Welke kwellingen ervaart de gelukkigste man ter wereld?
Matthieu Ricard is een Tibetaanse boeddhistische monnik. Hij is betrokken in het onderzoek naar de effecten van geestelijke training op onze hersenen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de universiteiten van Wisconsin-Madison, Princeton, en Berkeley. De studie onderzoekt dus de hersenen van de gelukkigste man ter wereld.
Wetenschappers van de universiteit van Wisconsin beweerden dat Matthieu de gelukkigste man ter wereld is (of toch minstens de gelukkigste van alle mensen die aan de studie deelgenomen hebben). Gedurende een studie van twaalf jaar hebben ze de activiteit van zijn hersenen geanalyseerd. Het onderzoek richtte zich op enkele belangrijke factoren zoals meditatie en mededogen.
Aan de hand van verschillende technieken en met een aantal toestellen hebben zij zijn hersenen bestudeerd. Eén van die middelen was de functionele kernspintomografie (fMRI). Ze stelden veel activiteit vast in zijn linkse prefrontale hersenkwab. Dit deel van de hersenen verbinden we met positieve emoties.
In 2004 heeft de National Academy of Sciences de resultaten gepubliceerd. Ze hebben een zodanig grote invloed gehad dat ze de vijfde meest geraadpleegde wetenschappelijke referentie aller tijden zijn.
“Geluk bestaat meer uit de kleine gemakken en plezierige momenten die elke dag gebeuren, dan uit de grote delen geluk die een mens in de loop van zijn leven maar zelden overkomen.”
-Benjamin Franklin-
Volgens de gelukkigste man ter wereld vernietigen we het geluk door vergelijkingen te maken
De gelukkigste man ter wereld heeft het over hoe we onszelf steeds weer vergelijken met anderen. Volgens hem is het precies deze gewoonte die gelukkig zijn vernietigt. Deze monnik heeft ook gezegd dat hij niet akkoord is met de “titel” van gelukkigste man ter wereld die ze hem gegeven hebben. Hij noemde het “absurd.”
De neurowetenschap heeft dus onthuld wat de gelukkigste man ter wereld ongelukkig maakt: vergelijkingen. Zij menen dat we slechts een klein deel van het leven van andere mensen zien, wanneer we onszelf met hen vergelijken.
Want wanneer we onszelf met andere mensen vergelijken, richten we ons alleen op de goede of de duidelijke aspecten. Eigenlijk negeren we het deel van de ijsberg dat zich onder het water bevindt.
Als je iemand ziet die succesvol is, dan denk je meestal dat die persoon geluk gehad heeft. Je gaat er dan precies van uit dat ze zich toevallig op het juiste moment op de juiste plaats bevonden. Maar je ziet zelden het volledige proces en alle opofferingen die ze moesten maken.
Je ziet dus alleen het resultaat. Maar je ziet de moeilijke delen niet. Eigenlijk zie je meestal heel weinig van de moeilijke perioden die iemand heeft doorgemaakt. En dat is de reden dat je je minderwaardig en ontevreden gaat voelen wanneer je jezelf met anderen vergelijkt.
“Iedereen is een genie. Maar als je een vis beoordeelt op zijn vermogen om in een boom te klimmen, dan zal hij zijn hele leven geloven dat hij dom is.”
-Albert Einstein-
Geluk komt met de jaren
Andrew Oswald heeft aan de universiteit van Warwick onderzoek gedaan. Hij heeft meer dan vijfhonderdduizend mensen geëvalueerd verspreid over heel Europa en het Amerikaanse continent. Zij hebben vastgesteld dat geluk met de jaren komt. Het is eigenlijk deze studie die het onderzoek van de universiteit van Wisconsin heeft aangesticht. Zij hebben de gelukkigste man ter wereld ontdekt.
Het begin van de volwassenheid kan optimisme en vreugde met zich meebrengen. Maar dan worden de dingen geleidelijk ingewikkelder. Als we veertig jaar oud worden ervaren we een crisis.
Bepaalde studies van sommige Amerikaanse instellingen hebben hierover gegevens verzameld. Dat is onder andere het geval bij een studie uitgevoerd door de General Social Survey in de Verenigde Staten. De ongelukkigste mensen zijn meestal tussen veertig en vijftig jaar oud. De gelukkigste mensen zijn ouder dan zeventig jaar.
En het heeft bovendien weinig te maken met het inkomen of de gezondheid. Layard heeft aangetoond dat zodra je een jaarlijks inkomen hebt van vijftienduizend dollar (of een gelijkwaardige koopkracht), een stijging in het BNP van een land geen enkele invloed heeft op het niveau van welzijn. Nog volgens Layard zijn Amerikanen (gemiddeld) rijker dan de Denen. Maar ze zijn niet gelukkiger.
We hebben het dus al gehad over de leeftijdsvariabele. Maar daarnaast draagt dagelijkse meditatie ook bij tot gelukkig zijn. Dat is tenminste wat de wetenschap zegt. Want het onderzoek over meditatie en mededogen heeft onthuld dat dagelijks twintig minuten mediteren voldoende is om je gevoel van welzijn te laten stijgen.
Terwijl mensen mediteerden, vertoonden de beelden een grote activiteit in de linkse prefrontale hersenkwab, meer dan in de rechtse. En dit betekent dat de meditatie mensen hielp om gelukkiger te zijn.