Niet-aangeboren hersenletsel: neuropsychologisch perspectief
Het belangrijkste gevolg van niet-aangeboren hersenletsel is het verlies van eerder ontwikkelde hersenfuncties. Deze functies kunnen het motorische en sensorische systeem zijn, cognitief functioneren en communicatievaardigheden. Ook regulering van gedrag en emoties kan worden aangetast.
Iets dat veel voorkomt bij patiënten die te maken hebben met een NAH, is het verlies van hun functionele onafhankelijkheid. Dit kan invaliditeit tot gevolg hebben. Hierdoor krijgt ook hun directe omgeving te maken met extra verantwoordelijkheden en stress.
Neuropsychologische revalidatie
Neuropsychologische revalidatie gebruikt drie basisstrategiëen voor patiënten met een NAH:
- Herstel of behoud: Stimulatie, of oefening, van de betreffende functie.
- Compensatie: Door het gebruik van andere cognitieve functies die voorheen werden gedaan door de aangedane functie.
- Vervanging: Het gebruik van hulpmiddelen of externe mechanismen voor een effectieve uitvoering van de taak.
Het belangrijkste doel van deze drie klassieke strategieën is om de persoon in staat te stellen zijn dagelijkse handelingen uit te voeren. En wel op de productiefste manier en zodat de patiënt er voldoening uit haalt.
Welke cognitieve functies kunnen aantast worden na niet-aangeboren hersenletsel?
Hogere hersenfuncties zoals logica, geheugen en concentratie zijn voor mensen essentieel om zelfstandig te kunnen leven. We gebruiken onze cognitieve functies immers continu, iedere dag.
Daarvoor gebruiken onze hersenen verschillende functies. Zo kunnen we bijvoorbeeld eten koken, auto rijden, maar ook vergaderingen bijwonen. Hierbij gebruiken we beide hersenhelften maar in meer of mindere mate. De cognitieve basisfuncties zijn:
- Oriëntatie: Dit zorgt ervoor dat we ons bewust zijn van onszelf en de omgeving waarin we ons op enig moment bevinden. Het is bovendien belangrijk te onthouden dat er drie variabelen voor oriëntatie zijn: persoonlijke, ruimtelijke en tijdelijke.
- Aandacht: Door observatie en alertheid weten we wat er in onze omgeving gebeurt. Daarvoor sturen vijf processen de functies aan: selectieve perceptie, volgehouden aandacht, verdeelde aandacht, verwerkingssnelheid, en neglect.
- Uitvoerende functies: Hier gaat het om complexe mentale processen voor het plannen, organiseren, leiden, herzien en evalueren van ons gedrag. Hierdoor kunnen we ons aan onze omgeving aanpassen en onze doelen bereiken. Onder deze functies scharen we geheugen, planning en aanpassingsvermogen, onder andere.
- Taal: Er is een aantal processen waarop een niet-aangeboren hersenaandoening sterke invloed kan hebben. Dit zijn bijvoorbeeld woordenschat, uitdrukkingsvaardigheid en begrip.
- Geheugen: Dit is ons vermogen om berichten te coderen en op te slaan. Ook speelt het een rol om eenmaal opgeslagen informatie of een ervaring te herinneren. We kunnen onderscheid maken tussen episodisch geheugen, semantisch geheugen en procedureel geheugen.
Gedragsverandering en psychotherapie zijn ook belangrijk in niet-aangeboren hersenletsel
In het proces voor neuropsychologische revalidatie gebruiken specialisten meestal een aantal klinisch psychologische technieken:
- Gedragstherapie of gedragsmodificatie: Hieronder vallen klassieke leermodellen, stimulus-respons theorie en plaatsvervangend (vicarious) leren. Hun doel is om stimuli te analyseren en te manipuleren en daardoor de kans op gewenst gedrag vergroten. Maar ook om ongewenst gedrag te vermijden. Psychologen gebruiken deze therapie om gedragsveranderingen te verkrijgen. Dit doen zij bijvoorbeeld bij agressie, geïrriteerdheid, verslavingen, en ander ongewenst gedrag.
- Cognitieve gedragstherapie: Deze stroming is gebaseerd op de manier waarop het individu verschillende situaties ervaart en interpreteert. Dit zou namelijk hun gedrag en emoties bepalen. Cognitieve herstructurering probeert deze cognities aan te passen zodat daarna het gedrag en emoties ook veranderen.
- Psychotherapie:Psychotherapie bestaat uit interpersoonlijke behandelingen die aandacht vestigen op de psychologische gevolgen van hersenletsel. Dit kunnen emotionele en persoonlijke veranderingen zijn, maar ook veranderingen in het zelfbeeld.
Deze methoden hebben hun effectiviteit bewezen in verschillende patiënten met niet-aangeboren hersenletsel. Al met al vinden deskundigen neurologische revalidatie nuttig voor de verbetering van cognitieve basisfuncties bij patiënten met NAH.