Soms zegt 'ik geloof in je' meer dan 'ik hou van je'

Soms is ‘ik geloof in je en vertrouw je’ meer waard voor ons dan een ‘ik hou van je’. Uiteindelijk is liefde niets meer dan een label als het niet gepaard gaat met zinvolle handelingen die het bevestigen. Daden die de band met zorg en aandacht zullen versterken. Er zijn dan ook slechts weinig uitspraken zo waardevol als ‘Ik geloof in je. Ik ben er voor je.’

Al deze affectieve dynamieken worden bestreken in wat we tegenwoordig de ‘psychologie van vertrouwen’ noemen. Deze discipline is ontzettend nieuw en maakt nog geen deel uit van de gedragswetenschappen en de persoonlijkheidsleer. Wat deze studies echter hebben bewezen, is dat er maar weinig dingen de hersenen zo positief beïnvloeden als de wetenschap dat we onvoorwaardelijk worden gesteund door de mensen van wie we houden.

Wanneer je een significante band met iemand opbouwt, of het nu gaat om een ​​romantische relatie of een vriendschap, is er één ding dat je vaak het meest waardeert. Wat deze band versterkt, is absoluut en onvoorwaardelijk vertrouwen in die andere persoon. Als dit niet gebeurt, als je op een gegeven moment een gebrek aan harmonie of een leegte in deze vertrouwensrelatie opmerkt, zal er iets in je afbrokkelen.

We willen allemaal dat anderen in ons geloven wanneer we de doelen beschrijven die we willen bereiken, of wanneer het niet zo goed gaat, of wanneer we zeggen dat we er weer bovenop zullen komen… Als dit niet gebeurt, als de persoon die luistert een ironische opmerking maakt, negeert of betwijfelt wat we zeggen, dan beginnen de hersenen cortisol af te scheiden. Het stresshormoon spuit als een fontein en waarschuwt ons dat er iets niet klopt…

‘Ik geloof in je en ik blijf bij je tot het einde’ is meer waard dan duizend woorden

Vertrouwen is niet alleen een fundamenteel onderdeel van romantische relaties. Ook in het werkveld is het onmisbaar, iets waar veel bedrijven nog steeds geen rekening mee houden of dat ze niet waarnemen. De CEO van Yahoo eist bijvoorbeeld dat al zijn werknemers in hetzelfde complex werken. Hij wil nauwlettend kunnen toezien op elk proces binnen het bedrijf. Hij wil dat alle afdelingen één lijn volgen.

Iets dat in eerste instantie logisch lijkt, vertoont op psychologisch vlak verschillende nuances. Een tegenovergestelde benadering is die van Richard Branson, oprichter van de Virgin Group. In zijn geval hoeft hij niet al zijn werknemers in de buurt te hebben. Ze bevinden zich zelfs over de hele wereld.

Volgens Branson moet elke menselijke band gecreëerd worden op basis van vertrouwen. Als het dan ook aankomt op de impulsen, creativiteit en productiviteit van een werknemer, heeft niets een beter effect dan hem te vertellen: ‘Ik geloof in je vaardigheden en inzet, waar je ook bent. Ik geloof je als je me zegt dat je je best voor dit bedrijf zult doen.’

‘Ik geloof in je’ is veel meer waard dan een heel betoog. Het is een positieve versterking die je de vleugels geeft om te vliegen en de wortels om te blijven groeien. Het geeft je de zekerheid dat je allebei één doel hebt, één gemeenschappelijk doel. De gedragswetenschapper Ernest Fehr zei dat vertrouwen niet iets is dat als vanzelfsprekend moet worden beschouwd. Niet wanneer we van iemand houden of wanneer we een vriendschap of werkrelatie wensen te onderhouden.

Ik geloof in mezelf, maar ik wil ook dat jij in mij gelooft

Het nodig hebben dat anderen in je geloven, dat ze geloven in je waarde en de oprechtheid van je daden of woorden betekent niet dat je afhankelijk bent van hun bevestiging. Dit is een fundamentele pijler van elke relatie. Een kind heeft het van zijn ouders nodig om te kunnen groeien en autonomie, zelfrespect en zelfvertrouwen te krijgen. De leden van een relatie hebben het nodig om de relatie te waarborgen, stabiliteit te verkrijgen en gelukkig te zijn.

Een oprecht ‘ik geloof in je’ zal je angst en spanningen wegnemen als je je verloren voelt. Het zal je het gevoel geven dat je minder alleen bent en soms zal het je zelfs veel meer doen dan een ‘ik hou van je’. Dat je hier behoefte aan hebt neemt niets af van je waardigheid, in de verste verte niet… Want zelfs al is geloven in jezelf en je eigen kunnen essentieel, is het ook belangrijk om te ervaren dat de wortels van vertrouwen bij je dierbaren stevig zijn. Het is belangrijk om te weten en te voelen dat ze er zullen zijn en in jou zullen geloven, zelfs als je niet in jezelf gelooft.

De neurowetenschap legt overigens uit dat het ervaren van deze zekerheid en dit type versterking je in staat stelt oxytocine vrij te geven. Dit wordt ook wel het knuffelhormoon genoemd en speelt een belangrijke rol bij affectie, geluk en uiteindelijk sociale connectiviteit. Op dagelijkse basis genieten van dergelijke steun geeft dan ook vorm aan een soort onbaatzuchtig gedrag dat psychisch welzijn en een betere geestelijke gezondheid garandeert.

De behoefte aan steun is genetisch bepaald

Het lijkt misschien merkwaardig, maar de behoefte om anderen te vertrouwen zit in ons DNA gebakken. Kunnen rekenen op de steun van andere mensen is altijd de sleutel tot ons overleven geweest. Psychologen die hierin gespecialiseerd zijn vertellen ons dan ook dat om anderen zover te krijgen dat ze ons vertrouwen, we moeten beginnen met het vertrouwen van degene die voor ons staat.

Natuurlijk weten we dat dit soms moeilijk is, vooral als ons vertrouwen meer dan eens beschaamd is. Vertrouwen is echter het fundament waar de meest oprechte relaties op groeien. Het zal er tevens voor zorgen dat je gelukkigere relaties kunt ontwikkelen en meer solide werkprojecten kunt bereiken.