Het verband tussen drugs en psychische problemen
De aangename effecten die drugs hebben op de hersenen, die het beloningssysteem belemmeren, zorgen ervoor dat drugsgebruikers verslaafd raken. De invloed op de hersenen zorgt er ook voor dat langdurig gebruik kan leiden tot degeneratie van de neuronen, wat weer invloed heeft op iemands motivatie, emoties, cognitie en de uitvoerende controlefuncties. Dit alles bij elkaar maakt dat er zeker een verband kan bestaan tussen drugs en psychische problemen.
Drugsgebruik leidt jaarlijks zelfs tot enorm veel sterfgevallen. Zo deed de VN in 2017 een wereldwijd onderzoek over drugsgebruik. Hieruit bleek dat het aantal sterfgevallen door drugsgebruik dat jaar met wel 11,4% was gestegen.
Drugs en hun relatie tot dopamine
Dopamine is een neurotransmitter die de hersenen uitscheiden. De belangrijkste functie van deze neurotransmitter heeft te maken met gevoelens van genot. Wanneer we ons realiseren dat we iets leuk vinden, scheiden onze hersenen dopamine uit, wat ons een aangenaam gevoel geeft.
Hierdoor is ons lichaam geneigd om steeds weer opzoek te gaan naar manieren om dat aangename gevoel opnieuw op te wekken.
Eten en seks zijn twee van deze dingen die ervoor zorgen dat de hersenen dopamine uitscheiden, maar drugs horen daar ook bij. Door deze dingen scheiden de hersenen zelfs zeer grote hoeveelheden dopamine uit, in zeer specifieke gebieden, zoals de nucleus accumbens.
Dit gebied staat centraal in het beloningssysteem in de hersenen en de integratie van motivatie en handelingen. Het is in grote mate verbonden met het limbisch systeem en de hippocampus.
Wat voor invloed hebben drugs op de hersenen?
Neuronen zijn de cellen van het zenuwstelsel. Ze zijn verantwoordelijk voor de ontvangst en opslag van informatie, transformatie en gebaren. Tussen neuronen zit ook een ruimte die de synaptische spleet wordt genoemd.
Deze ruimte is erg belangrijk voor het uitscheiden van neurotransmitters die onze interne chemische communicatie mogelijk maken. Nadat de hersenen dopamine hebben uitgescheiden, beweegt dit zich naar de synaptische spleet.
Dit betekent dat wanneer we iets consumeren dat verslavend kan zijn, het dopaminegehalte in deze synaptische spleet omhoog gaat. Drugs kunnen ook gedeeltelijk de heropname van de dopamine in deze spleet blokkeren, waardoor hetzelfde resultaat wordt veroorzaakt.
In beide gevallen zorgt de verhoogde hoeveelheid dopamine in de synaptische spleet ervoor dat we aangename gevoelens of soms zelfs euforie ervaren.
In essentie hebben drugs hetzelfde fysiologische effect als natuurlijke stimuli, zoals een opwindend gesprek met een goede vriend. Het probleem is dat het effect vele malen intenser is.
Het effect van natuurlijke stimuli komt dan uiteindelijk teleurstellend over in vergelijking met het intense effect dat drugs hebben. Dit maakt drugs voor drugsgebruikers natuurlijk des te aantrekkelijker.
Theorieën over dopamine en drugs
Er zijn een aantal hypothesen naar voren gekomen, waarvan sommige niet veel wetenschappelijk bewijs hebben om ze te ondersteunen, die gaan over een tekort aan dopamine in de hersenen.
Het maakt niet uit of dit tekort nu natuurlijke oorzaken heeft of dat het wordt veroorzaakt door een gebrek aan stimuli uit de gebieden die ons gevoel van genot en welzijn controleren. Dit soort hypothesen stellen in ieder geval dat dit tekort aan dopamine iemand meer vatbaar kan maken voor drugsgebruik.
Als het lichaam namelijk niet zelf in staat is om op natuurlijke wijze voldoende dopamine uit te scheiden, is de kans groter dat iemand misbruik maakt van middelen die dit effect wel teweeg kunnen brengen. We mogen echter niet vergeten dat dit nog altijd slechts theorieën zijn. Er is nog veel empirisch bewijs nodig om ze te ondersteunen.
Drugs en psychische problemen
Zoals we aan het begin van dit artikel ook al aangaven, kan er zeker een verband bestaan tussen drugs en psychische problemen.
De DSM-5 classificeert intoxicatie, middelenmisbruik en ontwenning als stoornissen. Deze stoffen zelf kunnen echter ook nog andere psychische problemen veroorzaken. Sommige problemen lijken vaker voor te komen dan andere, terwijl bepaalde problemen zich alleen onder specifieke omstandigheden voordoen.
De meest kenmerkende psychische problemen die in verband kunnen worden gebracht met drugsgebruik zijn, psychotische stoornissen, bipolaire stoornis, depressie en angst.
Deze problemen hoeven zich niet alleen voor te doen wanneer iemand onder de invloed is (dat wil zeggen, als direct effect van de drug zelf), ze kunnen zich ook voordoen als ontwenningsverschijnsel. Sommige drugs kunnen er zelfs voor zorgen dat iemand gedrag gaat vertonen dat erg in de buurt komt van schizofrenie.
Psychotische stoornissen worden gekenmerkt door een verandering in de cognitieve functies van de hersenen. Dit kan zelfs leiden tot verlies van de intellectuele capaciteit. Deze afwijkingen in de cognitieve functies kunnen in verschillende categorieën vallen. Hier is dus duidelijk sprake van een verband tussen drugs en psychische problemen.
Drugs en psychische problemen: veranderingen in perceptie
- Hallucinaties: objecten zien die niet echt bestaan (ruimteschepen, etc.)
- Zinsbedrog: een object bestaat wel, maar het lijkt misvormd (denken dat een echte persoon de duivel in vermomming is)
- Paranoia: drugsgebruikers kunnen ectoparasitose ervaren, dit staat ook wel bekend als het Ekbom Syndroom. Ze kunnen ook het gevoel hebben dat er over hun hele lichaam insecten, zoals mieren, kruipen. De angst die dit veroorzaakt kan drastische beslissingen teweegbrengen, zoals bereid zijn om ook maar elk middel te gebruiken dat de insecten zou kunnen verwijderen (messen, scharen enzovoort)
Veranderingen in het denkvermogen
Er zijn twee manieren waarop drugs veranderingen in iemands denkvermogen kunnen veroorzaken:
- Verlies van het aandacht- of associatief vermogen: iemand die last heeft van dit symptoom, is meestal niet in staat om de stimuli die hij oppikt te sorteren. Wanneer we met iemand praten, pikken we verschillende stimuli op: andere stemmen, voorbijrijdende auto’s, lichten van achtergrondreclames. We zijn dan echter in staat om alleen de informatie vast te houden die we ook willen vasthouden. Deze verandering in het denkvermogen kan er echter ook voor zorgen dat iemand niet alleen kan uitzenden wat hij wil, maar dat hij ook dit soort stimuli op de achtergrond in het gesprek brengt.
- Waanideeën: in dit geval stelt iemand zich dingen voor die niet echt zijn. Deze gedachten kunnen wel sporen van waarheid bevatten. Het kan iets zijn dat in het echte leven zou kunnen gebeuren. Bijvoorbeeld, de persoon raakt ervan overtuigd dat zijn partner hem bedriegt, en ziet zijn partner ook echt voor zich met een vriend van hem. De inhoud van het waanidee is echter niet erg georganiseerd. Het is totaal onlogisch – het verbeelden van stalkers, gekke jaloezie enzovoort.
Drugs produceren ongewone effecten die soms verwoestend zijn. Er bestaat zowel een verband tussen drugs en lichamelijke problemen als tussen drugs en psychische problemen.
De behandeling voor dit soort problemen moet worden afgestemd op het probleem zelf en de mate waarin iemand er last van heeft. Bij de behandeling moet ook rekening worden gehouden met iemands sociale omstandigheden, omgeving en psychobiologie.
Bibliografie
Gil-Verona, J.A., Pastor, J.F., de Paz, F., Barbosa, M., Macias-Fernández, J.A., Maniega, M.A., Rami-Gonzalez, L., and Cañizares-Alejos, S. (2003). Neurologia de la adicción a la drogas de abuso. Revista de Neurologia, 36(4), 361-365.
American Psychiatry Association, (2014), Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders., Washington, DC: United States, American Psychiatry Publishing.