Cognitieve tekorten bij schizofrenie

Cognitieve tekorten zijn meestal het eerste waarschuwingssignaal voor schizofrenie. Deze tekorten maken het echter soms moeilijk om een juiste differentiële diagnose te krijgen.
Cognitieve tekorten bij schizofrenie
Cristina Calle Guisado

Geschreven en geverifieerd door de psycholoog Cristina Calle Guisado.

Laatste update: 27 december, 2022

Cognitieve tekorten bij schizofrenie kunnen ernstig zijn en worden vaak geassocieerd met functionele problemen. Helaas is het echter niet altijd eenvoudig om te identificeren wat de tekorten veroorzaakt zonder een compleet neuropsychologisch profiel.

Het is belangrijk op te merken dat deze tekorten niet het product lijken te zijn van de meestvoorkomende symptomen van schizofrenie (hallucinaties, gedachtestoornissen, wanen, enzovoort). Tot nu toe is er geen bewijs voor een direct verband tussen tussen de ernst van de hallucinaties of waanbeelden en de ernst van de cognitieve tekorten.

Individuen ervaren vaak cognitieve veranderingen met betrekking tot aandacht, oriëntatie en geheugen vóór enige psychotische symptomen. Aan de andere kant zijn sommige cognitieve veranderingen, zoals die gerelateerd aan aandacht en werkgeheugen, aanwezig. Deze blijven echter stabiel tijdens psychotische episoden.

Cognitieve veranderingen lijken onafhankelijk te zijn van de positieve en negatieve symptomen van schizofrenie.

In sommige gevallen, waarin patiënten bijvoorbeeld worden ontslagen na een lang verblijf in het ziekenhuis, blijkt uit onderzoek dat negatieve symptomen kunnen verbeteren, terwijl cognitieve stoornissen hetzelfde blijven of zelfs verergeren. Wat dit laat zien is dat deze twee elementen relatief onafhankelijk zijn van elkaar.

Cognitieve veranderingen en negatieve symptomen hangen echter nauw samen vanwege hun interactie. Toch is deze associatie niet eenvoudig te analyseren.

In het algemeen heeft het verliezen van interesse in dingen en het gevoel losgekoppeld te zijn van een project invloed op de cognitieve vaardigheden van een persoon. Als gevolg kan de combinatie van deze variabelen een grotere invloed hebben op de prognose.

Cognitieve tekorten bij schizofrenie

De effecten van cognitieve tekorten bij schizofrenie

Zoals we hierboven vermeldden, kunnen de cognitieve alternaties bij schizofrenie ernstig zijn. Ze beperken de persoonlijke autonomie en her vermogen van de patiënt om zijn dagelijkse taken uit te voeren.

  • Cognitieve tekorten kunnen het vermogen van een patiënt om sociaal te functioneren beïnvloeden vanwege tekorten in expliciet geheugen en het vermogen om de aandacht erbij te houden.
  • Tekorten in de uitvoerende functie, expliciet geheugen, het werkgeheugen en aanhoudende aandacht kunnen de beroepsfunctie van de patiënt beïnvloeden. Het brengt het vermogen om zich te kunnen concentreren, informatie te onthouden en nieuwe dingen te leren in gevaar.
  • Uitvoerende functietekorten, tekorten in het expliciete geheugen en werkgeheugentekorten kunnen ook het vermogen van het individu om onafhankelijk te leven beïnvloeden. Het beïnvloedt het vermogen van patiënten om dagelijkse taken uit te voeren, zoals koken, winkelen en persoonlijke hygiëne, om er maar een paar te noemen.

Oorzaken van cognitieve tekorten bij schizofrenie

Wetenschappers weten nog niet wat de oorzaak is van cognitieve tekorten bij schizofrenie. Sommige experts suggereren dat het mogelijk is dat deze cognitieve stoornissen een gevolg zijn van een behandeling met antipsychotica. Er zijn echter geen gegevens om die hypothese te ondersteunen.

Onderzoek toont aan dat conventionele antipsychotica een positief, zij het gematigd, effect  hebben op sommige fundamentele psychologische processen zoals aandacht. Het nadeel is dat ze ook motorische vaardigheden kunnen beïnvloeden.

We weten dus nog steeds niet of antipsychotica een oorzaak zijn van of een oplossing zijn voor cognitieve tekorten bij mensen met schizofrenie. Verder onderzoek kan meer licht werpen op dit onderwerp.

In 2018 publiceerden onderzoekers van de Universiteit van Baskenland UPV/EHU een studie die de effectiviteit van verschillende geneesmiddelen evalueerde bij het vertragen van cognitieve achteruitgang bij patiënten met Alzheimer. Om dat te doen evalueerden ze elke significante verbetering van cognitieve mutaties bij patiënten met Alzheimer.

Door middel van analyse van nieuwe klinische proeven op wereldniveau hebben onderzoekers een reeks methodologische verbeteringen aangebracht in geneesmiddelenonderzoek dat het functionele herstel van deze patiënten garandeert.

Cognitieve stoornissen bij patiënten met schizofrenie worden meestal ontdekt vóór behandeling met antipsychotica.

Medicijnengebruik bij schizofrenie

Niet-farmacologische behandeling

Een van de belangrijkste problemen met antipsychotica is dat ze alleen nuttig zijn voor de behandeling van positieve symptomen. Ze zijn niet erg effectief voor de negatieve symptomen van schizofrenie. Dit is de reden waarom ook andere behandelingen die niet op medicijnen zijn gebaseerd belangrijk zijn.

Ergotherapie bijvoorbeeld kan helpen bij de behandeling van aandachtsproblemen. Het kan de patiënt helpen zijn gerichte aandacht en concentratie te verbeteren met oefeningen gericht op stimulatie, concentratie en handenarbeid.

Alle behandelingen moeten worden afgestemd op de individuele behoeften van elke patiënt. Sommige anatomische en neurochemische veranderingen komen veel voor bij schizofrene patiënten. De heterogeniteit van de aandoening maakt het echter onmogelijk om een algemeen neuropsychologisch profiel op te stellen.


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.


  • Green M F. What are the functional consequences of neurocognitive deficits in schizophrenia? Am J Psychiatry 1996; 153: 321-30.
  • Hoff A L, Kremen W S. Neuropsychology in schizophrenia: an update. Curr Opin Psychiatry 2003; 16: 149-55.
  • O’Carroll R. Cognitive impairment in schizophrenia. Advances in Psychiatric Treatment 2000; 6: 161-8.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.