EMOTION: een programma voor kinderen met angst en depressie

Angst en depressie zijn twee ziektebeelden die ook in de kindertijd kunnen voorkomen. Dit is een van de redenen voor de ontwikkeling van het programma EMOTION. In dit artikel vertellen we je waar het uit bestaat.
EMOTION: een programma voor kinderen met angst en depressie
Gorka Jiménez Pajares

Geschreven en geverifieerd door de psycholoog Gorka Jiménez Pajares.

Laatste update: 16 mei, 2023

Emoties spelen een centrale rol bij angststoornissen en stemmingsstoornissen. Het is echter gebruikelijk om beide klinische entiteiten gegroepeerd te vinden onder de overkoepelende term emotionele stoornissen. Dit idee wordt deels ondersteund door pogingen om een gemeenschappelijk verklaringsmodel te vinden.Zo ontstaan transdiagnostische behandelingen, ook wel transdiagnostische interventies genoemd. Eén zo’n interventie is het programma EMOTION.

Als we alle klinische entiteiten zouden optellen die voorkomen in de verschillende classificatiesystemen van angst- en stemmingsstoornissen, zouden we uitkomen op een aantal van bijna 400. Het is geen verrassing dat zo’n breed scala ernstige moeilijkheden oplevert bij het vaststellen van hun etiologie, geldigheid en betrouwbaarheid.

Toch weten we dat er specifieke behandelingen zijn voor bepaalde stoornissen, zoals depressie, die ook de symptomen van andere, zoals angststoornissen, verminderen.

Transdiagnose

Als iemand tegelijkertijd aan depressie en angst lijdt , staat dat bekend als comorbiditeit. Achter het verschijnsel schuilt een specifieke factor die het optreden ervan verklaart.

Dit is de stelling van de transdiagnose. Die stelt dat verschillende stoornissen specifieke mechanismen gemeen hebben. Dat is vaak het geval bij angst- en stemmingsstoornissen.

Cognitieve biases: een transdiagnostisch mechanisme

Een van de mechanismen die het ontstaan en voortbestaan van emotionele stoornissen kunnen verklaren zijn cognitieve biases. Ze vormen namelijk verstoorde manieren om informatie te verwerken. Volgens Fonseca (2021):

  • Mensen met angst hebben meer cognitieve biases. Ze richten ook meer van hun aandacht op bedreigende stimuli.
  • De verschillende angststoornissen worden onderscheiden door de cognitieve bias evenals het type bedreiging. Bij de gegeneraliseerde angststoornis bijvoorbeeld concentreert het individu zich op toekomstige zorgen. Anderzijds concentreren OCD-patiënten zich op opdringerige gedachten en paniek over angstgevoelens.
  • Cognitieve vervormingen die zich richten op verlies zijn risicofactoren voor depressie. Geheugenvertekeningen en causaliteitsattributies komen ook voor bij depressie.

Wanneer ze geconfronteerd worden met een stressvolle stimulus en onder omstandigheden van kwetsbaarheid, maken angstige individuen een interpretatie van de dreiging. Ze denken bijvoorbeeld dat die hen gaat aanvallen of dat ze met rust gelaten worden. Dit kan normale emotionele reacties van angst of verdriet oproepen.

Cognitieve vertekeningen houden verband met de manier waarop we deze reacties bijwonen, interpreteren en ermee omgaan, tegelijk met het uitvoeren van emotionele reguleringsstrategieën.

“De rol die cognitieve vervormingen spelen is de sleutel tot het ontstaan van emotionele stoornissen in de kindertijd en adolescentie.”

– Muris –

Kind met donderwolken
Angst en depressie kunnen naast elkaar bestaan, zelfs bij kinderen.

Emotionele regulatie

Volgens Nolen-Hoeksema “bestaat emotionele regulatie uit de processen die mensen ontwikkelen om hun emoties te moduleren en zo te reageren op eisen uit de omgeving.” Er zijn vier belangrijke emotionele regulatiestrategieën, namelijk: ruminatie, onderdrukking, deactivering en vermijding. Maar, hoe staan ze in verband met angststoornissen en depressie bij kinderen?

  • Ruminatie en vermijding komen vaak voor. Het zijn terugkerende voorlopers van angstige en depressieve symptomen.
  • Significante ziektebeelden, zoals depressie of angststoornissen begunstigen copingstrategieën. Bijvoorbeeld ruminatie of vermijding.

De toediening van cognitieve gedragstherapie ter behandeling van angstsymptomen in de kindertijd heeft ook een beschermend effect tegen het ontstaan van depressie in de adolescentie.

EMOTION: een programma voor kinderen met angst en depressie

Het EMOTION-programma is een vorm van intensieve behandeling in 20 groepssessies. Het is bedoeld voor kinderen tussen 8 en 13 jaar die symptomen van angst en/of depressie vertonen. Er vinden twee sessies per week plaats. Ze duren tussen de 45 en 60 minuten.

Het doel is dat kinderen een breed scala aan vaardigheden verwerven, zelfs als ze een sessie missen. De therapie vindt plaats in schoolverband. De ouders spelen echter ook een belangrijke rol en nemen aan sommige sessies deel.

In het EMOTION-programma beginnen alle sessies met een dialoog over de positieve gebeurtenissen die zich sinds de laatste bijeenkomst hebben voorgedaan. De therapie is verdeeld in twee grote blokken van tien sessies.

Door het gebruik van metaforen kunnen de kinderen de inhoud van de therapiesessies beter begrijpen.

De eerste tien sessies

In de eerste tien sessies leren kinderen vaardigheden om hun symptomen van angst en depressie te beheersen:

  • Sessie één. Hierin wordt getracht de cohesie van de groep (ongeveer zes kinderen)te bevorderen door middel van verschillende dynamieken. De therapeut bepaalt de regels en wijst op het belang van het maken van huiswerk. Ze beginnen met de metafoor van de emotionele zonnebril.
  • In sessie twee legt de therapeut met de metafoor van de drie c’s (vangen, controleren en veranderen) uit hoe gedachten, emoties en handelingen met elkaar samenhangen. Ze maken daarbij gebruik van een gevoelsthermometer (Spaanse link). Hiermee kennen de kinderen een waarde toe aan de emoties die ze voelen, gebaseerd op de intensiteit ervan. Bijvoorbeeld, 0 zou ‘geen intensiteit in de emotie’ zijn, terwijl vijf ‘extreem sterk’ zou zijn.
  • In sessie drie presenteert de therapeut de metafoor van de emotionele detective. Het doel is dat kinderen de verbanden kunnen ontdekken tussen de lichamelijke sensaties die ze ervaren en hun emoties en gedragingen.
  • In sessie vier stelt het kind specifieke en persoonlijke doelen vast.
  • Sessies vijf, zeven, acht en negen richten zich op de ontwikkeling van probleemoplossende vaardigheden en strategieën. De kinderen voeren dit vervolgens uit met specifieke voorbeelden waaraan ze in de groep werken.
  • Sessie zes richt zich op cognitieve herstructurering. De kinderen voeren dit uit door hun gedachten en gevoelens met elkaar in verband te brengen.
  • In sessie tien stelt het kind specifieke en persoonlijke doelen vast.

“De metafoor van de zonnebril laat ons begrijpen hoe negatieve gevoelens de interpretaties die we in verschillende situaties maken kunnen veranderen.”

-Fonseca-

Kind praat met psycholoog
In de laatste sessies uiten de kinderen hun negatieve emoties.

De laatste tien sessies van EMOTION

In de laatste sessies (van 11 tot 20) voeren de kinderen zowel cognitieve herstructurerings- als expositieoefeningen uit. Deze zijn gericht op de reeks specifieke problemen die elk kind manifesteert. Ten slotte introduceert de therapeut in de twaalfde sessie de laatste metafoor: het vuilnismonster.

Ze gebruiken de vuilnismonstermetafoor als analogie voor negatieve zelfpraat. Hiermee kunnen kinderen namelijk een afstandelijker perspectief van het probleem aannemen.

In feite exterioriseren ze hun negatieve gedachten, omvatten ze en geven ze het uiterlijk van een monster. Daarnaast maakt dit het voor het kind mogelijk om ze te bediscussiëren en in twijfel te trekken. Om hun gemoedstoestand te verbeteren doen ze bovendien gedragsactiveringsoefeningen.

Zonder twijfel is het programma EMOTION veelbelovend. Na het uitvoeren van een interventie van dit type zijn namelijk significante verminderingen gevonden van de symptomen die klassiek met angst en depressie worden geassocieerd.


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.


  • Pedrero, F. E. (2022b). Manual de Tratamientos Psicológicos. Infancia y Adolescencia. Pirámide.
  • Bozal, R. G., Escandón, C. L., Márquez, P. G. O., & Díaz, N. S. (2014). Inteligencia emocional en el currículo de educación infantil: propuesta didáctica de las competencias emocionales. International Journal of Developmental and Educational Psychology, 623, 617-629.
  • Sandín, B., Chorot, P., & Valiente, R. M. (2012). Transdiagnóstico: nueva frontera en psicología clínica= Transdiagnostic: a new frontier in clinical psychology.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.