Vrijgevigheid vanuit psychologisch oogpunt

In het artikel van vandaag analyseren we vrijgevigheid vanuit een psychologisch oogpunt. Elke dag weten we er meer van, vooral met betrekking tot de positieve gevolgen van deze houding van geven waarbij je niets terug verwacht.
Vrijgevigheid vanuit psychologisch oogpunt

Laatste update: 02 januari, 2021

Er zijn de afgelopen jaren verschillende nieuwe onderzoeken gedaan naar vrijgevigheid vanuit psychologisch oogpunt. Deze onderzoeken onthullen gegevens die de voordelen van het beoefenen ervan ondersteunen. Sommige humanistisch-existentialistische auteurs, vooral Erich Fromm en Victor Frankl, legden de nadruk op ethische waarden en liefde.

In dit opzicht bevestigde Fromm namelijk dat ethische waarden en liefde bronnen zijn van psychologisch welzijn en een kenmerk van een emotioneel gezond persoon (Oberst, 2005).

Vrijgevigheid en dankbaarheid zijn twee belangrijke concepten die de voortreffelijkheid van persoonlijk karakter aanduiden (Emmons & Sheldon, 2002 – Engelse link). Daarnaast zijn ze op een bepaalde manier complementair.

De relatie tussen deze twee concepten begint inderdaad met een affectief proces van ‘geven’. Of het nu iets materieels is, advies of zelfs gewoon iemand helpen zonder daar iets terug voor te verwachten. Vrijgevigheid is een prosociaal gedrag dat tot doel heeft het welzijn van een ander te verbeteren.

Maslow (2001) sprak over de ‘genereuze aard’ van mensen, in tegenstelling tot egoïsme, en over ‘gezonde vrijgevigheid’.

Hij stelt dat er een verband bestaat tussen genereus gedrag en psychische gezondheid, omdat genereus gedrag voortkomt uit ‘overvloed’ en ‘innerlijke rijkdom’. Egoïstisch gedrag daarentegen is synoniem met innerlijke armoede, typisch voor neurotische mensen.

Dankbaarheid en vrijgevigheid vanuit een psychologisch oogpunt

Vrijgevigheid vanuit psychologisch oogpunt

Vanuit ethisch oogpunt wordt dankbaarheid gedefinieerd als een morele deugd die als zodanig duidt op goed gedrag (McCullogh, Kilpatrick, Emmons & Larson, 2001). De definitie, als moreel gedrag, dwingt ons echter om de ontvangen voordelen als onpersoonlijke mandaten te danken (Blumenfeld, 1962).

Het erkennen en waarderen van de persoon die ons heeft geholpen, betekent niet dat we die persoon iets verschuldigd zijn. Hoewel veel mensen hebben gesuggereerd dat dankbaarheid en schuldenlast gelijk zijn, zijn ze in essentie verschillend (Watkins, Scheer, Ovnicek & Kolts, 2006). Een schuld vereist namelijk terugbetaling.

Het is dus belangrijk om te benadrukken dat de actie van de gever genereus moet zijn en dat het niet gaat om het zoeken naar winst of beloningen. Een werkelijk genereuze behandeling is niet bedoeld om schuldenaars te verwerven met het oog op zelfzuchtige voldoening.

Is vrijgevigheid een indicator van geestelijke gezondheid?

Heeft vrijgevigheid met geestelijke gezondheid te maken

Vrijgevigheid is uitgebreid bestudeerd, vooral in de context van de wetenschappelijke zoektocht naar de oorsprong van altruïsme. Bovendien beschouwen verschillende empirische studies het momenteel als een goede indicator voor geestelijke gezondheid.

Het gevoel bij een gemeenschap te horen is een van de fundamenten van psychologisch welzijn. Dit is de reden waarom de afwezigheid ervan een indicator is van een slechte psychologische aanpassing en psychische stoornissen.

Wanneer een kind er bijvoorbeeld niet in slaagt een bepaald gemeenschapsgevoel te ontwikkelen als gevolg van onder meer een te gezaghebbende of overdreven toelaatbare opvoeding, ontstaan er gevoelens van er niet bij te horen, ontoereikend te zijn en het beruchte minderwaardigheidscomplex (Oberst, 2005).

Minderwaardigheidsgevoelens zijn moeilijk te ondergaan. Daarom is de gebruikelijke neiging om ze te compenseren en te overcompenseren met wat Adler ‘gretigheid naar superioriteit of gretigheid naar macht’ noemt. Dit is een kenmerk dat volgens de Adleriaanse psychologie vaak de oorzaak is van veel psychische stoornissen.

Neurotische dispositie

Een persoon met minderwaardigheidsgevoelens en daardoor met een slecht gemeenschapsgevoel, zou ontwikkelen wat Adler ‘neurotische aanleg’ noemt (Adler 1912/1993).

Het kan zich manifesteren op verschillende manieren die we vandaag de dag nauwkeuriger zouden definiëren als neuroticisme, als een persoonlijkheidskenmerk, naast psychosomatische stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen.

Uit deze veronderstelde minderwaardigheid ontstaat dus een verstoring van het emotionele leven. Dat wil zeggen, de neurotische persoon is niet langer in staat om op een natuurlijke, spontane manier met anderen om te gaan. Ze proberen constant verwaande triomfen te behalen om hun minderwaardigheid te compenseren.

Wanneer deze instelling wordt geaccentueerd of wanneer psychosociale problemen samenkomen, kunnen karaktermisvormingen zoals hebzucht, rancune, boosaardigheid en wreedheid optreden. Dit alles gebeurt om te ontsnappen aan het ondraaglijke gevoel van minderwaardigheid of ondergewaardeerd te zijn.


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.


  • Adler, A. (191211993) El carácter neurótico. Barcelona: Paidós.

  • Blumenfeld, W. (1962). Los fundamentos de la ética y el principio generalizado de gratitud. Lima: Universidad Nacional Mayor de San Marcos.

  • Emmons, R. & Sheldon, C. (2002). Gratitude and thescience of positive psychology. En C. Snyder & S. Lopez (Eds.). Handbook of positive psychology (pp. 459-471). London: Oxford
    University Press.

  • Maslow, A. H. (2001) Visiones del futuro. Barcelona: Kairós.

  • McCullough, M., Kilpatrick, S., Emmons, R. & Larson, D. (2001). Is gratitude a moral affect? Psychological Bulletin, 127, 249-266.

  • Oberst, Ú. E. (2005). Las conductas prosociales,¿ un indicador de salud mental?. Aloma: revista de psicologia, ciències de l’educació i de l’esport Blanquerna, (16), 143-153.

  • Rodríguez, T. C. EL CONCEPTO DE GRATITUD DESDE UNA PERSPECTIVA PSICOLÓGICA. Rev. Psicol. Vol. 13 Nº 1-Enero-junio 2011, 105.

  • Watkins, P., Scheer, J., Ovnicek, M. & Kolts, R. (2006). The debat of gratitude. Dissociating gratitude and indebtedness. Cognition & Emotion, 20(2), 217-241.


Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.