Zeer intelligente mensen zijn vaak onzekerder
Zeer intelligente mensen denken vaak meer na, zijn nauwkeuriger, twijfelen meer en zijn vaak onzekerder in hun dagelijks leven.
De meest arrogante types zijn echter van nature vol zelfvertrouwen omdat ze zich geen zorgen maken over de gevolgen van hun daden of omdat ze het effect van hun woorden niet afwegen. Bovendien kan het hen niet schelen of ze andere mensen misschien kwetsen.
Mensen zeggen “onwetendheid is een zegen”. We zijn het ongetwijfeld allemaal eens met deze uitspraak. Want we zijn waarschijnlijk allemaal al eens in contact gekomen met die essentie die zo kenmerkend is voor de menselijke domheid. We hebben het hier over situaties waarbij iemand met volledige verwaarlozing van gevoelens en rede handelt. Nooit zijn die mensen zich bewust van het effect dat sommige van hun gedragingen hebben.
“De intelligentie van iemand kan gemeten worden aan de hoeveelheid onzekerheden die hij aankan.”
-Immanuel Kant-
De meesten van ons kunnen een ‘onwetende’ persoon herkennen. Het is diegene die met vanzelfsprekende trots, vooringenomenheid en arrogantie handelt. Maar zelfs al herkennen we die personen, toch stellen we ons nog steeds die ene vraag. Waarom bezitten zij zoveel macht in ons leven?
De historicus Carlo M. Cipolla heeft gezegd dat we de enorme hoeveelheid domme mensen in de wereld onderschatten. Maar we moeten aan deze uitspraak nog iets toevoegen… Waarom heeft domheid in onze maatschappij dergelijke hoge machtsniveau’s bereikt?
Psychologen en sociologen vertellen ons dat er met dit gedragspatroon een interessant aspect verbonden is. De domste mensen vertonen vaak een verhoogd gevoel van zekerheid. Ze zijn roekelozer, ‘luider’ en dankzij deze eigenschappen hebben ze het vermogen om anderen te beïnvloeden.
Maar zeer intelligente mensen worden vaak gekenmerkt door onzekerheid. Ze bezitten een hoog niveau van persoonlijke reactie, reflectie en discretie.
Geen enkel van deze dingen heeft een impact. Bovendien leven we in een wereld waarin mensen onzekerheid nog steeds als een negatief kenmerk zien.
Zeer intelligente mensen onderwaarderen zichzelf vaak
We hebben nog steeds een enigszins verkeerd idee van zeer intelligente mensen. En dit is vooral waar wat betreft mensen die een erg hoog IQ hebben.
We beschouwen hen als competente mensen die altijd in staat zijn om de beste beslissingen te nemen. Of we zien hen als mensen die enorm doeltreffend zijn in hun werk, hun verantwoordelijkheden en hun dagelijkse verplichtingen.
Maar vaak speelt er hier iets anders mee. Veel intelligente mensen hebben last van sociale angstgevoelens. Ze voelen zich zelden volledig geïntegreerd in hun omgeving: op school, aan de universiteit, op het werk…
De psychiater en dokter in de neurowetenschappen Dean Burnett geeft hiervoor een verklaring. Mensen met een hoge intelligentie hebben ook de neiging om zichzelf voortdurend te onderwaarderen.
Dit is wat we nu het “oplichterssyndroom” noemen. Het is een stoornis waarbij de persoon zijn persoonlijke verwezenlijkingen en zijn mogelijkheden minimaliseert. Zo ondermijnt hij dus geleidelijk zijn zelfbeeld en zijn zelfvertrouwen.
Uiteraard mogen we toch niet veralgemenen. Er zijn wellicht mensen met een hoog IQ die erg zelfverzekerd zijn. Sommige mensen met een hoog IQ zijn de ladder van het succes opgeklommen en hebben dit met psychologische kalmte, consequent gedrag en doeltreffendheid gedaan.
Maar het eerste patroon komt meer voor. Intellectueel briljante mensen bezitten vaak een diepere waarneming van de werkelijkheid. Het is een realiteit die niet altijd gemakkelijk, aangenaam of zelfs betrouwbaar lijkt.
In deze ingewikkelde wereld, die onvoorspelbaar is en vol tegenstrijdigheden zit, zien zeer intelligente mensen zichzelf als ‘vreemd’, als aliens… Bijna zonder dat ze het beseffen, gaan ze uiteindelijk vaak zichzelf onderwaarderen. Ze doen dit omdat ze zichzelf niet in staat achten om zich aan te passen aan deze sociale dynamica.
Is onzekerheid dan echt zo ‘negatief’?
Het is waar dat een zelfverzekerd persoon aantrekkelijk en inspirerend is. We hebben graag mensen die in staat zijn snel beslissingen te nemen. Het zijn mensen die alles op een rijtje hebben en snel reageren. Maar… is het echt juist of zelfs wenselijk dat we altijd ‘zeker’ zijn van onszelf?
Het antwoord op deze vraag is: ja en nee. De sleutel is met mate en in evenwicht. Laten we even terugkeren naar de neurowetenschapper Dean Burnett en het over één van zijn welbekende boeken hebben: The Idiot Brain.
In het boek legt hij uit hoe in het algemeen de meest naïeve of ‘domme’ mensen de neiging hebben om het hoogste niveau van persoonlijke zekerheid te vertonen. Ze zijn die types mensen die niet in staat zijn te herkennen wanneer iets verkeerd is. Bovendien kunnen ze geen analytische bedachtzame manier van denken toepassen om vooraf het effect van bepaalde beslissingen, handelingen of commentaren te evalueren.
Maar het feit is dat ‘de idiote persoonlijkheid’ vaak meer sociaal succes heeft. Directeuren, ambtenaren of politici die bij hun beslissingen roekeloosheid, zelfzekerheid en kordaatheid ten toon spreiden, hebben vaak wat vele mensen als leiderschapsvermogen beschouwen.
Toch is die aanname echt gevaarlijk. Soms leggen we onze toekomst in de handen van mensen die het vermogen niet bezitten om de gevolgen van hun daden te evalueren.
Productieve onzekerheid
Onzekerheid die je vastzet en verlamt, is niet nuttig. Maar er bestaat een soort onzekerheid die ons dingen vertelt als ‘stop, wees voorzichtig en denk na voordat je handelt’. Dit soort onzekerheid kan wel nuttig zijn.
Maar dat is alleen het geval als we het gebruiken om ons te helpen een beslissing te nemen. Het is echter niet goed als we toelaten dat onzekerheid ons voortdurend tegenhoudt.
Zeer intelligente mensen hebben het vaak echt moeilijk wanneer ze die onzekerheid moeten verwerken. Dat komt omdat, zoals we al hebben vermeld, ze vaak, bovenop enkele andere kenmerken, een laag zelfbeeld hebben:
- Elk feit, gebeurtenis, gesproken woord, uitdrukking en houding gaan ze op een overdreven manier analyseren.
- Hun denkproces heeft vele ‘vertakkingen’. Hiermee willen we zeggen dat ze van het ene idee naar het andere springen en daarna naar nog een ander, totdat ze onder ideeën bedolven worden.
- Het zijn erg logische mensen en voor hen moet alles ‘passen’. Alles moet logisch zijn. Maar soms vereist het leven dat we het aanvaarden zoals het is, in al zijn irrationaliteit, chaos en eigenaardigheden.
Wat zij dus moeten doen, is ervoor zorgen dat hun onzekerheid hen niet langer isoleert in de stilstand van hun geraffineerde geest. Ze moeten hun onzekerheid leren verdragen. Dat kan door te aanvaarden dat het menselijk gedrag niet perfect is. Veel van wat in de wereld gebeurt, is niet logisch.
Daarenboven moet hun intelligentie absoluut zijn extreem ‘rationele’ grens doorbreken. Zij moeten zich richten op emotionele intelligentie, waar ze zullen ophouden zichzelf te onderwaarderen of het gevoel te hebben dat ze een buitenbeentje zijn.
Zelfs al geloven zij het niet, de wereld heeft hen meer dan ooit nodig om ‘het virus van de menselijke domheid’ te verslaan.