Waar is solipsisme op gebaseerd en wat zijn de principes ervan?
Is het mogelijk om iets te weten buiten je eigen geest? In het solipsisme is het antwoord ontkennend. Deze filosofische stroming houdt er een gewaagd idee op na: we kunnen alleen ons eigen bestaan bevestigen. Dit concept daagt onze gangbare percepties van realiteit en kennis uit.
Terwijl de traditionele filosofie universele waarheden zoekt, richten solipsistische ideeën zich op het “zelf.” Hoewel een dergelijk perspectief deel uitmaakt van een intellectuele oefening, heeft het een diepgaande invloed op de manier waarop we de wereld en onze relatie ermee begrijpen.
Deze theorie probeert vragen te stellen en ons te laten nadenken over wat we in het dagelijks leven als vanzelfsprekend beschouwen. Het biedt een kader voor het bespreken van zaken als bewustzijn, kennis en de aard van de werkelijkheid. Laten we dieper graven.
Oorsprong van solipsisme
De wortels van deze filosofische stroming liggen in de meditaties van denkers als Descartes. Zijn beroemde zin “Ik denk, dus ik ben” stelt het bestaan van het “ik” als de enige zekerheid. Dit idee breidde zich uit tot filosofisch scepticisme. Daarbij werd de mogelijkheid om iets te weten buiten je eigen geest in twijfel getrokken.
Het solipsisme werd toen een cruciaal punt van reflectie in de zoektocht naar een basis voor kennis.
Tijdens de moderniteit won dit argument terrein. Filosofen zoals Berkeley onderzochten de aard van de waarneming. Ze argumenteerden dat alleen onze gewaarwordingen kenbaar zijn en dat de wereld alleen echt is zolang we hem waarnemen. Maar zowel Descartes als Berkeley accepteerden uiteindelijk de objectiviteit van de wereld door het idee van God.
In de 19e eeuw werd het solipsisme gekoppeld aan het Duitse idealisme. Denkers als Fichte en Schopenhauer pleitten voor het primaat van het “ik” in de constructie van de werkelijkheid. Hoewel geen van deze intellectuelen zichzelf solipsisten noemde, plaatst de overtuiging dat de werkelijkheid afhankelijk is van het “ik” hen onder dat label.
Fundamentele principes van het solipsisme
Het eerste principe van het solipsisme is de centraliteit van het “ik,” omdat we alleen zeker kunnen zijn van het bestaan van onze eigen geest. Al het externe is twijfelachtig. Deze benadering brengt een unieke kijk op de werkelijkheid met zich mee.
Volgens het solipsisme kan de externe wereld, zoals wij die waarnemen, niet onafhankelijk van ons bewustzijn bestaan.
De externe werkelijkheid zou dus een waanvoorstelling van onze verbeelding zijn. Net zoals we wakker worden uit een levendige droom en ons realiseren in welke illusie we gevangen zaten, zouden we op een dag wakker kunnen worden uit een droom waarin alles wat we weten onwaar is.
Aan de andere kant hebben we geen manier om het bestaan van de werkelijkheid te bewijzen en geen manier om het bestaan van geesten buiten de onze te bewijzen. De ervaringen van anderen zijn in wezen onbegrijpelijk en onbereikbaar voor ons. We kunnen er dus niet zeker van zijn dat er iets bestaat buiten onze eigen geest.
Voorbeelden in film en literatuur
Solipsistische theorieën hebben de verbeelding van veel schrijvers aangewakkerd. Zozeer zelfs dat ze in hun verhalen weerspiegelden hoe de wereld eruit zou zien als die alleen een product van onze geest zou zijn. Onder hen heeft de Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges, gefascineerd door de filosofie van Berkeley, het solipsistische thema verkend (Engelse link).
De filmwereld gebruikt deze filosofie ook om intrigerende verhalen te vertellen die de grenzen tussen de geest en de werkelijkheid in twijfel trekken. Hier volgen enkele voorbeelden uit de literatuur en van het witte doek:
- The Circular Ruins. Dit verhaal van Borges gaat over een man die droomt van een andere man totdat hij hem echt maakt. Het suggereert dat de werkelijkheid een droom of een mentale constructie zou kunnen zijn en ons hele bestaan de projectie van een ander wezen.
- Tlön, Uqbar, Orbis Tertius. Borges bedenkt een denkbeeldige wereld die geleidelijk binnendringt in de fictieve werkelijkheid van het verhaal. Dit verhaal is gekoppeld aan de filosofie van Berkeley, in de zin van echte objecten: als je erover spreekt, spreek je eigenlijk over je perceptie ervan.
- Matrix. In deze iconische film ontdekken de personages dat de wereld die ze kennen een door machines gecreëerde simulatie is. Dat impliceert dat hun werkelijkheid twijfelachtig en kneedbaar is. Hoewel het niet als een totaal solipsisme kan worden beschouwd, gezien het feit dat er andere geesten bestaan, is de invloed van deze filosofie duidelijk.
- Wakker worden (Waking life). Deze originele film vertelt het verhaal van een jonge man die van droom naar droom dwaalt en niet in staat is om wakker te worden. Alle personages waarmee hij omgaat zijn een projectie van zijn geest. De film behandelt thema’s over de aard van de werkelijkheid, de vrije wil en de zin van het leven.
“Sentiente objecten bestaan alleen als ze worden waargenomen; bomen staan dus alleen in de tuin […] zolang er iemand is om ze waar te nemen.”
Enkele kritieken op solipsistische filosofie
Een veelgehoorde kritiek op solipsistische filosofie is de schijnbare tegenstrijdigheid met gedeelde ervaring. Communicatie en consensus over de werkelijkheid lijken het idee van een geïsoleerd “ik” uit te dagen. Onze manier van handelen in de wereld komt niet overeen met een solipsistische benadering. Integendeel, we gedragen ons alsof er inderdaad iets buiten ons is.
Als de werkelijkheid een mentaal product is, hebben we er geen controle over. Het gebeurt dat we in het dagelijks leven handelen volgens het idee dat schijnbaar externe objecten ons kunnen beïnvloeden en zelfs schaden. We zijn bang voor gevaarlijke ervaringen, maken ruzie met ideeën die tegengesteld zijn aan onze gedachten en streven ernaar dat onze medemensen ons begrijpen.
Een ander discussiepunt is de kwestie van empathie en menselijke relaties. Als we alleen onze eigen geest herkennen, hoe verklaren we dan begrip en verbondenheid met anderen? Als we alleen op de wereld zouden zijn, zouden anderen slechts een weerspiegeling van ons bewustzijn zijn en er als mensen niet toe doen.
Een theorie die tot nadenken stemt
De postulaten van het solipsisme zijn misschien extreem en vergezocht. Ze proberen echter ons ons begrip van de werkelijkheid te laten heroverwegen. Daarnaast dagen ze ons uit om vraagtekens te zetten bij wat we als vanzelfsprekend beschouwen en om meer verfijnde manieren te zoeken om de aard van ons bewustzijn en de wereld om ons heen te valideren.
Hoewel we het misschien moeilijk vinden om solipsistische principes in ontologische zin te accepteren, waarbij alle externe werkelijkheid van ons afhankelijk is, is het mogelijk om een psychologistische variant van de theorie te overwegen. De indrukken die de werkelijkheid op ons achterlaat zijn altijd privé en in zekere zin leeft iedereen in zijn of haar eigen interpretatie van de wereld.
Bijgevolg kunnen we deze stroming zien als hyperbool van onze subjectieve werkelijkheid. Hoewel we het er allemaal over eens zijn dat we bepaalde objecten in de materiële wereld waarnemen, is onze interpretatie van veel van de verschijnselen die we waarnemen tot op zekere hoogte solipsistisch.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Berkeley, G. (1992). Tratado sobre los principios del conocimiento humano. Alianza Editorial.
- Descartes, R. (1999). Meditaciones metafísicas – Las pasiones del alma. Ediciones Folio.
- Kazmierczak, M. (2007). El concepto del solipsismo en la escritura postmoderna de Borges. Itinerarios: revista de estudios lingüisticos, literarios, históricos y antropológicos, págs. 101-112. https://dialnet.unirioja.es/servlet/articulo?codigo=5599443
- Schopenhauer, A. (2014). El mundo como voluntad y representación. Alianza Editorial.