Wat is morele ontkoppeling precies?
Waarom stelen sommige mensen en brengen ze anderen zoveel schade toe? Hoe kunnen sommige individuen een dubbelleven leiden en hun partners en kinderen bedriegen? Waarom liegen sommige mensen voortdurend? We stellen onszelf vaak dit soort morele vragen.
Het is zelfs gebruikelijk dat we antwoorden zoeken op dit soort vragen over immoreel gedrag in de samenleving. Albert Bandura, de Canadese psycholoog, beantwoordde ze via zijn theorie van morele ontkoppeling.
Morele ontkoppeling
Bandura zag morele ontkoppeling als “een geheel van cognitieve en gedragsmatige zelfreguleringsmechanismen die het mogelijk maken om storend en crimineel gedrag te rationaliseren en te legitimeren, door de gebruikelijke remmende barrières die verband houden met morele oordeelsvorming te deactiveren.”
Morele ontkoppeling is een psychologisch construct dat rekening houdt met de cognitieve processen van mensen die crimineel gedrag vertonen.
Naarmate onze prefrontale cortexen rijper worden, hebben wij als mensen de neiging om controle te krijgen over ons gedrag. Bovendien verwerven we waardeschalen en grenzen waarmee we onderscheid maken tussen moreel en immoreel gedrag. Bandura beweerde dat we ons gedrag vanaf de geboorte opbouwen. Dit gedrag wordt versterkt en/of gestraft.
Maar kan iemand aardig zijn en tegelijkertijd onmenselijke handelingen verrichten? Het antwoord is ja. In feite gebeurt dat in het proces dat Bandura identificeerde als morele ontkoppeling.
De verklaring van morele ontkoppeling
Onder morele ontkoppeling verstaan we de mentale mechanismen die een individu gebruikt zodat hij bepaald storend of immoreel gedrag van zichzelf of anderen als niet zo slecht of schadelijk ervaart.
Het doel van deze ontkoppeling is om immoreel gedrag te rechtvaardigen. Bovendien zorgt het ervoor dat de dader niet het gevoel heeft dat hij zijn zelfbeeld en zelfconcept schaadt.
Maar, hoe vindt morele ontkoppeling plaats? In feite kan het worden opgevat als een deactivering van de zelfbeheersing. Dit komt door de werking van verschillende mechanismen die het gedrag of de handelwijze van het individu beïnvloeden. Bijvoorbeeld:
- Morele rechtvaardiging. Een individu rechtvaardigt zijn handelingen voor eigen doeleinden.
- Eufemistisch taalgebruik. Ze ervaren de schadelijke handeling als minder ernstig door neutralere taal te gebruiken om het te beschrijven.
- Voordelige vergelijking. Ze vergelijken hun eigen gedragingen met anderen die ze als veel erger beschouwen.
- Vervorming van de gevolgen. Ze zijn van mening dat hun gedragingen of handelingen “niets voorstellen.”
- Toewijzing van schuld. Ze geloven dat het slachtoffer of de slachtoffers een dergelijke behandeling hebben verdiend. Daarom zien ze hun eigen gedrag als normaal.
- Ontmenselijking. Ze verminderen hun empathie met de getroffenen om zich niet schuldig te voelen over eventuele gevolgen.
- Verplaatsing van verantwoordelijkheid. Ze schrijven de verantwoordelijkheid toe aan andere externe elementen. Dit bevrijdt hen namelijk van elke verantwoordelijkheid.
- Verspreiding van verantwoordelijkheid. Ze verdelen de verantwoordelijkheid over verschillende mensen of situaties. In feite zien ze hen als de schuldigen van hun immorele gedrag.
De mechanismen die immoreel gedrag beïnvloeden
Deze mechanismen hebben tot doel het gedrag te herdefiniëren, verantwoordelijkheid te verdrijven, gevolgen opnieuw te interpreteren, en ook om het slachtoffer de schuld te geven.
Komt morele ontkoppeling echter alleen voor bij individuen die gruwelijke daden zoals moord plegen? Het antwoord is nee. In feite kan dit psychologisch mechanisme in verschillende contexten worden waargenomen. Bijvoorbeeld pesten (Engelse link), criminele activiteiten, middelengebruik, terrorisme of doping.
Bij ontrouw in een relatie of onmenselijk gedrag in hiërarchische bedrijven zien we Bandura’s theorie van morele ontkoppeling bijvoorbeeld op een eenvoudige manier in actie.
Inderdaad kan deze theorie worden waargenomen bij elk individu dat zijn eigen gedrag dat hij eerder als schadelijk, wreed of zelfs crimineel beschouwde, als normotiep aanneemt. Morele ontkoppeling vermindert ook hun gevoelens van empathie.
Bandura verduidelijkte dat morele ontkoppeling niet noodzakelijkerwijs verwijst naar een individu met genormaliseerd gedrag dat gruwelijke daden begaat. Het verwijst eerder naar een progressief proces waarin bepaald gedrag wordt beoefend, zelfs als het enige gevoelens van ongemak of schuld oproept.
Vervolgens, met het herhaaldelijk vertonen van vergelijkbaar gedrag, vermindert het ongemak of de mate van schuld die het individu kan voelen. Tegelijkertijd neemt de ernst van het gedrag dat ze uitvoeren toe. Uiteindelijk worden deze gedragingen routine en ervaart het individu ze als normaal.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Bandura, A., Barbaranelli, C., Caprara, G. V. & Pastorelli, C. (1996). Mechanisms of Moral Disengagement in the Exercise of Moral Agency. Journal of Personality and Social Psychology, 71(2), 364-374.
- Boardleya, I.A., Smith, A.L., Mills, J., Grixa, j., Wynnea, C. & Wilkins, L.(2018). Development of moral disengagement and self-regulatory efficacy assessments relevant to doping in sport and exercise. Psychology of Sport & Exercise, 36, 57-70.
- Giulio, D., Petruccelli, I. & Pace, U. (2018). Drug use as a risk factor of moral disengagement: A study on drug traffickers and offenders against other persons. Psychiatry, Psychology and Law. Advance online publication.
- Gutzwiller-Helfenfinger, E. (2015). Moral disengagement and aggression: Comments on the special issue. Merrill-Palmer Quarterly, 61(1), 192-211.
- Kokkinos, C. M. & Kipritsi, E. (2017). Bullying, moral disengagement and empathy: exploring the links among early adolescents. Educational Psychology, 1-18.
- Muratori, P., Paciello, M., Buonanno, C., Milone, A., Ruglioni, L., Lochman, J. E. & Masi, G. (2017). Moral disengagement and callous–unemotional traits: A longitudinal study of Italian adolescents with a disruptive behavior disorder. Criminal Behaviour and Mental Health, 27(5), 514-524.
- Petruccelli, I., Simonelli, C., Barbaranelli, C., Grilli, S., Tripodi, M. F. & D’Urso, G. (2017). Moral disengagement strategies in sex offenders. Psychiatry, Psychology and Law, 24(3), 470-480.
- Villegas de Posada, C., Flórez, J. & Espinel, N. (2018). Moral disengagement mechanisms and armed violence. A comparative study of paramilitaries and guerrillas in Colombia. Revista Colombiana de Psicología, 27, 55-69.