Elektracomplex: wat is het en wat doet het?
Het was Carl Gustav Jung die een van de bekendste theorieën over de psychoseksuele ontwikkeling van meisjes uitlegde: het Elektracomplex. De Zwitserse psycholoog liet zich inspireren door de geschiedenis en symboliek van de Griekse mythe van Elektra.
Elektra was de dochter van de koning van Mycene. Samen met haar broer Orestes stippelde ze een uitgekiend plan uit om de dood van hun vader te wreken. Het ging om het doden van haar eigen moeder en diens minnaar.
Het is in het bijzonder interessant om de etymologische betekenis van de naam te zien. Elektra betekent zowel ‘amber’ als ‘vonk’ door de statische elektriciteit die afkomstig is van amber, een fossiele hars.
Er zijn ook veel moderne auteurs geweest die iets complex en opvallends in het karakter en de naam zagen. Zo inspireerde ze bekende romans als Mourning Becomes Electra van Eugene O’Neill. Dit boek besprak onder andere de onduidelijkheden en psychologische uitsparingen binnen een familie uit de jaren dertig.
“Het pendulum van de geest wisselt tussen betekenis en onzin, niet tussen goed en kwaad.”
-Carl Gustav Jung-
De theorie van Jung
Carl Gustav Jung was de eerste die deze mythologische figuur vanuit een psychologisch standpunt gebruikte. In 1912 zou het concept van Elektra dienen om de vroege fixatie van meisjes op hun ouders te illustreren.
Het Elektracomplex is ook de tegenhanger van het Oedipuscomplex, dat ontwikkeld is door Sigmund Freud. Het Oedipuscomplex komt uit de Oedipus-mythe van Sophocles, uit de klassieke Griekse mythologie. Hierin beschreef de beroemde vader van de psychoanalyse het idee dat elke jongen zich in een bepaald stadium aangetrokken voelt tot zijn moeder, en zijn vader als een rivaal ziet.
Psychologen zien dit soort aantrekkingskracht (wat vreemd kan klinken voor de gemiddelde persoon) als een normaal stadium van psychologische ontwikkeling voor alle kinderen tussen drie en zes jaar oud. Na deze leeftijd lost deze fixatie of voorkeur zich vanzelf op. Laten we er nu in meer detail naar kijken…
Hoe begint het Elektracomplex?
Om dit complex te begrijpen en hoe het zich vormt, moeten we in de juiste context komen. We komen van een psychoanalytische benadering. Een aspect waar Sigmund Freud onder andere veel van zijn werk aan wijdde was de psychoseksuele ontwikkeling en hoe seksualiteit wordt beheerd in de vroege stadia van het leven. Het was een van de grote revoluties van het Freudiaanse denken. Tot dan toe dachten psychologen niet dat kinderen seksualiteit konden ervaren.
“Om een vader te zijn, moet je ophouden een zoon te zijn.”
-Carl Gustav Jung-
De manier waarop we onze seksualiteit ontwikkelen en reageren op seksuele impulsen tijdens de vroege kindertijd, zal bepalen hoe volledig we volwassen worden en hoe evenwichtig en ‘gezond’ onze psycho-effectieve ontwikkeling is. Echter, het handhaven van bepaalde fixaties kan leiden tot psychische stoornissen. Freud zelf bestempelde deze neuroses en problemen als ‘afwijkend’.
Maar Carl Gustav Jung verschilde van mening over deze kwesties. Iets wat Jung in de eerste plaats opvatte, is dat er een ernstig ‘theoretisch vacuüm’ bestond in de theorie van Freud. Het Oedipuscomplex richtte zich alleen op mannen, en alleen op de intense fysieke en emotionele band tussen zonen en moeders in de eerste zes levensjaren.
Daarom ontwikkelde hij in 1912 zijn theorie over het Elektracomplex om die leegte op te vullen. Zijn idee was in de eerste plaats om perspectief te bieden op het gebied van de ontwikkeling van vrouwen.
Kenmerken van het Elektracomplex
Het Elektracomplex kent verschillende fasen. Hieronder zullen we heel kort uitleggen wat elke fase is en hoe deze zich manifesteert.
Eerste fase: aangetrokken voelen tot de moeder
Carl Jung was er zeker van dat de emotionele band tussen een meisje en haar moeder in de eerste drie levensjaren veel intenser is dan die tussen een jongen en zijn moeder. Deze eerste hechting zal later ‘de terugkeer’ markeren. We hebben het onder andere over de noodzaak voor het meisje om zich te identificeren met haar moeder om een aantal van de kenmerken van de moeder op te nemen in haar persoonlijkheid en zelfs het internaliseren van haar moraliteit in het ‘super ego’.
Tweede fase: aangetrokken worden tot de vader
Op de leeftijd van drie of vier jaar stopt het meisje met het voelen van een dergelijke aantrekkingskracht naar haar moeder en begint ze met het tonen van aantrekkingskracht naar haar vader.
- Het Elektracomplex begint namelijk wanneer meisjes ontdekken dat ze geen penis hebben. Ze voelen nu een verlangen om te verkrijgen wat dit seksuele orgaan symboliseert. Daarnaast bevestigen psychoanalytici dat deze houding ten opzichte van de vaderlijke figuur een zekere rivaliteit en afstand creëert ten opzichte van de moeder.
- Meisjes kunnen dus jaloers worden en onder andere gedrag vertonen zoals bezittelijke genegenheid voor de vader. Ook kunnen ze vijandigheid tonen als ze niet krijgen wat ze willen van de vaderfiguur.
De natuurlijke oplossing van het Elektracomplex
Wanneer het meisje zes of zeven jaar oud is, zal ze weer de behoefte voelen aan gezelschap van en identificatie met de moeder. Zo zal imiterend gedrag en nieuwsgierigheid naar de vrouwelijke wereld ontstaan als ze zich vestigt in haar genderrol.
Jung benadrukte in zijn theorie dat deze hele fase deel uitmaakt van de normale ontwikkeling van een meisje. Het vormt de basis van haar emotioneel, sociaal en psychologisch gedrag, dat in latere jaren zal blijven rijpen. Uiteindelijk zou alle wrijving moeten verdwijnen en zouden meisjes hun moeders niet moeten zien als vijanden of rivalen.
Wat is er waar over de Elektracomplextheorie?
Veel meisjes geven de voorkeur aan hun vader op een bepaald moment in hun leven. We moeten echter wel opmerken dat de moderne psychologie deze oedipale en elektratheorieën als zeer verouderd beschouwt, evenals de klassieke psychoseksuele stadia die gekenmerkt worden door een orale, anale en fallische fase.
In feite zijn er bekende psychoanalytici die deze visie en theorie niet delen. Zo zegt de Duitse psychoanalyticus Karen Horney dat het idee dat meisjes jaloers zijn op de penis van hun vaders, beledigend is voor vrouwen.
Als een meisje gedrag vertoont dat zo gewoon is als het zoeken naar meer genegenheid van papa dan van mama, het grootste deel van haar tijd met hem doorbrengen of zeggen dat ze met papa wil ‘trouwen’, dan is er niets slechts of pathologisch aan.
Haar vader is immers haar dichtstbijzijnde mannelijke rolmodel. De fantasieën, spelletjes en gedragingen zullen op natuurlijke wijze verdwijnen naarmate socialisatie met leeftijdgenoten belangrijker wordt.
Carl Gustav Jung zelf gaf zelfs geen volledig biologische of universele waarde aan dit gedrag. Het is gewoon gedrag dat ontstaat bij sommige meisjes en meestal na een korte tijd verdwijnt.
Bibliografie:
– Freud, S. “Three Essays on the Theory of Sexuality” Basic Books: Nueva York
– Jayme, María y Victoria Sau (1996) Psicología diferencial del sexo y el género: fundamentos, pp. 109, 110. Icaria Editorial
– Jung, C. G.: Obras completas, Madrid: Editorial Trotta, 1999/2016.
– Scott, J. (2005). Electra después de Freud: El mito y la cultura. Estudios de Cornell en la historia de la psiquiatría. Ithaca: Cornell University Press.