Stephen Hawking: De sterrenman
Stephen Hawking is misschien wel de meest beroemde nog levende wetenschapper van onze tijd. Zijn prestige is waarschijnlijk alleen vergelijkbaar met die van Einstein in de eerste helft van de twintigste eeuw. Hawking’s gerenommeerde naam en faam heeft hij grotendeels te danken aan zijn theoretisch baanbrekende bijdragen wat betreft het ontstaan van het heelal en de natuurkundige wetten die in dat explosief-uitdijende begin van kracht waren.
Dat hij – geconfronteerd met een verlammende genetische aandoening – altijd vol goede moed bleef en de wereld een bewonderenswaardig doorzettingsvermogen toonde, heeft zijn reputatie en populariteit extra glans gegeven. In weerwil van zijn progressieve spierziekte, leidt hij al decennia lang een vol en rijk leven.
“Draai je hoofd naar de zon, en je zult geen schaduw meer zien.”
-Helen Keller-
‘Een korte geschiedenis van de tijd’, één van zijn meest geprezen en meest gelezen boeken, werd na publicatie binnen de kortste keren wereldwijd een bestseller, met meer dan tien miljoen verkochte exemplaren. Later verschenen er ván (en dóór en óver) hem ook nog diverse kosmologisch-educatieve documentaire-series. Hawking wordt wijd en zijd gerespecteerd, niet enkel om zijn intellectuele verdiensten, maar evenzeer vanwege zijn zeldzame vastberadenheid: de zware omstandigheden hebben hem noch in hart en ziel, noch geestelijk ooit klein gekregen. Zijn magnetische persoonlijkheid bestaat uit drie gelijke delen kwetsbaarheid, heldhaftigheid en genialiteit.
Hawking, en diens verbazingwekkende vernuft
Hij werd geboren op acht januari 1942, in Londen – exact 300 jaar na de dood van Galileo. Een curieus toeval waar Hawking zelf geregeld grapjes over maakt. Volgens zijn jongste broer Edward, groeide ze op in een excentriek gezin. Hun vader bracht als dokter het grootste deel van de tijd in Afrika door, waar hij zich wijdde aan medisch veldonderzoek.
Hawking wist al heel vroeg – als jonge tiener nota bene – dat hij wiskunde en natuurkunde wilde studeren. Reeds op 17-jarige leeftijd werd hij toegelaten tot Oxford, waar hij wegens zijn exceptionele scherpzinnigheid erg geliefd was onder medestudenten. Toch stond hij niet bekend als boekenwurm of studiebol – integendeel. Hij hield zich vooral bezig met het spelen van bridge, en met wedstrijdroeien vanuit een vriendenteam.
Na een aantal jaren waarin hij niet bijster gefocust was op zijn academische prestaties, noch bovengemiddeld geïnteresseerd in het vakgebied, klommen zijn cijfers richting de buitencategorie. Voor zijn post-doctorale periode koos hij het monumentale Cambridge, waar de toelatingscommissie zeer hoge gemiddelden hanteerden. Tijdens het sollicitatiegesprek toonde hij zijn oprechtheid door te zeggen: “Als mijn cijfers excellent zijn, ga ik naar Cambridge. Als ze slechts ‘goed genoeg’ zijn, blijf ik in Oxford. Ik vertrouw erop dat u mij excellente cijfers zal geven.” En zo ging het precies.
Zijn carrière als wetenschapper begon meer dan 25 jaar geleden, en in die hoedanigheid is er vermoedelijk niemand die méér bijgedragen heeft aan ons begrip van het universum dan hij. Hawking’s theoretische contributies omtrent zwarte gaten, donkere materie en zijn geavanceerde kennis van en hypothesen over het ontstaan en de aard van de kosmos, zijn avant-garde, revolutionair zelfs.
Letterlijk en figuurlijk het schoolvoorbeeld
Op zijn twintigste werd Hawking gediagnosticeerd met de degeneratieve neuromusculaire aandoening ALS (amyotrofische laterale sclerose), en sindsdien heeft hij het grootste gedeelte van zijn leven in een rolstoel moeten doorbrengen. Hij heeft zich in professioneel opzicht, in zijn academische ontwikkeling, niet laten beperken door deze toenemende fysieke aftakeling. In zekere zin heeft zijn ziekte hem zelfs bevrijd van dagelijkse routines en de meer materiële beslommeringen, zodat hij al zijn tijd en aandacht kon – en kan – besteden aan zijn wetenschappelijk onderzoek.
Hawking praat niet graag over zijn lichamelijk handicaps, en vermijdt ook zijn privé-leven als gespreksonderwerp. Vòòr alles hoopt hij herinnerd te worden als begenadigd wetenschapper, als schrijver, en als geïnspireerd pedagoog die de astronomie toegankelijk(er) heeft gemaakt voor geïnteresseerde leken. En daarnaast gewoon als ieder ander mens, met dromen, impulsen, verlangens en ambities.
Toen Hawking oorspronkelijk te horen kreeg dat hij ALS had, vertelden de artsen hem ook dat normaal gesproken hoofdzakelijk ouderen door deze ziekte getroffen worden. Dat was natuurlijk een schrale troost, want hij was zelf pas twintig jaar. Hoe dan ook, de aandoening verslechterde in razend tempo, en zijn desastreuze levensvoorspelling luidde: hooguit vierentwintig maanden. Na die mokerslag zonk hij weg in een diepe depressie, en luisterde iedere dag urenlang naar Wagner.
Tegen de aanvankelijke verwachtingen in stabiliseerde Hawking’s conditie na ongeveer twee jaar, en besloot hij te trouwen met Jane Wilde, die hem uiteindelijk drie kinderen zou schenken. Hawking zelf hervatte zijn onderzoek, en triomfeerde zo – mentaal en emotioneel – over zijn verwoestende en onomkeerbare lichamelijke ineenstorting. In 1969 kwam hij definitief in een rolstoel terecht, en vanaf dat moment was hij volledig afhankelijk van derden, en moest hem full-time een verzorger ter beschikking staan.
Een man die zichzelf overwint
In 1979 werd hij verkozen voor de ‘Lucasiaanse leerstoel in de wiskunde’ aan de universiteit van Cambridge – dezelfde positie die ook door Isaac Newton, in diens eigen tijd, ingevuld werd. Tijdens een noodgeval onderging hij in 1985 noodgedwongen een tracheotomie – een luchtpijpsnede in de hals – en verloor voorgoed zijn spraakvermogen. Zijn enige overgebleven communicatiemiddel is een zogeheten stem-synthesizer geïnstalleerd in zijn rolstoel-computer-interface, die hij met welgeteld één vinger bedient.
Hawking heeft verder een goed gevoel voor humor, zo bleek uit een anekdote die hij een journalist uit de doek deed. Tijdens een kosmologie-congres bij het Vaticaan, kregen de sprekers een korte audiëntie met de paus, die zijn belangstelling in de oerknaltheorie en de evolutie van het universum kenbaar maakt. Want ook dat was – in zijn optiek – God’s hand en creatie .
Hawking benadrukt hoe opgelucht hij was dat de Paus zijn voordracht – over de ”mogelijkheid dat het tijd-ruimte continuüm eindig was, maar tegelijk toch geen (waarneembare) grenzen zou hebben” – niet had begrepen. De onderliggende boodschap was namelijk dat het universum geen begin had, ongecreëerd was, en sterker nog: nooit níet bestaan had. Hij zei, met een kwinkslag: ”Ik ben blij dat eerwaarde Paus mijn geïmpliceerde conclusie ontging, want ik hoop van harte Galileo Galilei’s lot bespaard te blijven.”
Quotes van Einstein die je aan het denken zullen zetten
We kennen allemaal de geweldige wetenschapper Albert Einstein wel, samen met zijn werken, theorieën en hypothesen… Lees meer.