Ik ben niet zozeer de liefde zelf beu, maar wél haar teleurstellingen
We zijn – stuk voor stuk – een beetje gebroken. En we dragen deze (haar)scheuren en sentimentele scherven met ons mee, in de stille hoop de onoplosbare puzzel van ons hart ooit rond en gezond te maken. Altijd vanuit het vurige, of anders zacht smeulende verlangen, om opnieuw vér- en géliefd te worden. We willen weer verknocht en verslingerd raken, andermaal elkaars oogappel zijn. Helaas hebben teleurstellingen in het verleden onze vingers en voelsprieten al méér dan eens verbrand…
Vaak wordt wel waarschuwend gezegd dat wanneer we bereid zijn om iets voor iemand te doen, we mogen, of zelfs moéten verwachten dat deze persoon ons – op een gegeven moment – zal teleurstellen. Het is bijna alsof pijn per se permanent op de loer ligt, of inherent is aan de liefde, aan affectie en genegenheid. Maar ook dat is – gelukkig – niet geheel waar.
Ik ben recentelijk gestopt met het initiëren van de interactie tussen mezelf en mensen die ik misschien wel zou willen leren kennen. Wellicht waren mijn voorstellingen te voorbarig, en mijn verwachtingen te hoog, van zulke vergankelijke, voormalige vreemdelingen, die nimmer genoeg teruggaven. Of was het bovenal mìjn fout, dat ik mijn hart schonk aan hen die alleen op een (wederzijdse) ‘gebruikerslicentie’ uit waren? Hoe het ook zij, al deze ontgoochelingen hebben me inmiddels uitgeput achtergelaten…
Ons emotionele en sociale brein snakt immers naar, smeekt soms zelfs om, de zeker- en veiligheid van een betrouwbare beminningsband. Die gevoelsmatige garantie staat, vanuit instinctief, evolutionair oogpunt, namelijk gelijk aan overleving. Wat mede verklaart waarom we (fysiek en psychologisch) zozeer lijden onder teleurstellingen en tegenslagen. Een tere, schrijnende snaar in ons breekt, en begeeft het. Het warme bad van de relatie loopt leeg, en we voelen de kou en leegte als nooit tevoren.
In bepaalde gevallen leggen we mogelijkerwijs te veel druk op de schouders van onze geliefde(in-spé), of zijn onze verwachtingen te hooggespannen. Voornamelijk vanuit de behoefte aan preventieve zelfbescherming: de wens om vooral niet gekwetst te worden. We willen weten, horen, en bevestigd krijgen, dat degene aan wie we onze liefde bieden, ons niet zomaar in de steek zal laten, of onze intieme verbinding plotsklaps zal verbreken.
Hoe vaak het ook in de volksmond genomen wordt, haast niemand is er – in de praktijk – klaar voor om teleurstellingen ín en ván onze (alledaagse) relaties te accepteren als de ‘gewoonste zaak van de wereld’.
Groothartig liefde blijven geven, ondanks alle verdriet, en alle pijn
We zijn gewend aan de geruststelling dat teleurstelling normaliter niet het gevolg is van ons eigen (ongepaste) gedrág. Kortom: het is níet de schuld van wat we doen, maar eerder van wat (of hóe) we denken. Desillusies komen aldus voort uit valse verwachtingen, die we op de werkelijkheid (ínclusief onze vrienden, familie en geliefden) projecteren. Natuurlijk gaat deze regel niet altijd op – er zijn uitzonderingen. Zoals wanneer één van de betrokkenen zich – tegen alle sociale conventies in – buitengewoon hardvochtig, onbehulpzaam, of naargeestig opstelt.
Binnen de context van een goede, hechte vriendschap, verwacht je bijvoorbeeld niet dat de ander jou, achter je rug om, bekritiseert. Of, als steeds verder op leeftijd rakende oudere, verwacht je niet pardoes in de steek gelaten te worden door je kinderen. Wie zélf liefheeft, en geloofd geliefd te zijn, verwacht namelijk nooit onheus bejegend, of vergeten te zullen worden, door zijn partner, bloed- of zielsverwanten.
Sommige teleurstellingen snijden door merg en been. Oprecht liefde geven, aan jezelf, op zulke hartverscheurende momenten, is (aanvankelijk) een schier onmogelijke missie. Wat je nodig hebt is (de) tijd, die jou met nederige naaldenprikjes weer in-één-vlecht-en-hecht, die je wonden geduldig geneest. Om de brokstukken, die in de ogen van je geest onherstelbaar beschadigd lijken, toch te repareren, zelfs als je daar mentaal totaal geen vertrouwen in hebt.
Volgens een studie van emotioneel psycholoog Ethan Kross, wiens bevindingen werden gepubliceerd in de ‘Notulen van de Natuurwetenschappelijke Academie‘, worden afwijzingen, verraad, en ernstige teleurstelling door onze hersenen op identieke wijze geregistreerd en geïnterpreteerd als een traumatische fysieke impact (zoals een val, een klap, of een brandwond).
Het neurologische gebied dat tijdens zulke ongelukken het meest geactiveerd raakt, is de ‘insula’, of de insulaire cortex, die direct geassocieerd wordt met de ervaring van pijn(prikkels). Dit alles bewijst dat ook in de beleving van ons brein, een teleurstelling impliciet voelt als het verbroken worden van een verbond, die ons bescherming bood. Het vertegenwoordigt het thans verloren vertrouwen dat we in iets, of in iemand, (gesteld) hadden. Om ín of ná zulke situaties opnieuw ons hart te vergeven, is geen eenvoudige opgave. Tóch kan dat, die overgave, het beste medicijn zijn om je (open) wonden weer te helen. Dat jouw liefde groter en grootser is dan iedere teleurstelling, en zelfs niet beantwoord meer hoeft te worden, om bestendig te blijven branden.
Krijg (nooit) genoeg van liefde géven, en blijf altijd van jezelf houden
Er bestaan teleurstellingen die je innerlijk geen geweld aandoen. Die je simpelweg kunt accepteren, zoals een bevlogen rozenkweker, die haar doornen voor lief neemt; of zoals je drinkt uit die gebroken-maar-gelijmde mok met het scherpe randje, omdat die je zo dierbaar is. Want we knappen weer op, vergeven het verleden, en gaan vol goede moed verder met ons leven – zonder ons hart in steen te laten veranderen. Met een hart van steen val je namelijk geheid, steeds kouder en steeds dieper, in de bodemloze put van faalangst, neerslachtige kwetsbaarheid en claustrofobisch zelfmedelijden.
Authentieke liefde doet geen pijn. Onvoorwaardelijke vriendschap verraadt ons niet. Iemand die écht en oprecht van je houdt, zal je misschien één keer stevig teleurstellen, maar wat dat betreft nooit in herhaling vallen. Reflecteer daarom, alsjeblieft, op de volgende drie levenskunst-strategiëen, of zogeheten coping mechanismen, die je zullen helpen om zulke lastige liefdesperikelen glansrijk te boven te komen.
Een teleurstelling bezorgt ons, behalve een boel kopzorgen en steken in ons hart, ook een onwrikbaar gevoel van kwetsbaarheid. Als iemand zich in benarde tijden bewust wordt van zijn eigen fragiliteit, dan is de primaire remedie niet zozeer het géven van liefde, maar het ontvángen daarvan. Of beter gezegd nog: de vereniging van die twee, ín en vóór zichzelf, ten bate en behoeve van hun innerlijke integriteit, kracht, en intrinsieke eigenwaarde. Zo’n (broos) herstellingsproces vergt tijd, aandacht, en het inwendig cultiveren van de juiste intentie.
Bovenop onze ver-stand-houding met tijd, dienen we – van binnenuit – bovendien de spreekwoordelijke oorlogstrom te roeren tegenover drie bijzonder basale emoties: woede, onmacht en pessimisme. Teleurstellingen kunnen de grond onder onze voeten vandaan slaan, en ons doen geloven dat niets ooit meer hetzelfde zal zijn. Geef deze drie zwartgallige krijgsheren daarom geen zetel meer rondom het kampvuur van je hart, en verban ze uit je psychologische territorium.
Realiseer, dat je niet had verdiend, wat jou wél overkomen is; maar zie tegelijk kraakhelder in, dat je het nóg minder verdient, om (levenslang) te blíjven lijden. Kies, vanuit dit lucide inzicht, daarom niet voor wrok en wraak als dagelijkse (emotionele) kost. Schrijf jezelf geen verbittering voor, als verdovend ‘medicijn’. Want de bijwerkingen zullen je voorgoed vertwijfelen, en vernietigen.
Her-inner je, in plaats daarvan, dit onmisbare devies: houd van jezelf – zonder mitsen of maren. Kies, vóór alles en iedereen vòòr je-(ware)-zelf. Ga voorbij aan al je angsten, onzekerheden en verbolgenheid. Durf hoop te hebben, en – boven alles – te blijven vertrouwen ín en óp de liefde. Want het enige wat uiteindelijk echt de moeite waard is, is: je liefde opofferen, in het belang van louter de Liefde zelf. Weet, zelfs tot in je meest gekrenkte vezels, dat er – ondanks alle teleurstellingen – toch altijd goede mensen zijn, in de wereld, en in jouw nabijheid.