Een aanpassingsstoornis: een controversiële aandoening
Een aanpassingsstoornis (AD) of stressrespons syndroom (SRS) is een soort ‘niemandsland’. Het is een klinische entiteit waarvoor een grote vaardigheid nodig is om de diagnose te stellen, omdat er een uiterst dunne lijn is tussen het normale en het pathologische. Zozeer zelfs dat mensen die geconfronteerd worden of zijn geweest met zeer stressvolle en langdurige situaties deze diagnose zouden kunnen krijgen.
Wat is echter precies een aanpassingsstoornis? We leggen het uit.
“Wat ons in staat stelt om als soort te overleven is niet intelligentie of kracht, maar ons vermogen om ons aan te passen.”
-Natalia Gómez del Pozuelo-
Een aanpassingsstoornis/stressrespons syndroom
Deze aandoening (Spaanse link) bestaat uit de ontwikkeling van affectieve symptomen als gevolg van ervaren druk. De bron van de stress moet aanwijsbaar zijn. Bijvoorbeeld een sentimentele breuk, kanker of een ontslag. Bovendien moeten deze symptomen, om de diagnose te kunnen stellen, optreden in de drie maanden na genoemde stressoren (APA, 2015) en maximaal zes maanden aanhouden.
Zoals elke klinische entiteit moet het ongemak dat deze stoornis veroorzaakt intens genoeg zijn om verschillende belangrijke levensgebieden te beïnvloeden. Bijvoorbeeld interpersoonlijk, familie of werk. Bovendien voelt de lijder intens ongemak (WHO, 2021).
Lijders aan een aanpassingsstoornis ervaren gevoelens van extreme bezorgdheid (Spaanse link). Ze kunnen dingen zeggen als “Nu mijn partner me verlaten heeft, wat moet ik dan doen?” of “Ik ben mijn baan kwijt, ik ben een mislukkeling.”
Bovendien vinden ze het moeilijk om zich “aan te passen” aan de bron van stress en lijden ze daardoor. De symptomen die ze ontwikkelen zijn echter lang niet zo ernstig als bij andere aandoeningen als depressie of gegeneraliseerde angststoornis.
“Een aanpassingsstoornis is een maladaptieve reactie op een identificeerbare psychosociale stressor of meerdere stressoren.”
-Wereldgezondheidsorganisatie-
De controverse over een aanpassingsstoornis
Is het zinvol om stress die in een specifieke situatie overweldigend wordt te bestempelen als een psychische stoornis? Bedenk dat deze reactie van ongemak hooguit een half jaar duurt. In dit verband wijst Belloch (2020) erop dat de scheidslijn die ‘het normale’ scheidt van ‘het pathologische’ buitengewoon fijn is.
De American Psychiatric Association beweert dat de diagnose AD/SRS alleen kan worden gesteld als er sprake is van lijden na een stressvolle gebeurtenis. Maar de meeste baanverliezen of scheidingen doen mensen toch lijden? Daarom zouden zij (en vele andere stressvolle situaties) bij mensen AD/SRS kunnen uitlokken.
“Historisch gezien hebben de eenvoud en laksheid van de criteria die aanpassingsstoornissen definiëren aanleiding gegeven tot controverse over hun klinisch nut.”
-Amparo Belloch-
Is de stoornis klinisch significant?
In het geval van de sociale angststoornis weten we hoe we ermee om moeten gaan, wat de oorzaken kunnen zijn, en wat de optimale behandeling zou zijn. Dit gebeurt echter niet bij AD/SRS. Is een diagnose daarom echt nuttig?
Wat echt dubbelzinnig is aan AD/SRS is dat de diagnose wordt gesteld op basis van de stressor (Belloch, 2020). De stressor heeft niet de potentie om een andere ‘ernstigere’ psychische stoornis te veroorzaken (d.w.z. hij is verre van levensbedreigend, zoals in het geval van de posttraumatische stressstoornis).
In feite is het een ‘kleine’ stressfactor. Dat gezegd hebbende, leidt het toch tot de ontwikkeling van een stoornis.
Bovendien, als de symptomen in een bepaalde periode (respectievelijk drie en zes maanden) moeten ‘verschijnen en verdwijnen’ (Belloch, 2020), zou gezegd kunnen worden dat het een normale reactie is op de impact van een pijnlijke gebeurtenis die binnen een relatief korte periode oplost.
Om deze reden zou AD/SRS wel eens niet de status van een stoornis kunnen hebben en gewoon de normale evolutie zijn van het omgaan met een schokkende gebeurtenis die pijn en lijden veroorzaakt.
“We kunnen vaststellen dat het gaat om beelden in evolutie of resolutie, of om voorbijgaande aandoeningen die spontaan oplossen.”
-Amparo Belloch-
Het bepalende element van AD/SRS
Bij AD/SRS kunnen zich affectieve symptomen ontwikkelen, zoals die welke kenmerkend zijn voor depressie. Dit zijn symptomen van angst of zelfs gedragsstoornissen.
Met andere woorden, de kenmerkende symptomen van een depressieve stoornis, angststoornissen en gedragsstoornissen. Maar verre van deze symptomen onder deze diagnostische labels te diagnosticeren, bestaat AD/SRS. Het is een mengelmoes, een soort ‘multi-symptoom mixed bag’.
Er bestaat wetenschappelijk bewijs voor het ontbreken van verschillen tussen AD/SRS en major depressive disorder (MDD). Het lijkt erop dat de ernst van de symptomen en de functionele achteruitgang in beide gevallen vergelijkbaar zijn (Belloch, 2020).
Functioneel herstel verloopt bij AD/SRS sneller dan bij MDD. Het ontbreken van elementen die AD definiëren als een ‘zuivere’ klinische entiteit, goed gedefinieerd en afgebakend, vormt de basis van de controverses rond het nut van dit diagnostische label.
Is er voldoende wetenschappelijk bewijs?
Er zijn vele subtypen van AD/SRS. Volgens de APA (2015) komt het voor met:
- Gevoelens van depressie.
- Symptomen van angst.
- Symptomen van angst en depressie samen.
- Gedragsstoornissen.
- Gedragsstoornissen en angst-depressieve symptomen.
- Niet gespecificeerd.
Dit betekent dat AD/SRS de klinische entiteit is met de meeste subtypen (Belloch, 2020). Maar, ze missen de relevantie of specificiteit die nodig is voor het gebruik ervan. Daarom geeft de Wereldgezondheidsorganisatie er de voorkeur aan AD/SRS-subtypen te elimineren.
“Uit longitudinaal onderzoek blijkt dat het meest voorkomende symptoomprofiel het gemengde angstig-depressieve is.”
-Amparo Belloch-
Zoals je ziet is het onderwerp controversieel. De diagnose AD/SRS kan in sommige gevallen nuttig zijn, omdat het aanwijzingen kan geven over hoe de patiënt zou kunnen evolueren naar andere meer gedefinieerde en ernstigere klinische entiteiten, zoals depressie.
Aan de andere kant is het een ‘gemengde zak’ van slecht gedefinieerde symptomen die tot verkeerde diagnoses kan leiden. Het zou zelfs normale reacties, zij het maladaptief, op een diep pijnlijke situatie, zoals het verlies van een baan of een partner, kunnen ‘pathologiseren’.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
-
Belloch, A. (2023). Manual De Psicopatologia. Vol. II (2.a ed.). MCGRAW HILL EDDUCATION.
-
CIE-11. (s. f.). https://icd.who.int/es
-
Carrobles, J. A. S. (2014). Manual de psicopatología y trastornos psicológicos (2a). Ediciones Pirámide.
-
First, M. B. (2015). DSM-5. Manual de Diagnóstico Diferencial. Editorial Médica Panamericana.
-
Herrero Gómez, V., & Cano Vindel, A. (2010). Un caso de trastorno adaptativo con ansiedad: evaluación, tratamiento y seguimiento. Anuario de Psicologia Clinica y de la Salud/Annuary of Clinical and Health Psychology, 6, 53-59.
-
Domínguez-Rodríguez, I., Prieto-Cabras, V., & Barraca-Mairal, J. (2017). Un estudio de caso de trastorno adaptativo con ansiedad por situación de sobrecarga laboral. Clínica y Salud, 28(3), 139-146.