De vijf sleutels tot geluk volgens Carl Jung
De sleutels tot geluk van Carl Jung zijn nu nog net zo waar als vroeger. De Zwitserse psychiater en vader van de analytische psychologie was veel meer dan alleen de man die ons concepten als archetypen en het collectieve onbewuste naliet.
Jung was een expert in de complexe alchemie van menselijke emoties, beelden, behoeften en de sleutels tot geluk.
“Wij zijn de oorsprong van al het komende kwaad,” zei hij ooit in een interview tijdens de Koude Oorlog. Hij zei ook: “Ik ben niet wat er met mij is gebeurd, ik ben wat ik kies om te worden.” Hij wist dat de mens tot vreselijke dingen in staat was, maar ook tot grootsheid. Volgens hem kun je alleen hoop en welzijn bereiken door middel van individualisering.
Dat interessante concept heeft ook een sterke relatie met Jungs concept van geluk. Voor hem was het een proces van mentaal vrij worden. Je zou zonder angst kunnen leven en een heel persoon worden met niets in de schaduw. Je onderbewustzijn zou naar boven komen en je zou een duidelijk gevoel hebben voor je doelen.
Dit idee was zonder twijfel de hoeksteen van het denken van de vader van de spirituele psychologie. Hij stelde ook een eenvoudige lijst samen van de dingen waarvan hij dacht dat ze iemand naar het geluk konden leiden. Hij deed dit tijdens een serie interviews die hij verzamelde in het boek C.G. Jung Speaking (1987).
“Het voorrecht van het leven is om te worden wie je werkelijk bent.”
-Carl Gustav Jung-
De sleutels tot geluk volgens Carl Jung
Er zijn ontzettend veel lijstjes over hoe je gelukkig kunt worden. Veel van deze vallen echter in die valkuil van positiviteit die eigenlijk niet erg diep gaat. Ze zijn niet realistisch en bieden ook geen concrete hulp. De sleutels tot geluk van Carl Jung lijken misschien ook simplistisch, maar er is één ding dat hen onderscheidt.
De vader van de analytische psychologie zei dat als je blindelings over deze vijf dingen heen gaat, je uiteindelijk het tegenovergestelde van hun doel bereikt.
Wat je moet doen is duidelijke doelen hebben, maar ook flexibel, ontvankelijk en intuïtief zijn. Zoals Jung zou hebben gezegd, je moet in staat zijn om de synchroniciteiten te zien die onverwachte wonderen in je leven kunnen brengen. Laten we nu maar eens gaan kijken naar Jungs vijf sleutels tot geluk.
1. Goede lichamelijke en geestelijke gezondheid
Je kunt het ene niet hebben zonder het andere. In feite geloofde Carl Jung dat psychologie eigenlijk de enige wetenschap was die ons als mens kon redden en ons welzijn kon meten.
Hij dacht echter niet dat het enige doel van de psychologie was om psychische stoornissen en lijden te behandelen. Hij zag het ook als een middel om onszelf als mensen te vervullen, onze doelen te verduidelijken en te leren wie we zijn. Dat was voor hem net zo goed een van de sleutels tot geluk als lichamelijke wellness.
2. Goede relaties
De kwaliteit van je relaties met andere mensen is een pijler die je in elk handboek voor geluk zult zien. Het is niet goed om het leven los te koppelen van andere mensen. Je hebt genegenheid, vriendschap, veiligheid en liefde nodig. Je moet communiceren, delen, nieuwe horizonten ontdekken, leren hoe je moet zorgen en verzorgd moet worden, en betekenisvolle banden creëren.
3. Het vermogen om schoonheid in kunst en natuur waar te nemen
Kunst is een cultureel product dat door mensen wordt gemaakt en dat meer is dan alleen een esthetische creatie. Elk kunstwerk bevat ook de essentie van een mens. Ze hebben hun emoties, creativiteit, idealisme en vernieuwingsdrang gestopt in dingen die begonnen zijn in hun geest en in wat Jung het collectieve onbewuste noemde.
Je moet in staat zijn om alles te waarderen wat je kan verheffen, je plezier te brengen en je gelukkig te maken. Dit geldt ook voor het kunnen waarderen van de natuur. Onze wortels liggen in de natuur. Elk wezen en elke plaats op onze planeet kan je een uitstekende wijsheid geven als je weet waar je moet kijken.
4. Geloof ergens in, een religie en filosofie
Voor Carl Jung was er geen geluk zonder spiritualiteit. Of je nu een religieuze doctrine of een filosofische stroming volgde, hij dacht dat geloven “in iets” een basis voor welzijn kon zijn.
Het geeft elke ervaring een context en een oorsprong, en geeft je het gevoel dat er meer is dan het oog op deze wereld. Het geeft je een gevoel van betekenis en doelgerichtheid.
5. Een bevredigende baan
Jung sprak veel over hoe hij als kind archeoloog wilde worden. Het leven leidde hem uiteindelijk tot de geneeskunde en hij specialiseerde zich vervolgens in de psychiatrie.
Hij kon zijn passie voor geschiedenis, antropologie en een verlangen om te “graven” in de diepste delen van de mensheid nog steeds gebruiken. Dat deed hij echter door middel van analytische psychologie.
Het ligt niet altijd in je handen of je nu wel of niet een bevredigende baan hebt. Als je de juiste keuzes kunt maken over je carrièrepad, met een duidelijk gevoel voor je doelen, zul je makkelijker een bevredigende baan kunnen vinden.
Uiteindelijk gaat het bij geluk er ook dat je het beste van jezelf geeft, en dat is het makkelijkst als je iets doet waar je goed in bent en gepassioneerd over bent.
Conclusie
Tot slot heeft Socrates ooit gezegd dat je in het diepste van jezelf moet afdalen om geluk te vinden. In zekere zin is dat niet zo anders dan waar Jung voor pleitte. Het gaat erom dat je je bewust wordt van je innerlijke stem. Als je dat eenmaal hebt gedaan, voel je je vrij en in staat om het leven dat je wilt leven vorm te geven.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Jung, Carl. Gustav ( 2005) Recuerdos, sueños, pensamientos. Madrid: Seix Barral