Teleologie: alles heeft een doel
Teleologie is een woord dat samengesteld is uit twee Griekse wortels: telos betekent ‘einde’ of ‘doel’ en logia betekent ‘spreken over’, ‘studie van’, of ‘een tak van geleerdheid’. In grote lijnen is teleologie dus een gebied van de filosofie dat de doelen of doeleinden van een wezen of een voorwerp bestudeert. Het is een benadering die de uiteindelijke oorzaken van een bepaalde werkelijkheid probeert te verklaren.
Teleologie, als term, dook voor het eerst op toen Wolff het in 1728 bedacht. Dit analysegebied ontstond echter oorspronkelijk bij de vroege Griekse filosofen. De eerste die over het onderwerp sprak was Plato en daarna nam Aristoteles het op vanuit een kritisch perspectief.
Teleologie is verbonden met de metafysica. Daarom is ze in verband gebracht met bepaalde religies, zoals die waarin de gelovers God als de uiteindelijke oorzaak van alles aanwijzen. In de wereld van vandaag brengt men het ook in verband met hypothesen over een bovennatuurlijke oorsprong van de werkelijkheid.
“…Natuurlijke dingen ontstaan ofwel onveranderlijk ofwel normaal op een bepaalde manier; maar van niet één van de resultaten van spontaniteit of toeval is dit waar… daaruit volgt dat ze voor een doel moeten zijn…”
Het grote beeld van teleologie
In de filosofie zijn er in principe twee theorieën die de veranderingen die in de natuur optreden verklaren. De eerste is het finalisme, geassocieerd met teleologie, en de tweede is mechanistisch. Het teleologische standpunt geeft aan dat men een verandering alleen kan begrijpen als het mogelijk is het verband te leggen met de uiteindelijke oorzaak die haar voortbrengt.
De mechanistische benadering suggereert dat de oorzaak van de verandering de onmiddellijke of bemiddelende fysische invloed is van de elementen waaruit de materiële wereld bestaat.
De teleologische verklaring had de overhand in de Middeleeuwen. Men geloofde dat de uiteindelijke oorzaak van alle verschijnselen te vinden was in de goddelijke mysteriën. Dit was een van de assen van de leer van de scholastiek die in die tijd gangbaar was.
De scholastiek was zowel een theologie als een filosofie. De figuur van de heilige Thomas van Aquino springt eruit als een centrale figuur. In feite herinterpreteerde hij de Aristotelische filosofie in een poging de nieuwe vertalingen van de filosoof, Averroës, met elkaar te verzoenen.
Het was een paradigma waarin logische of fysische waarheden slechts een instrument waren om de waarheden van het geloof te ondersteunen. De uiteindelijke oorzaak van alles zag men als God, in wie men de verklaringen voor de verschillende verschijnselen zocht.
Aristoteles en teleologie
Zoals we eerder vermeldden, was Plato misschien de eerste vermaarde denker die het idee van teleologie blootlegde. Het was echter Aristoteles die zich meer in het onderwerp verdiepte. Hij verwoordde het op een logische, begrijpelijke manier. Deze grote Griekse filosoof wees erop dat veranderingen door drie factoren kunnen ontstaan: natuur, kunst of techniek, en toeval.
Vanuit zijn gezichtspunt vereisen de veranderingen die door natuur, kunst of techniek veroorzaakt worden, dat er een doel wordt vastgesteld. Met andere woorden, er is een doel in alle wezens en voorwerpen en in de veranderingen die ze ondergaan. Alles gebeurt met een reden. Aristoteles poneerde het bestaan van vier mogelijke oorzaken:
- Materie of materiële oorzaak. De verandering wordt bepaald door de materie van het veranderende ding.
- Vorm of formele oorzaak. Een verandering wordt veroorzaakt door de vorm, schikking, of verschijningsvorm van het veranderende of bewegende ding.
- Agent of efficiënte oorzaak. Een wisselwerking van dingen los van het veranderende of bewegende ding veroorzaakt de verandering of beweging.
- Eind- of eindoorzaak. De verandering of beweging is ter wille van het ding om te zijn wat het is.
Uit deze rationalisatie concludeerde Aristoteles dat elke vorm van natuurlijk bestaan een doel heeft. Dit doel wordt bepaald door zijn vorm of zijn essentie, en ook door wat het wil zijn, wat ‘kracht’ genoemd wordt. Zelfs anorganische wezens worden door dit principe beschermd. Bijvoorbeeld, als een steen valt, doet hij dat omdat zijn doel is op de grond te zijn, wat zijn natuurlijke plaats is.
Tegenwoordig verwijst de term teleologisch naar de ontwikkeling van technologie voor specifieke doeleinden, zoals leermiddelen in een school.
Mechanisme en wetenschappelijke verklaring
Toen de Moderne Tijd begon, trok men de teleologie eerst in twijfel. Eenvoudig gezegd beweerde men dat de uiteindelijke oorzaken constructies van de menselijke geest waren. Dit betekende echter niet dat het universum werkte op basis van wat de mens aanwees.
Het mechanisme ontstond toen. Dit is een standpunt dat suggereert dat wat in de natuur gebeurt gebaseerd is op efficiënte oorzaken. Met andere woorden, het wordt veroorzaakt door de factoren die met het verschijnsel zelf samenhangen. Niet door wat er in de geest van het individu omgaat. Dit maakte de geboorte van experimentele wetenschap mogelijk.
Zelfs met de huidige kerkelijke leer suggereren mensen dat het kennen van Gods ontwerpen alleen mogelijk was door de oorzaken van natuurlijke verschijnselen te bestuderen.
Vanuit deze premissen ontwikkelden ze wat later de wetenschappelijke methode en de epistemologie werden . Het is de tak van filosofie die kennis analyseert en valideert.
Vanuit dit perspectief moeten alle verklaringen dezelfde logische vorm hebben en aan precieze wetten gehoorzamen om geldig te zijn. Dit was het paradigma dat op het gebied van kennis aan de teleologie opgelegd werd.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Ross, A. (2018). Teleología y naturaleza en Aristóteles. Síntesis. Revista de Filosofía, 1(2), 101-121.
- Huang, D. (2022). Normativity and Teleology in Husserl’s Genetic Phenomenology. Husserl Studies, 38(1), 17-35.
- Spaemann, R. (1991). Teleología natural y acción.
- Marcos, A. (2012). Figuras contemporáneas de la teleología. Diálogo filosófico, 28(83), 4-32.