Je trekt altijd datgene aan dat je wilt vermijden
We verspillen een hoop tijd en energie om te vermijden dat bepaalde dingen gebeuren waarvan we niet willen dat ze gebeuren. Waarom bereiken we dan toch uiteindelijk altijd het tegenovergestelde resultaat? Dit is een veelvoorkomend probleem. Het is mogelijk dat we de oplossing voor dit probleem kunnen vinden als we ons perspectief veranderen en ons aandachtspunt verschuiven.
Er zijn veel situaties in ons leven die we proberen te controleren: werk, studies, relaties, vriendschappen etc. We hebben een aangeboren behoefte aan een zekere illusie van controle en aan voelen dat alles goed zit. Om dit te doen maken we een overzicht van alle mogelijke gevaren, al gelovend dat we op deze manier in staat zullen zijn in te grijpen om onszelf te kunnen beschermen tegen de mogelijke gevolgen van deze gevaren.
De werkelijkheid zit echter heel anders in elkaar. De gevaren die we bedenken en waarop we ons zelfs voorbereiden zijn slechts verzinsels van onze eigen verbeelding die ons vullen met angst als gevolg van onze anticipatie op wat er misschien zal gebeuren. Uiteindelijk raken we verdwaald in alle mogelijkheden die ons ervan weerhouden om te waarderen wat we nu hebben en hiervan te profiteren.
Waar zouden we onze aandacht op moeten richten?
In zekere zin bepalen onze gedachten ons gedrag, onze gewoonten en, uiteindelijk, ons lot. Daarom is het goed om datgene waar we onze aandacht op richten duidelijk voor ogen te hebben. Onbewust houden we gemakkelijk vast aan ons leed doordat we negatieve gedachten maar blijven herhalen, vooral die gedachten die maar blijven terugkomen.
Een goede strategie om onze gedachtenpatronen te identificeren bestaat uit het observeren van deze gedachten, zodat we onszelf er in zekere zin op kunnen betrappen dat we ons midden in een zelfvernietigend intellectueel proces bevinden. Op deze manier zullen we de kwestie die maar in ons hoofd blijft malen begrijpen en we zouden onszelf kunnen afvragen wat voor zin het heeft om erover na te blijven denken.
Het in twijfel trekken van onze eigen gedachten is essentieel als we in staat willen zijn ze aan te passen aan hoe het ons uitkomt. Het is ook belangrijk om niet alles te geloven wat er door je hoofd gaat. Hierdoor maak je ruimte voor andere perspectieven die je eerder simpelweg nog niet kon begrijpen.
Het focuspunt van onze aandacht heeft de kracht om al onze energie te richten op één specifieke kwestie, waarbij we het grotere beeld uit het oog verliezen. Als we dit doen met iets dat we niet leuk vinden, zal onze ervaring hierom draaien.
De hersenen begrijpen niet hoe ze moeten vermijden
Door middel van taal en spraak zijn de hersenen bereid om bepaalde informatie te begrijpen. Afhankelijk van wat onze hersenen begrijpen, zullen we dingen op de een of andere manier ervaren. Daarom zou het zomaar zo kunnen zijn dat we op een ontzettend schadelijke manier met onszelf communiceren, zonder dat we dit ook maar doorhebben.
Onze hersenen associëren gedachten met beelden en ‘NEE/NIET maakt geen deel uit van deze beelden. Als je dit zelf wilt testen, zeg dan tegen jezelf ‘Ik zal niet denken aan een roze olifant’. Het is onvermijdelijk dat je uiteindelijk denkt aan een roze olifant. In de psychologie staat dit fenomeen dat uit onze geest voortkomt bekend als ‘Ironic process theory’ (Wegner, 1994).
Als een bepaalde kwestie ons zorgen baart, dan zal steeds weer opnieuw denken dat je er niet aan wilt denken je aandacht op de situatie alleen maar versterken. Hetzelfde gebeurt wanneer we dergelijke boodschappen naar andere mensen uitzenden.
Een strategie die we kunnen gebruiken om deze veelgemaakte fout te vermijden, is van perspectief veranderen. Verander je referentiepunt en richt je op je gedachten. Jij bepaalt waar je ze de vrije loop laat. Als je terugkerende gedachten hebt over een vervelende kwestie, kun je de volgende technieken gebruiken: