbeeld tot alcohol om zijn verkoopcijfers te verhogen. Een tiener met woedeproblemen gebruikte heroïne om zijn impulsen beter te beheersen. Beiden probeerden ze eerst meerdere drugs totdat ze de drug vonden die het meest effectief voor hen was. Dit leidde natuurlijk echter tot een ander probleem: verslaving.
Tegenwoordig moeten mensen volgens het handboek voor de classificatie van psychische stoornissen minstens twaalf maanden achtereenvolgend aan twee of meer van de onderstaande criteria voldoen om te kunnen spreken van een drugsverslaving.
- Consumptie van grote hoeveelheden psychoactieve stoffen gedurende een langere periode dan verwacht.
- Aanhoudende drang om het gebruik ervan te reguleren of stoppen, met steeds mislukte pogingen.
- Veel tijd investeren in de poging om aan de drug te komen, het te consumeren of ervan te herstellen.
- Intens verlangen om de substantie te consumeren.
- Aanhoudende consumptie kan ertoe leiden dat zij hun academische, werk- of huishoudelijke taken verwaarlozen.
- Het gebruik kan doorgaan, ongeacht de terugkerende problemen die het heeft veroorzaakt of erger heeft gemaakt in hun persoonlijke leven.
- Belangrijke sociale, beroepsmatige en recreatieve activiteiten laten lopen vanwege het middelengebruik.
- Aanhoudende consumptie ondanks het feit dat ze weten dat dit lichamelijke of geestelijke problemen kan verergeren of kan veroorzaken.
- Tolerantie.
- Ontwenning.
Zijn er bewijzen om de zelfmedicatie-theorie te onderbouwen?
Zoals we eerder al hebben uitgelegd, ontwikkelen patiënten, volgens de zelfmedicatie-theorie, stoornissen als gevolg van hun drugsmisbruik omdat ze lijden aan psychopathologische aandoeningen die er direct of indirect toe hebben geleid dat ze psychoactieve stoffen zijn gaan gebruiken als een manier om zichzelf te behandelen.
Deze hypothese is gebaseerd op de ontdekking van opiaatreceptoren in het centrale zenuwstelsel:
- Elke stof kan een effect op het centrale zenuwstelsel veroorzaken die gepaard gaat met interactie met specifieke hersenstructuren.
- De stof zelf (zoals heroïne of cocaïne), die herhaaldelijk op de hersenstructuren inwerkt, veroorzaakt een reeks veranderingen die het individu verslaafd maken.
Hoewel deze hypothese oorspronkelijk werd voorgesteld voor opiaten en psychostimulantia, is deze ook van toepassing op alcohol. Er zijn zowel gegevens voor als tegen de zelfmedicatie-theorie. Onderzoekers hebben gedeeltelijk bewijs gevonden bij patiënten met schizofrenie, evenals patiënten met persoonlijkheidsstoornissen.
Ter aanvulling op de theorie van Khantzian, zijn er ook andere historische hypothesen in beschouwing genomen. In feite is het debat nog altijd aan de gang. Het is duidelijk dat elke patiënt anders is. Elke patiënt heeft daarom een individuele diagnose en behandeling nodig.
“We zijn allemaal gewoon een stel verslaafden die worstelen met onze favoriete drug.”
-J. M. Storm-
Het gegeven dat deze theorie wetenschappelijk ondersteund kan worden betekent niet dat alle patiënten die verslaafd zijn aan drugs ook andere pathologieën hebben.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
Hall, D. H., & Queener, J. E. (2007). Self-Medication Hypothesis of Substance Use: Testing Khantzian’s Updated Theory. Journal of Psychoactive Drugs. https://doi.org/10.1080/02791072.2007.10399873