Leon Festinger en cognitieve dissonantie
Leon Festinger introduceerde het concept van cognitieve dissonantie als psychologische spanning in 1957. Hij testte het besluitvormingsproces in een experiment.
Cognitieve dissonantie is een sensatie die lijkt voort te komen uit een conflict tussen de ideeën, overtuigingen en waarden van iemand, en diens gedrag. Cognitieve dissonantie ontstaat vanuit de incompatibiliteit van gedachten, die ervoor zorgen dat iemand zich ongemakkelijk voelt.
Volgens Festinger dwingt deze spanning degene om nieuwe ideeën of vaardigheden te creëren, om zo de spanning te verlichten. Ze hangen vaak samen met het geloofssysteem van de persoon.
Deze theorie heeft te maken met besluitvorming. Als we dus besluiten om iets te doen wat botst met onze overtuigingen, gebruiken we verschillende strategieën om die spanning te verlichten.
“Wanneer er dissonantie is, zal een persoon actief situaties en informatie vermijden die deze dissonantie waarschijnlijk zouden verhogen, om te proberen deze te verminderen.”
-Leon Festinger-
Leon Festinger, de ontwikkelaar van een revolutionair experiment
Festinger was een Amerikaanse sociaal-psycholoog die in 1919 in New York geboren is. Zijn theorie over cognitieve dissonantie is vooral relevant voor de sociale psychologie, vooral op het gebied van motivatie en groepsdynamiek.
De theorie is gebaseerd op het feit dat mensen zich bewust zijn van hun handelingen en dat we, wanneer we iets doen waar we het niet mee eens zijn, de dissonantie die ontstaan is moeten verlichten.
Het cognitieve dissonantie-experiment
Het cognitieve dissonantie-experiment dat Leon Festinger en zijn collega Merrill Carlsmith in 1957 hadden ontwikkeld, werd uitgevoerd met studenten. Het bestond uit de volgende stappen:
- Eerst werden saaie taken toegewezen aan één student. Deze taken waren repetitief en oninteressant. Het doel van het experiment was echter niet om de uitvoering van dergelijke taken te beoordelen.
- Vervolgens vroegen ze de student om de volgende deelnemer ervan te overtuigen dat het experiment leuk was, nadat hij of zij de kamer had verlaten. Kortom, ze vroegen de student om te liegen.
- Natuurlijk was er een beloning voor de leugen. De onderzoekers boden de studenten twintig dollar aan. De andere helft van de studenten kreeg slechts één dollar aangeboden.
- Vervolgens vertelde de student die wachtte om de kamer te betreden (samen met de onderzoekers), de andere studenten dat een vriend van hem het experiment de vorige week had gedaan en dat diegene had gezegd dat het saai was.
- De proefpersonen logen dus, terwijl de onderzoekers hen observeerden. Ze merkten op in hoeverre het liegen gerechtvaardigd was.
Dit komt, doordat er cognitieve dissonantie ontstond bij de studenten die ermee instemden om te liegen in ruil voor één dollar. Ze moesten zichzelf ervan overtuigen dat dit experiment leuk was om het interne conflict dat het veroorzaakte te verlichten.
Waarom? Omdat de beloning niet goed genoeg was, om de leugen te rechtvaardigen. Tijdens het rechtvaardigen van hun acties, waren ze een stuk gespannener dan de groep die er twintig dollar voor kreeg. De studenten die meer geld kregen, waren veel natuurlijker en minder gespannen.
Het conflict van liegen
We kunnen een aantal conclusies trekken uit het cognitieve dissonantie-experiment. De groep die twintig dollar kreeg, wist heel goed dat het experiment saai was. Deze groep zou het dus kunnen verantwoorden om iets anders te zeggen.
Dit was echter niet zo met de groep die slechts één dollar kreeg. Daar kon je zien hoe de proefpersonen zichzelf probeerden te overtuigen, om de spanning van een ontoereikende beloning te kunnen verlichten.
Conclusie van het experiment van Leon Festinger
Tijdens de laatste fase, na het liegen, vroeg de hoofdwetenschapper aan de deelnemers of ze het echt leuk hadden gevonden. In de groep van de beloning van twintig dollar, zeiden de proefpersonen oprecht dat ze het experiment niet leuk hadden gevonden.
Paradoxaal genoeg heeft de groep die de veel te lage beloning kreeg de leugen opnieuw bevestigd, en velen verklaarden zich zelfs bereid het experiment opnieuw te willen doen.
De resultaten van cognitieve dissonantie
- Vermijding. De proefpersonen hebben de neiging om elke prikkel te vermijden, die ertoe kan leiden dat ze terugkeren naar de staat van de oorspronkelijke dissonantie. Ze vermijden dus situaties, mensen, ideeën en plaatsen waar ze het conflict opnieuw zouden kunnen beleven.
- Zoeken naar goedkeuring. Als gevolg van de strategieën die iemand gebruikt, zoekt de persoon ook de goedkeuring van derden als het gaat om het verhaal en de redenen die tot het verhaal hebben geleid, omdat ze hun gedrag moeten rechtvaardigen.
- Vergelijking. De personen die lijden aan dissonantie, hebben de neiging zichzelf te vergelijken met andere mensen om hun gedrag te rechtvaardigen.
“Iemand die ergens van overtuigd is, moet sociale steun hebben van andere mensen die van hetzelfde overtuigd zijn.”
-Leon Festinger-
Cognitieve dissonantie vandaag de dag
Het is inmiddels zestig jaar geleden dat het experiment van Leon Festinger werd uitgevoerd, maar het onderwerp leidt nog steeds tot vragen en debatten. Bepaalde mensen stellen het bijvoorbeeld voor als een rechtvaardiging voor afweermechanismen, die zich onder verschillende psychologische omstandigheden manifesteren.
Ook wordt het gebruikt bij de psychosociale analyse van criminelen, en mensen die hun acties rechtvaardigen door zich te verschuilen achter een groep of het hebben gekregen van bevelen.
De kracht van veroordeling en de verlichting van schuldgevoelens
Het experiment trekt ook de neiging van de mens om psychologische en mentale verlichting te vinden in twijfel. Het contrast tussen sociale normen en dagelijkse beslissingen veroorzaakt vaker conflicten dan we zouden willen. Het probleem ontstaat wanneer we, door de wens om van de spanning af te komen, uiteindelijk maladaptief gedrag gaan vertonen.
Bovendien kan kennis over cognitieve dissonantie je helpen om deze te identificeren als je er zelf door getroffen wordt. Het kan je ook helpen de invloed die je referentiegroep op je heeft te kunnen beoordelen. Ook stelt het je in staat om te observeren hoe de normen die hier deel van uitmaken je manier van handelen, denken of voelen beïnvloeden.
Onthoud ten slotte dat cognitieve dissonantie je confronteert met je waarden, waardoor je je manier van handelen en jezelf bij kunt stellen.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Tavris, C. y Aronson, E. (2007). Mistakes Were Made (But Not by Me): Why We Justify Foolish Beliefs, Bad Decisions, and Hurtful Acts. Harcourt Books.