Allergische rhinitis kan psychosomatisch zijn

Wat veroorzaakt allergische rhinitis? In dit artikel proberen we deze vraag te beantwoorden door het probleem te behandelen als een psychosomatische ziekte.
Allergische rhinitis kan psychosomatisch zijn

Laatste update: 08 januari, 2024

Sommige gebieden van de psychologie, meer in het bijzonder de psychoanalyse, suggereren dat onderdrukte gevoelens, verlangens en problemen zich manifesteren in de vorm van gezondheidsproblemen. Eén zo’n aandoening is allergische rhinitis.

Psychosomatische aandoeningen zijn aandoeningen waarbij een psychische aandoening een organisch probleem bepaalt. Zulke aandoeningen zijn meestal resistent tegen medische behandelingen. In feite lijken ze alleen verlicht te kunnen worden door een mentale benadering. Dit lijkt het geval te zijn bij allergische rhinitis, samen met bepaalde andere allergische aandoeningen.

Allergieën zijn buitenproportionele reacties van het immuunsysteem op typisch onschadelijke prikkels in de omgeving. Bij allergische rhinitis reageert het lichaam onmiddellijk op een specifieke factor. Het laat antilichamen vrij en veroorzaakt ontstekingen in de slijmvliezen.

Waarom gebeurt dit vanuit een psychosomatisch standpunt?

“De staat van je leven is niets meer dan een weerspiegeling van de staat van je geest.”

Wayne W. Dyer

Man snuit zijn neus

Allergische rhinitis

Bij allergische rhinitis raakt het neusslijmvlies ontstoken. Lijders hebben vaak het gevoel dat hun neus verstopt is, waardoor ze moeilijk kunnen ademen. Ze hebben ook last van jeuk, irritatie en een loopneus. Dit gaat meestal gepaard met niezen en bindvliesontsteking. De aandoening vormt geen groot gevaar. Toch heeft het wel invloed op de kwaliteit van leven van de patiënt.

Mensen met rhinitis hebben vaak slaapproblemen. Ze merken ook dat hun sociale leven en algemene welzijn eronder lijden. Bovendien hebben ze moeite om zich te concentreren. De factoren die de aandoening veroorzaken zijn divers. Ze omvatten pollen, stof, dierenharen, schimmels en mijten.

Het aantal gevallen van allergische rhinitis is de laatste jaren toegenomen. Het komt vooral voor bij kinderen en tieners. Een aanzienlijk aantal volwassenen heeft er ook last van. Het heeft echter de neiging om te verdwijnen naarmate je ouder wordt. Deskundigen schatten dat ongeveer een derde van de wereldbevolking er ooit last van heeft.

Rhinitis en de geest

Psychoanalyticus Luis Chiozza en andere auteurs zoals Dahlke & Dethlefsen beweren dat ademhaling verbonden is met emoties. Meer specifiek, dat er een verband is tussen allergische rhinitis en verdriet, moedeloosheid en depressie. Chiozza beweert dat de lijder zich eigenlijk afgesnauwd voelt en effectief van zijn lucht ontdaan is.

Vanuit dit standpunt kunnen we allergische rhinitis zien als een reactie, niet op allergenen, maar op een afwijzing of een waargenomen gebrek aan steun. In feite is het een soort schreeuw om hulp die onopgemerkt blijft. Chiozza suggereert ook dat het te wijten kan zijn aan een gebrek aan inspiratie om creatief te produceren. Met andere woorden, de persoon mist inspiratie, wat zich uit in ademhalingsproblemen.

Chiozza en anderen brengen de stoornis ook in verband met een behoefte aan moederlijke genegenheid of op zijn minst veiligheid en bescherming. Ze beweren dat angst de ademhaling beïnvloedt. Dergelijke angst kan de vorm aannemen van verlies, verlating, schaamte of schuld.

Dit perspectief suggereert dat mensen met allergische rhinitis extreem gevoelig zijn voor het leven in het algemeen. Bovendien geven ze de voorkeur aan een leven zonder seksuele of agressieve prikkels. Daarom concentreren ze dit verlangen naar “steriliteit” in hun neus.

A woman blowing her nose.

Een neurowetenschappelijke hypothese

Onlangs heeft de neurowetenschap enige vooruitgang geboekt bij het bestuderen van allergieën en hun relatie met de geest. Een artikel (Engelse link) gepubliceerd in Frontiers in Psychology gaat over de relatie tussen allergische rhinitis en depressie. In deze studie onderzochten ze 200.000 patiënten.

Van de patiënten was ongeveer 70 procent “gezond”. Het resterende percentage leed aan rhinitis of andere allergieën. Op basis van verschillende tests bleek uit het onderzoek dat bij de “gezonde” mensen het risico op het ontwikkelen van een psychische stoornis 6,7 procent was. Bij allergische mensen was dit percentage echter 10,8 procent. Hoewel dit verschil niet significant is, is het zeker suggestief.

Het onderzoek concludeerde ook dat de mechanismen van deze ontstekingsziekten erg lijken op die van psychische stoornissen. Bovendien merkten de onderzoekers op dat ontstekingsremmende medicijnen vaak de symptomen van depressie verminderen.


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.


  • Martínez-Hernández, L. E., Segura-Méndez, N. H., Antonio-Ocampo, A., Torres-Salazar, A., & Murillo-Gómez, E. (2010). Validación del cuestionario SF-36 en pacientes adultos con asma y rinitis alérgica. Revista Médica del Instituto Mexicano del Seguro Social, 48(5), 531-534.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.