De oorzaken en behandeling van exhibitionisme

De oorzaken en behandeling van exhibitionisme
Sergio De Dios González

Beoordeeld en goedgekeurd door de psycholoog Sergio De Dios González.

Geschreven door Fátima Servián Franco

Laatste update: 27 december, 2022

De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) van de American Psychiatric Association omvat acht typische parafilieën en zeven ongespecificeerde parafilieën. De meest voorkomende parafilieën zijn fetisjisme, exhibitionisme, voyeurisme en seksueel masochisme.

Het hebben van een neiging tot of het hebben van een interesse in één of meer van de bovengenoemde categorieën vormt echter geen klinisch syndroom.Dat wil zeggen, dat een persoon een verlangen of een fantasie met betrekking tot een ongewoon seksueel onderwerp, wil nog niet zeggen dat er een probleem is. Het kan tot een stoornis leiden als de parafilie een emotioneel conflict veroorzaakt en iemand niet meer goed kan functioneren.

Wat is exhibitionisme?

Exhibitionisme is het ontbloten van het geslachtsdeel aan een vreemde om seksueel genot te verkrijgen. Het omvat geen seksuele handelingen op zich, het seksuele genot wordt namelijk verkregen door de genitaliën aan iemand anders te laten zien. Die personen zijn meestal vrouwen of kinderen.

Bovendien gaat het bijna nooit gepaard met een poging tot seksuele activiteit met de vreemde. Dit betekent dus dat ze zelden iemand verkrachten en meestal geen stoornis ontwikkelen.

Aan de andere kant onderdrukt de persoon die aan exhibitionisme doet dit, in plaats van op zoek te gaan naar een seksuele ontmoeting. De seksuele opwinding ontstaat door het uitkijken naar de confrontatie, met een gevoel dat vergelijkbaar is aan masturbatie.

Op dat punt is het belangrijk om onderscheid te maken tussen exhibitionisme en ontbloting. In tegenstelling tot het exhibitionisme, dat crimineel en medisch afgebakend is, impliceert het begrip ontbloting geen houding van seksuele inhoud. Het bestaat louter en alleen uit het tonen van iets in het openbaar. (Ripolles, 1982)

Een man opent zijn jas en toont zijn borstkas

Waarom genieten mensen van “flashing”?

Exhibitionisme begint vaak tijdens de adolescentie. De meeste exhibitionisten zijn getrouwde mannen. Deze huwelijken zijn echter tegenstrijdig. Ongeveer 30% van de gearresteerde mannelijke daders is exhibitionist. Ze hebben de neiging om met dit gedrag door te blijven gaan en 20% tot 50% wordt meer dan eens opgepakt.

De oorzaken van exhibitionisme in onvoldoende educatie. Bij deze parafilie associeert men een ongepaste stimulus met sterke seksuele activering van het individu. Het kan een seksueel geconditioneerde stimulus worden op andere momenten. Aan de andere kant komen deze situaties gewoonlijk voor tijdens de adolescentie. (Muse en Frigola, 2003)

Latere ervaringen van conditionering door middel van fantasieën en masturbatie versterken deze seksuele reacties. Er zijn ook factoren die personen vatbaar maken voor exhibitionisme, zoals problemen met het ontwikkelen van interpersoonlijke seksuele relaties of een gebrek aan zelfvertrouwen.

Exhibitionisten hebben de neiging om timide personen te zijn, die het moeilijk vinden om relaties te ontwikkelen met vrouwen. Daarom ervaren sommige exhibitionisten het verlangen en de daad op een moment dat ze een emotionele crisis ervaren, hoewel ze wel over een normaal niveau van socio-culturele intelligentie beschikken.

Man onbloot zich aan geschrokken vrouw

Aan de andere kant zijn het geen gevaarlijke personen. Bovendien doen ze hun slachtoffers geen geweld aan. Sommigen reageren zelfs op een onzekere manier en rennen weg als hun gedrag beantwoord wordt. Hun verlangen is namelijk om hun slachtoffers te verrassen, en een reactie van angst, afkeur of nieuwsgierigheid uit te lokken. Op die manier ervaren ze een gevoel van dominantie. Ze hebben een hekel aan onverschilligheid en spot.

Het gevoel van exhibitionisme is naar je naakte lichaam in de spiegel kijken, en te denken: “Als er nu visite komt, heb ik geen tijd om me aan te kleden.”

 Algemene criteria en dwangmatige factoren van exhibitionisme

Volgens de DSM zijn de criteria voor de diagnose van exhibitionisme de volgende:

  • Terugkerende en zeer opwindende seksuele fantasieën, seksuele impulsen of gedrag waarbij iemand zijn genitaliën blootstelt aan een vreemde, die dit niet verwacht, gedurende een periode van zes maanden.
  • Fantasieën, seksuele impulsen of gedrag dat klinisch significant ongemak of sociale, professionele of andere belangrijke activiteitsbeperkingen veroorzaakt.

Hoewel er niet veel onderzoek is gedaan naar het onderwerk, geloven artsen dat een exhibitionist nog worstelt met bepaalde gebeurtenissen tijdens de seksuele ontwikkeling in de kindertijd.

Je zou ook kunnen zeggen dat exhibitionisten lijden aan een zekere vorm van seksuele onvolwassenheid. Hoewel het paradoxaal lijkt, zeggen schattingen dat exhibitionisten lijden aan gevoelens van minderwaardigheid, en lijden aan problemen met zelfacceptatie of relaties. Bovendien zijn ze impulsief en antisociaal.

Iets dat onderzocht en bevestigd is, is dat de exhibitionist zich aan vreemden blootstelt vanuit een sterk dwangmatig verlangen. Ze zijn zich ook bewust van hun verlangen om de kijker te verrassen of te imponeren.

De meeste mensen die aan deze parafilie lijden hebben steeds terugkerende ideeën, gedachten, impulsen of beelden, die zij zelf als ongepast of storend ervaren. Dit veroorzaakt angstgevoelens en ook veel ongemak. Op die manier lijdt het emotionele ongemak tot het neutraliseren van deze dwangmatige gedachten door zichzelf in het openbaar te ontbloten.

Sensualiteit en exhibitionisme zijn twee concepten die adolescenten en jonge mensen met elkaar verwarren. Een blik en een sensuele glimlach zijn meer waard dan duizend foto’s van het naakte onderlichaam.

Man ontbloot zich in een park

Behandeling van exhibitionisme

Psychologische behandelingen voor exhibitionisme proberen genot om te lijden naar andere, meer gepaste seksuele fantasieën. De behandeling van exhibitionisme gebruikt dus voornamelijk psychotherapeutische interventies, vooral gebaseerd op gedrag en cognitieve technieken. Een behandeling kan ook medische ingrepen omvatten, gebaseerd op hormonen en medicijnen.

Cognitieve gedragstherapie

De cognitieve gedragstherapie verklaart de verwerving en het onderhoud van parafilieën via de paradigma’s van conditionering en de vorming van cognitieve schema’s. (Muse, 1996)

De grote meerderheid van de parafilieën manifesteren zich tijdens de puberteit. Daardoor geeft het de indruk dat er een kans is dat deze conditionering tot seksuele stimulatie vooral tijdens deze periode ontstaat.

Het veranderen van dit soort gedrag heeft dus vaak interventie op veel gebieden nodig. Het moet er een zijn die deze patronen door middel van klassieke en sociale conditionering doorbreekt. Bovendien moet het het basisschema’s van de cognitieve structuur van de persoon wijzigen. (Muse en Frigola, 2003)

Hoewel mannelijke hormonen ook een rol spelen in het behouden van de seksuele motivatie, het leren op jonge leeftijd bepaalt de richting van de seksuele interesse. Daarom is het gebruik van chemische middelen bij de behandeling van parafilieën meestal voorbehouden als aanvulling op psychotherapie. (Muse en Frigola, 2003)

Psychologische therapie is dus de enige manier om mensen die aan deze stoornis lijden te helpen. Hoewel het niet haalbaas is om het verlangen weg te nemen van exhibitionisme, kan therapie het verlangen functioneel maken. Dit door te werken aan de dwangmatige en ontregelende daad, en ook aan het schuldgevoel dat vaak de oorzaak is achter deze seksuele impuls.

Discretie is belangrijk als het gaat om een exhibitionist. Omdat ze nuchter zullen zijn in relatie tot arrogantie, overtuigd in relatie tot het onzekere. Gul in relatie tot het egoïsme, hardwerkend in relatie tot het comfortabele, en toegewijd in relatie tot het afstandelijke.

Bibliografie

Arteaga Vera, R. B. (2014). Tipificar la penalización de conductas delictivas que identifican las parafilias criminales, dentro del capítulo ii, del título viii, del libro ii, del código penal del ecuador (Bachelor’s thesis).

De Dios Blanco, E. (2007). Las parafilias: De Krafft Ebing a Kafka.

Diez Ripolles, J. L. (1982). Exhibicionismo, pornografía y otras conductas sexuales provocadoras: La frontera del derecho penal sexual.

Gamboa, I. (2006). La constitucion de trastornos sexuales en la Psiquiatria. Diálogos Revista Electrónica de Historia, 7(1).

Giordano, E. (2004). Apuntes para una crítica de los medios interactivos. De la degradación cultural al exhibicionismo tecnológico. Revista Iberoamericana de Educación, 36, 69-88.

Herrera, J. L. (2014). Una mirada a” La tupida copa de un árbol,” de Julieta García González: entre el voyeurismo, la pareidolia y el exhibicionismo. Romance Notes, 54(4), 131-141.

Jiménez, C. G. T. Seminario Temático: Parafilias.

Manual diagnóstico y estadístico de los trastornos mentales: DSM-5. Editorial medica panamericana, 2014.

Marshall, W. L., & Fernandez, Y. M. (1997). Enfoques cognitivo-conductuales para las parafilias: el tratamiento de la delincuencia sexual. Manual para el tratamiento cognitivo-conductual de los trastornos psicológicos, 1, 299-331.

Molina de la Cueva, M. F. (2017). Anteproyecto de ley reformatoria al artículo 175 del código orgánico integral penal, que establece la obligatoriedad de tratar psiquiátricamente a los agresores sexuales.

Muse, M., & Frigola, G. (2003). La evaluación y tratamiento de trastornos parafílicos. Cuadernos de Medicina Psicosomática y Psiquiatría de Enlace, 65, 55-72.

Romi, J. C. (2008). Las perturbaciones sexuales. Críticas a su inclusión como trastornos mentales en el DSM IV-TR. Revista de Psiquiatría Forense, Sexología y Praxis, 6(1), 24-49. 


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.


  • Arteaga Vera, R. B. (2014). Tipificar la penalización de conductas delictivas que identifican las parafilias criminales, dentro del capítulo ii, del título viii, del libro ii, del código penal del ecuador (Bachelor’s thesis).
  • De Dios Blanco, E. (2007). Las parafilias: De Krafft Ebing a Kafka.
  • Diez Ripolles, J. L. (1982). Exhibicionismo, pornografía y otras conductas sexuales provocadoras: La frontera del derecho penal sexual.
  • Gamboa, I. (2006). La constitucion de trastornos sexuales en la Psiquiatria. Diálogos Revista Electrónica de Historia7(1).
  • Giordano, E. (2004). Apuntes para una crítica de los medios interactivos. De la degradación cultural al exhibicionismo tecnológico. Revista Iberoamericana de Educación36, 69-88.
  • Herrera, J. L. (2014). Una mirada a” La tupida copa de un árbol,” de Julieta García González: entre el voyeurismo, la pareidolia y el exhibicionismo. Romance Notes54(4), 131-141.
  • Jiménez, C. G. T. Seminario Temático: Parafilias.
  • Manual diagnóstico y estadístico de los trastornos mentales: DSM-5. Editorial medica panamericana, 2014.
  • Marshall, W. L., & Fernandez, Y. M. (1997). Enfoques cognitivo-conductuales para las parafilias: el tratamiento de la delincuencia sexual. Manual para el tratamiento cognitivo-conductual de los trastornos psicológicos1, 299-331.
  • Molina de la Cueva, M. F. (2017). Anteproyecto de ley reformatoria al artículo 175 del código orgánico integral penal, que establece la obligatoriedad de tratar psiquiátricamente a los agresores sexuales.
  • Muse, M., & Frigola, G. (2003). La evaluación y tratamiento de trastornos parafílicos. Cuadernos de Medicina Psicosomática y Psiquiatría de Enlace65, 55-72.
  • Romi, J. C. (2008). Las perturbaciones sexuales. Críticas a su inclusión como trastornos mentales en el DSM IV-TR. Revista de Psiquiatría Forense, Sexología y Praxis6(1), 24-49.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.