De gebroken pot, een Hindoestaans verhaal over zelfbeeld
Dit is het verhaal over een man brood op de plank bracht door water op de markt te verkopen. Hij had zo’n 10 potten. Elke ochtend vroeg legde hij een paal op zijn schouders. Hij hing één pot aan elk uiteinde, droeg deze naar de put en vervolgens naar het dorpscentrum. Één van deze potten was echter gebroken. Raar genoeg was het deze gebroken pot die hij elke keer als eerste meenam. Hij droeg hem samen met de pot die in een goede staat verkeerde naar de waterput. Hij verzamelde geduldig het water en droeg het vervolgens ruim anderhalve kilometer op zijn schouders.
“Ik noem alles dat ons geluk schenkt ‘nuttig’.”
Wanneer hij op de markt aankwam, had de gebroken pot ondertussen al flink wat water verloren. De man kon dus slechts de helft van zijn gebruikelijke prijs hiervoor vragen. De goede pot liep daarentegen over, waardoor hij de volledige vraagprijs kon rekenen.
De schaamte van de gebroken pot
Er ontstond spoedig een discussie onder alle andere potten. Ze konden maar niet begrijpen waarom de man de gebroken pot zolang gehouden had. Het kostte hem immers dagelijks geld. Ook begrepen ze niet waarom hij deze elke dag steevast als allereerste vulde.
De gebroken pot begon zich te schamen. Hij hoorde al tien jaar bij de man en waardeerde hem enorm. Hij voelde zich slecht wanneer hij doorkreeg dat hij slechts een last was, en begreep — net als de anderen — niet waarom de man hem nog niet had weggedaan.
Hij herinnerde zich tijden waarin hij een geweldige pot was en erg nuttig was voor zijn eigenaar. Er was een tijd waarin hij geen enkele tekortkoming had. Het was één van de besten voor deze dagelijkse reis. Op een dag struikelde de man echter. Toen werd de pot gebroken en werd hij bijna onbruikbaar. Dit gebeurde al een hele poos geleden, maar toch weigert de man de gebroken pot weg te doen.
De weg naar de put
De man deed vaak iets wat de interesse van alle potten wist te wekken, inclusief die van de gebroken pot. Op bepaalde momenten tijdens zijn reisjes naar de put met al zijn lege potten, stak hij zijn hand in zijn broekzak en gaf hij water aan iets tijdens het lopen. Geen enkele van de potten wist wat dit ‘iets’ nou eigenlijk was.
Opeens stopte de man om dit voorwerp met zich mee te dragen en gooide hij het weg langs de kant van het pad. Later herhaalde hij dit, maar aan de andere kant van het pad. Alle potten waren hier erg nieuwsgierig naar, maar aangezien het iets was dat de man niet vaker deed, vergaten ze het snel en zo ook hun eigen nieuwsgierigheid.
Gesprekken tussen de intacte potten waren een ware kwelling voor de gebroken pot. Hij vond het verschrikkelijk dat hij zo nutteloos was. Hij berokkende degene die zo goed voor hem had gezorgd, continu schade. Vandaar dat hij zonder hier verder over na te denken, de man vroeg om hem weg te gooien.
Een prachtig moraal
Op een avond, toen de man klaar was om naar bed te gaan, riep de gebroken pot hem en zei hij dat hij graag met de man wilde praten. Deze hoorde de gebroken pot graag aan en luisterde zeer geboeid naar wat er verteld werd.
Zonder er nog langer bij stil te staan, zei de gebroken pot waar het op stond. Hij wist dat de man dit zou waarderen, maar hij was niet gewend zo nutteloos te zijn. Hij pot wilde niet gehouden worden uit een misplaatst soort schuldgevoel. De man zou hem weg moeten gooien en er voor goed een einde aan moeten maken.
De man lachte toen hij de gebroken pot hoorde praten. Hij vertelde hem dat hij nooit had overwogen om hem weg te gooien juist omdat hij wel heel nuttig was. “Nuttig?” vroeg de pot. Hoe kon dat nou als hij er elke dag voor zorgde dat de man een deel van zijn winst opgaf? De man vroeg hem om kalm te blijven. De volgende dag zou hij hem laten zien waarom hij hem zo op prijs stelde. De gebroken pot kon hierdoor nauwelijks slapen.
Het ontdekken van een doel
De volgende dag zei de man: “Kijk alsjeblieft goed om je heen onderweg naar de put.” Dat deed de gebroken pot dan ook. Hij keek van links naar rechts en kon alleen maar een prachtig pad vol bloeiende bloemen zien. Toen ze eenmaal bij de put aankwamen, zei hij tegen de man dat hij niks had gezien dat zijn eerdere vraag kon beantwoorden.
De man keek vol genegenheid naar de pot en zei: “Sinds je gebroken bent, heb ik nagedacht over hoe ik je het beste kon gebruiken. Dus besloot ik van tijd tot tijd zaadjes langs de weg te planten. Dankzij jou heb ik ze elke dag water kunnen geven tijdens de reis van de put naar de markt.”
“En wanneer alles in bloei staat, kan ik dankzij jou de bloemen naar de markt brengen en deze voor nog meer geld verkopen dan het water.” Vanaf dat moment begreep de gebroken pot wat een prachtig doel hij diende.