Verboden verlangens: het verschil tussen denken en doen
Sommige (stoute of sensuele) ideeën – waar we haast onwillekeurig over fantaseren – wekken ambivalente gevoelens in ons op. Vluchtige, zij het enigszins perverse gedachten verschijnen vanuit het niets in onze geest, spreken spontaan tot onze verbeelding. Hoewel we ze niet hardop gehoor durven geven, of ze zelfs maar innerlijk wagen te erkennen, blijven ze – diep van binnen – onze begeerte in beroering brengen. Deze (erotisch getinte) opwellingen openlijk identificeren, legt een spannend spectrum aan conflicterende emoties bloot.
De kloof tussen denken en daadwerkelijk doen blijkt in en voor de meeste mensen – gelukkig maar – behoorlijk groot. Want als alles wat we ons überhaupt kunnen voorstellen ook de facto gerealiseerd zou worden, dan hadden we onderhand al meerdere keren de lotto gewonnen, en mogelijk meerdere impulsieve moorden gepleegd, in een vlaag van woede, oftewel: verstandsverbijstering.
Wanneer we dagdromen over positieve of aanlokkelijke zaken, zoals geld, geluk of geliefden, dan worden we doorgaans overspoeld door plezierige sensaties en sentimenten. In tegenstelling tot mentale toekomstprojecties met slechte bedoelingen of intenties, zoals iemand kwaad willen of wensen te doen, of wraakbelust overspel plegen. Zulke verdorven visualisaties veroorzaken vaak vervelende gevoelens, zoals: verwarring en verkramping.
Door mijn verlangens, voel ik me schuldig
We voelen ons regelmatig schuldig over onze gedachten, of we schamen ons ervoor. We zouden bij voorkeur even achter het behang verdwijnen, en nemen onszelf in het ootje door te claimen dat zulke impulsen ons vreemd zijn. Maar, hoe hard we het naar buiten toe ook proberen te ontkennen, dat zijn ze niet. En ze onderdrukken of verbeten vermijden, zal ze niet zomaar laten oplossen of verdrijven. Integendeel.
Des te fanatieker we vluchten voor het verlangen, des te dichter op de huid zal het ons schaduwen. Het is een psychologisch zeer paradoxaal effect, zoals wanneer we de opdracht ontvangen om vooral niet aan een roze olifant te denken, en we daardoor juist dát beeld nauwelijks nog van ons netvlies kunnen krijgen. Hoe heftiger je eraan poogt te ontsnappen, hoe nijpender en onontkoombaarder je geest in de ban raakt van die vervloekte gedachte, of het onbetamelijke beeld.
Je hebt ongetwijfeld ontelbare keren gezien – in jezelf – dat een negatief geladen gedachte gauw, haast onherroepelijk, ook negatieve emoties oproept. Daarom leg ik je het volgende experiment voor. Pak alvast een velletje papier, en schrijf daarop de naam van de persoon die je het meest dierbaar is, waar je meer om geeft dan wie ook ter wereld. Bewaar het nu voor later – ik zal je straks vertellen wat stap twee is.
De neurologische versmelting van hypothetische gedachten en hun vervulling
Rationeel weten we – kraakhelder – dat denken en doen niet hetzelfde zijn, en niet eens per se in elkaars verlengde liggen. Weinig mensen geloven echt dat zij de jackpot kunnen afdwingen puur door er intens naar te verlangen, zodat het lot hen – letterlijk – goed gezind is. Onze geest – zo is wel gebleken in de geschiedenis van de mensheid – wordt nochtans niet louter door de rede geregeerd.
In de taalkunde bestaat zoiets als een performatieve daad: het zeggen – of uitspreken – is tegelijkertijd het voltrekken van de betreffende actie. Bijvoorbeeld: ‘Gefeliciteerd’, of ‘Bij deze beloofd’, of ‘Hierbij mijn excuses’. Dit principe passen we – dikwijls onbewust – ook toe in het rijk der gedachten (hoewel het, uiteraard, naar het rijk der fabelen zou moeten worden verwezen). We vermoeden stiekem dat hoe meer we over een bepaald scenario nadenken – door het eindeloos te blijven afspelen voor ons geestesoog – hoe groter de kans dat het ook echt gebeurt. Jezelf dit voorspiegelen, en doen laten geloven, is bijzonder aantrekkelijk, maar het berust helaas niet op waarheid.
Laten we het eerder geïntroduceerde experiment hervatten. Neem het papier weer voor je, met de naam van je beste vriend(in), je kind, je partner of je spiritueel leraar voor je, en zet daar direct achter: ‘… , ik hoop dat hij (of zij) morgen dood neervalt’. Hoe voel je je nu, onmiddellijk, daarover?
Maken mijn verboden verlangens mij tot een slecht mens?
Goed en slecht, gebezigd met een morele connotatie, zijn – als ethische categorieën – zeer subjectief, met vage demarcatie-criteria. Een groep, situatie of persoon kan – in de meeste gevallen – niet eenvoudig eenduidig geïnterpreteerd worden. Het hangt namelijk altijd nauw samen met je particuliere perspectief, en met multilaterale belangen.
Geen enkele gedachte, geen enkel verlangen an sich – die, of dat, ongevraagd in onze geest verschijnt – maakt ons, als mens, noch goed, noch slecht. Iedereen – zonder uitzonderingen – wordt van tijd tot tijd, in zichzelf, geconfronteerd met onstuimige emoties en agressief getinte gedachten. Maar dat maakt hen, of ons, niet gelijk tot kwaadaardige onverlaten. We zijn, allemaal, wie we zijn: mensen, oftewel, denkende, voelende, handelende wezens, met het wonderbaarlijke vermogen om – in ons hoofd – de toekomst te simuleren, en te anticiperen.
Herinner je, nogmaals, dat denken en doen twee verschillende vormen van expressie zijn. Je kunt, in je slaap, nachtenlang dromen van je favoriete bolide, maar dat biedt absoluut geen garantie dat je op een ochtend wakker wordt, en die waanzinnige wagen nog steeds voor de deur staat. Op dezelfde manier kun je – in de beslotenheid van je eigen geest – opgewonden mijmeren over een zwoel avontuurtje met die ene charmante buurman of -vrouw, zonder ooit ook maar een moment serieus te overwegen om zoiets daadwerkelijk in praktijk te brengen.
Waar ligt de grens?
Soms kan de gewetenswroeging zo hard en luid beginnen te knagen, dat we er overweldigd door raken. Wanneer verlangens en onbedwingbare acties elkaar wederzijds opzwepen, totdat we überhaupt geen controle meer lijken te hebben over wat we precies denken, doen en zeggen.
Het verregaande verlies van onze zelfbeheersing, waarin onbeteugelde begeerten ons verstand bedwelmen, en we overvallen worden door een acuut en onheilspellend onbehagen, fungeert als fysiologische alarmbel, die ons uit onze sluimertoestand trekt en wekt. Het is een instinctief-intuïtieve waarschuwing, dat we ons bar weinig raad weten met de tegenstrijdige signalen die vanuit onze eigen inborst ons mentale luchtruim ingestuurd en afgevuurd worden.
Als zulke verlangens je dagelijks leven in toenemende mate beginnen te belemmeren – en saboteren zelfs – dan kun je je daar diep ellendig over, en door voelen. Als jouw gedrag gedomineerd wordt door zulke grillige driften en onweerstaanbare bevliegingen, dan kun je – opzettelijk of niet – ook andermans integriteit en persoonlijke privacy ernstig ondermijnen, of in verlegenheid brengen. Zeker als het reeds zover is gekomen, is het zaak om (professionele) hulp in te schakelen, en steun te zoeken bij vrienden en familie om te leren op een gezondere manier om te gaan met je onbevangen behoeften.
Hoe ga ik om met mijn eigen geest?
Gedachten zijn ‘maar’ gedachten, en dienen ook als zodanig behandeld te worden. Zij bezitten namelijk, net als verlangens, nooit méér macht over ons dan die wij hen zelf – vrijwillig – gegeven hebben en toedichten. Het is niet nodig, noch aan te bevelen, om je verlangens te verloochenen, of er angstvallig voor te vluchten. Blijf kalm, en laat ze zich – net als golven in de zee – oprichten, neerslaan en weer wegebben. Dat is een natuurlijk proces, waar jij geen strenge controle over of op hoeft, of zelfs kán, uitoefenen.
“Probeer je gedachten niet geforceerd te verbannen. Geef ze gewoon de ruimte, observeer, en laat ze zich net zo vrij oplossen als dat ze, zomaar, verschenen zijn.”
-Jon Kabat-Zinn-
De geest is een meester in het – ín en vóór en úit zichzelf – scheppen en ontwaren van steeds weer nieuwe werelden en toekomstvisioenen. Het is de onuitputtelijke bron van onze verbeelding, van speelse creativiteit, en de spreekwoordelijke ‘vader’, of wens van onze gedachten. Alléén in diens domein zijn we volledig frank en vrij, en genieten we het unieke privilege om al onze verlangens naar hartenlust te bedenken en beleven (let op: ínnerlijk!).
Het verschil tussen fantasie en verlangen
Gedurende de dag schieten er miljoenen gedachten door ons hoofd, maar we selecteren alleen de gedachten die we zelf het meest relevant vinden… Lees meer.