Zes beroemde filosofen en hun definities van geluk
Geluk is een van de moeilijkste woorden om te definiëren. Inderdaad, het geluk van de mysticus heeft niets te maken met dat van de man met macht, of met dat van de gewone mens.
Net zoals we in het dagelijks leven verschillende definities van dit gevoel vinden, zijn er ook verschillende benaderingen in de filosofie. Hier zijn er een paar.
“De gelukkigen zijn een uitzondering die onschuldig genieten van hun eenvoudige geluk.”
1. Aristoteles en het metafysische
Voor Aristoteles, de meest vooraanstaande van de metafysische filosofen, was geluk het hoogste streven van alle mensen. De manier om dit te bereiken was, vanuit zijn oogpunt, deugd. Met andere woorden, als je de hoogste deugden cultiveert, zul je gelukkig zijn.
Aristoteles gaf aan dat geluk meer een levensstijl is dan een specifieke staat. Het kenmerk van deze levensstijl is om constant het beste te gebruiken dat elk mens heeft. Hij beweerde dat het ook nodig was om voorzichtigheid van karakter te cultiveren en een goede ‘daimon’ te hebben. Daarom staan zijn stellingen over geluksgevoelens bekend onder de naam ‘eudaimonia’.
Aristoteles zorgde voor het filosofische fundament waarop de christelijke kerk werd gebouwd. Daarom is er een grote overeenkomst tussen wat deze denker voorstelde en de principes van de joods-christelijke religies.
2. Epicurus en de hedonist
Epicurus was een Griekse filosoof die heel anders was dan de metafysici. Hij geloofde niet dat geluk alleen uit de geestelijke wereld kwam, maar verband hield met meer aardse dimensies. Hij richtte zelfs de ‘School of Happiness’ op en kwam met zijn ideeën tot enkele interessante conclusies.
Epicurus bracht het principe naar voren dat evenwicht en matigheid de oorzaak waren van geluk. Deze benadering werd belichaamd in een van zijn grote stelregels “Niets is genoeg wie voor genoeg klein is.”
Hij was van mening dat liefde weinig te maken heeft met gelukkig zijn en beweerde echter dat vriendschap dat wel doet. Hij drong ook aan op het idee dat je niet moet werken om materiële zaken te verkrijgen, maar uit liefde voor wat je doet.
3. Kant en geluk als plicht
De Duitse filosoof Immanuel Kant stelde dat geluk een van de hoogste plichten van de mens is. Volgens deze filosoof is het eigenlijk opgebouwd uit karakter en de ethiek waarmee je je gedrag stuurt. Met andere woorden, geluk is een verplichting, maar tegelijkertijd moeten je acties ervoor zorgen dat je het verdient. Hij beweerde dat “het verzekeren van iemands geluk een plicht is.”
4. Nietzsche en de kritiek op geluk
Nietzsche dacht dat vreedzaam en zorgeloos leven een wens is van middelmatige mensen, die geen hogere waarde aan het leven hechten. Hij beschouwde het concept van gelukkig zijn als ‘goed zijn’, vanwege gunstige omstandigheden, of geluk. Hij zag het echter als een kortstondige toestand.
In zijn optiek zou geluk in feite een soort ‘ideale staat van luiheid’ zijn. Met andere woorden, geen zorgen of angsten hebben. Aan de andere kant beschouwde hij het ook als een vitale kracht, een geest van strijd tegen alle obstakels die vrijheid en zelfbevestiging beperken.
Voor Nietzsche betekende gelukkig zijn dus de levenskracht kunnen testen, door tegenspoed te overwinnen en originele manieren van leven te creëren.
5. José Ortega y Gasset en geluk als convergentie
Ortega y Gasset geloofde dat geluk wordt gevormd wanneer ‘geprojecteerd leven’ en ‘effectief leven’ samenvallen. Met andere woorden, wanneer wat je wilt zijn samenvalt met wat je werkelijk bent.
“Als we ons afvragen waaruit deze ideale geestestoestand, geluk genoemd, bestaat, vinden we gemakkelijk een eerste antwoord: geluk bestaat in het vinden van iets dat ons volledig bevredigt.
Strikt genomen vraagt dit antwoord ons alleen waaruit deze subjectieve staat van volledige bevrediging bestaat. Aan de andere kant, welke objectieve voorwaarden moet iets hebben om ons tevreden te stellen.”
Daarom geloofde hij dat alle mensen het potentieel en het verlangen hebben om gelukkig te zijn. Dit betekent dat iedereen de eigen realiteit van geluk definieert. Als je die realiteiten echt kunt bouwen, dan zul je gelukzalig gelukkig zijn.
6. Slavoj Zizek en geluk als een paradox
Deze filosoof suggereerde dat gelukkig zijn een kwestie van mening is en geen kwestie van waarheid. Hij beschouwde het als een product van kapitalistische waarden, die impliciet eeuwige bevrediging door consumptie beloven.
In de mens heerst echter ontevredenheid, omdat ze in werkelijkheid niet weten wat ze willen. Iedereen gelooft dat als ze iets bereiken (iets kopen, hun status verhogen, enz.), ze gelukkig zullen zijn. Maar in werkelijkheid, onbewust, is wat ze willen bereiken iets anders. Daarom blijven ze ontevreden.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Carosio, A. (2008). El género del consumo en la sociedad de consumo. La ventana. Revista de estudios de género, 3(27), 130-169.
- Sansone, R. A., & Sansone, L. A. (2010). Gratitude and well being: the benefits of appreciation. Psychiatry (Edgmont), 7(11), 18. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3010965/
- Thoreau, H. D. (2013) .Walden. Errata Naturae.