Als je je eigen vijand bent
Als jij een vijand bent van jezelf, ervaar je gevoelens van afwijzing van wie je bent en wat denkt en voelt. Het betekent het uitoefenen van een vernietigende en buitensporige zelfkritiek op alles wat je doet en het saboteren van iedere kans om beter of gelukkiger te worden.
Er is geen liefde zonder haat, net zoals dat er geen haat is zonder liefde. Beide gevoelens zijn als dag en nacht: kop en munt van dezelfde munt. Zelfs in de meest transparante of tedere relaties zijn er altijd barsten of uitingen van haat. Dit komt omdat alle vormen van liefde tot op zekere mate ontevredenheid inhouden. Er is geen volmaakte liefde, want er zijn geen volmaakte mensen.
We houden van en zijn geliefd door anderen op manieren die niet perfect zijn. Dit geldt ook voor onze liefde voor onszelf: hij is nooit volledig tot het punt dat twijfels of scheuren niet voorkomen.
Wat wel duidelijk is, is dat hoe consistenter onze eigenliefde is, des te vollediger zullen we in staat zijn om anderen lief te hebben. Maar wat gebeurt er als in plaats van dat we van onszelf houden, we onszelf haten? Wat gebeurt er als we doen alsof we onze eigen vijand zijn?
“Zelfs je grootste vijand kan je niet zo veel schaden als je eigen gedachten.”
-Boeddha-
Je eigen vijand zijn, waarom?
Het zou logisch zijn als we onszelf zouden vertellen dat we het goed moeten doen in het leven. Maar dat gebeurt niet altijd. Vaak maken we zelf ons leven tot een hel.
Niemand wordt vol haat geboren. Zelfs het tegenovergestelde. Aan het begin van ons leven vragen we om alles en geven we niets terug. We twijfelen niet aan de oprechtheid van onze wensen en verlangens. Maar het is precies tijdens de kindertijd dat we beginnen met het verzinnen van deze negatieve fantasieën over onszelf en dit kan de rest van ons leven duren.
Wat ons tot die fatale overtuiging brengt, is de aanwezigheid van iemand die ons erin laat geloven. Het is een persoon van wie we houden en het is een fundamenteel deel van onze groei. Onze vader, onze moeder of beiden. Soms is het de hele familiestructuur of iemand van wie we op een andere manier afhankelijk zijn.
In het algemeen maken we een reeks van leed: ouders, of de hele familie, herhalen wat ze zelf hebben ervaren aan het begin van hun eigen leven.
Vaak houden deze relaties onverschilligheid tegenover de wensen van anderen in en ook verdriet, schaamte en agressie, verwaarlozing en de dreiging met verlating en afwijzing. Harde stiltes, ontkenning van gevoelens. Afwijzing en straf voor een bepaalde uiting van geldingsdrang. Ernst in de beproevingen en onderdrukking van emoties. In een dergelijke sfeer is het zeer moeilijk om de voorwaarden voor een oprechte waardering op te bouwen voor jezelf en anderen.
De fatale cyclus
Minachting voor jezelf is zowel bewust als onbewust aangeleerd. Ieder van ons draagt een bepaald element van zelfdestructieve impulsen met zich mee, die groeien en sterker worden als ze gevoed worden.
Wat volgt is zeker een moeilijk verhaal. Het kind wordt een tiener en dan een volwassene die meer of minder ingenomen wordt door gevoelens van verdriet, woede en schuld. Het ergste is dat deze gevoelens veel onzekerheden met zich mee brengen. Verdriet, woede en schuld komen voort uit vrijwel alles en richten zich op alles en iedereen tegelijk.
Sommige ideeën komen automatisch naar boven: ik kan het niet, ik ben niet goed genoeg, ik ben bang, ik ben waardeloos, ik doe er niet toe. Dit uit zich ook in wat ze voelen voor anderen: ze kunnen het niet, ze zijn niet goed genoeg, ze zijn bang, ze zijn waardeloos, ze doen er niet toe.
Dit resulteert in een fatale cyclus die een schadelijke relatie met zichzelf onderhoudt, wat op zijn beurt resulteert in een destructieve relatie met anderen. Dit creëert slechte ervaringen die het idee blijven voeden dat iemand slecht of niet waardig is.
In de afwezigheid van liefde voor jezelf is er een mechanisme ontstaan dat bekend staat als “identificatie met de agressor”. Dit betekent dat je jezelf gaat gedragen als de personen die je zo hebben geschaad. Dit is natuurlijk een onbewust mechanisme.
Als kind wilden we liefde, erkenning en respect, maar misschien hebben we het tegenovergestelde gekregen. In plaats van deze reacties in twijfel te trekken, proberen we net zo te zijn als degenen die ons afwezen, verlieten of aanvielen.
Deze persoon is gevangen in een spiegel. Dat wil zeggen: hij of zij houdt deze negatieve houding in stand. Ze internaliseren de haat of afwijzing waaronder zij hebben geleden en voelen dat die gevoelens tegenover zichzelf waar zijn.
Aan de basis van veel voorkomende problemen, zoals depressie, liggen deze verhalen. We aanvaarden passief dat we inderdaad de behandeling verdienden die we hebben kregen en we eindigen met het dragen van gewicht dat niet voor ons bedoeld is.
–Afbeeldingen met dank aan Ryohei Hase–