Aristoteles en geluk, het uiteindelijke doel
We willen allemaal gelukkig zijn. Wat is echter precies geluk? Aristoteles stelde de vraag wat geluk is al eeuwen geleden. In dit artikel bekijken we enkele van zijn conclusies.
In zijn boek, Ethica Nicomachea, bouwde Aristoteles zijn theorie op over geluk en het goede leven. Dit werk behoort tot de ethiek, een tak van de filosofie die vragen stelt als: Wat is kwaad? Wat is goed? Hoe kunnen we juist handelen? Hoe kunnen we een gelukkig leven hebben ondanks de ups en downs van het bestaan?
In dit artikel zullen we ons onderdompelen in de ethiek van Aristoteles, gedachten die vandaag de dag nog steeds gelden.
Geluk volgens Aristoteles
Aristoteles geloofde dat geluk een centraal begrip was. In het eerder genoemde boek betoogde de filosoof dat geluk het uiteindelijke doel is van het menselijk leven. Maar, wat bedoelde hij daarmee?
Alle menselijke handelingen bestaan uit middelen en doelen. Als je doel bijvoorbeeld eten is (je hebt honger), dan zijn de middelen al die handelingen die je verricht om je behoefte te bevredigen. Dit kan inhouden dat je nadenkt over wat je wilt eten, welke ingrediënten je nodig hebt, die koopt en kookt, enz.
Volgens Aristoteles hebben wij als mensen een einddoel. Met andere woorden, het geheel van middelen en doelen die we in de loop van ons leven hebben uitgevoerd zijn allemaal gericht op een bepaald punt. Als je daarom een oude man vraagt of hij een gelukkig leven heeft gehad, zal zijn antwoord alle handelingen omvatten die hij in de loop van zijn bestaan heeft verricht.
Aristoteles geloofde dat jonge mensen niet kunnen streven naar geluk op de manier die hij voorstelde, omdat het alleen toegankelijk is door oefening en ervaring. Kinderen en jongeren bevinden zich echter in een eerder stadium, waarin leren overheerst. Hoe meer ervaring ze opdoen, hoe dichter ze bij het bereiken van geluk komen, door Aristoteles opgevat als het uiteindelijke doel van het leven.
Deugd en geluk
Voor Aristoteles was deugd een ander belangrijk begrip, omdat we door ernaar te streven geluk kunnen bereiken. Onder deugd wordt verstaan het optimaal of uitstekend uitvoeren van een functie of handeling. Deze handelingen zijn onze karaktergewoonten, de handelingen die ons vormen tot deugdzame mensen. Ze kunnen als goed of slecht worden beschouwd.
Daarom geloofde Aristoteles dat geluk een toestand van volledig welzijn is, bereikt door de beoefening van deugd. Het is volledig omdat het het enige is dat nodig is om het leven op zichzelf waarde te geven.
Aristoteles was van mening dat deugdzaamheid wordt bereikt door oefening en gewoonte. In feite is het een oefening. Hij beweerde dat we niet deugdzaam geboren worden, maar dat we het worden. Bijgevolg geloofde hij dat geluk niet toevallig wordt bereikt, maar het resultaat is van voortdurende en aanhoudende inspanning.
Ethische deugden en geluk
Aristoteles dacht dat ethische deugden, of uitmuntendheid van karakter, in voortdurende spanning staan tussen wil en verstand. We moeten niet vergeten dat hij geloofde dat de rede en het denken de functie van de mens onderscheidt van die van andere soorten. We weten echter dat we als mensen niet alleen begiftigd zijn met intelligentie, maar dat we ook verlangens of passies hebben.
Daarom is het belangrijk om de rol van gewoonte op de weg naar ethische deugden en geluk te benadrukken. We kunnen immers niet in één keer deugdzame handelingen en karakters smeden. Dus moet de rede onze verlangens reguleren om tot deugdzaamheid te komen. Hoe doen we dat? Via een ander begrip van Aristoteles: het middelpunt of de mediaan.
Het middelpunt en het bereiken van geluk
Aristoteles beweerde dat deugd het evenwicht is tussen twee uitersten. Uitmuntendheid van karakter kan men bereiken wanneer men de juiste harmonie heeft gevonden tussen deze uitersten, waarvan het ene overdaad en het andere gebrek is. Matigheid is bijvoorbeeld het midden of het evenwicht tussen het teveel, dat losbandigheid is, en het tekort, dat ontbering is.
Hoe meer we streven naar evenwichtige karakters, hoe meer we naar het midden gaan en extremen vermijden. Alleen door het uitvoeren van handelingen kunnen we ethische deugden leren en verwerven. Als we bijvoorbeeld eerlijk willen zijn, moeten we eerlijke handelingen verrichten.
Wil en keuze: de weg naar geluk
Aristoteles was van mening dat de handelingen die tellen die zijn welke we uitvoeren met volledig gebruik van onze vrijheid en volledige kennis van de omstandigheden. Als iemand gedwongen wordt iets te doen of dat onder dwang doet, is die handeling dus niet moreel relevant.
Naast gewoonte is het middenpunt gebaseerd op keuze, die het resultaat is van overleg of bezinning. Hier spelen middelen en doelen een belangrijke rol. In feite evalueren we voor elk gegeven doel de beste middelen om het uit te voeren. Het denken kunnen we dus beschouwen als een actieplan dat ons, over het geheel genomen, leidt op de weg naar geluk.
Gemeenschap en geluk volgens Aristoteles
Aristoteles betoogde dat geluk niet geïsoleerd bereikt kan worden. Het maakt integraal deel uit van een goed geleefd leven in een gemeenschap. In feite telt het geluk van het geheel, niet alleen het geluk van het geïsoleerde individu. Deugdzaamheid is essentieel om in harmonie met anderen te leven. Geluk wordt bereikt als we in deugdzame gemeenschappen leven.
Momenteel is Aristoteles’ onderzoek in de Nicomachische Ethiek hervat om na te denken over hoe zijn filosofie ons kan helpen om na te denken, niet alleen over onze gemeenschappen, maar ook over onderwijs. Zoals we al eerder zeiden, doet het geluk van het geïsoleerde individu er minder toe dan het geluk van de gemeenschap.
Daarom hechtte Aristoteles aan een opvoeding van deugden, waarin voorzichtigheid de overheersende deugd is.
Aristoteles en het hedendaagse begrip geluk
Samenvattend kunnen we zeggen dat Aristoteles geloofde dat geluk het uiteindelijke doel is van het menselijk leven. Men kan dit bereiken door de beoefening van deugdzaamheid. Op zijn beurt wordt deugdzaamheid bereikt door oefening en gewoonte.
Verder vormen rationele en intelligente keuzes voor de uitvoering van doelen een deugdzaam karakter. Langs dezelfde lijnen definieert men geluk als een toestand van evenwicht en gemoedelijkheid. Bovendien is het essentieel om in harmonie te leven in een deugdzame gemeenschap.
Zijn uitleg staat echter ver af van het huidige, wat ongeduldige, concept van geluk. Voor sommigen bestaat geluk namelijk uit het verkrijgen van materiële goederen. Voor anderen is het het vermijden van bepaalde sensaties, zoals pijn.
Zoals je ziet had Aristoteles zijn eigen idee van geluk. Hoewel het vele jaren geleden is dat hij het formuleerde, is het nog steeds het overwegen waard. Waarom haal je er niet uit wat je wilt, bedenk wat jou het gelukkigst maakt, en ontwikkel je eigen definitie van geluk?
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Marcos, Alfredo. (2011). Aprender haciendo: paideia y phronesis en Aristóteles. Educação, 34(01), 13-24. Recuperado em 31 de janeiro de 2023, de http://educa.fcc.org.br/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S1981-25822011000100003&lng=pt&tlng=es.