Wat zijn neuromythen precies?

Denk jij dat mensen niet al hun hersencapaciteit gebruiken? Of dat linkshandigen creatiever zijn? Dit zijn populaire ideeën, maar er is geen wetenschappelijk bewijs voor. Vandaag ontkrachten we een aantal veelvoorkomende neuromythen.
Wat zijn neuromythen precies?

Laatste update: 02 juni, 2021

Naarmate de neurowetenschappen meer ontdekkingen over het menselijk brein doen, is de belangstelling voor dit gebied exponentieel gegroeid. Helaas is een gevolg van deze toegenomen belangstelling de misinterpretatie of decontextualisering van onderzoek over de hersenen, wat leidt tot wat wij nu “neuromythen” noemen.

Deze mythen over neurowetenschappelijke kennis lijken vooral in de onderwijswereld wijdverbreid te zijn. Het gevolg is dat ouders, leerkrachten en leerlingen bepaalde onjuiste overtuigingen over de hersenen en over het leerproces hebben gekregen.

Dit soort informatiebias heeft geleid tot onderwijsmethoden die niet op bewijs zijn gebaseerd. Het leidt ook tot verkeerde oordelen en percepties die van invloed zijn op de manier waarop opvoeders (ouders en leerkrachten) het leerproces benaderen (Engelse link).

Een tekening van de hersenen, waar mensen met vergrootglazen naar kijken

Het ontkrachten van neuromythen

Alle neuromythen vinden hun oorsprong in echte wetenschappelijke kennis. Om de een of andere reden verdraaien mensen echter de informatie of kijken ze alleen naar een heel specifiek aspect van het onderzoek. Hieronder zullen we de drie meestvoorkomende neuromythen ontkrachten.

1. Mensen gebruiken slechts 10% van hun hersenen

Dit is waarschijnlijk de meest verbreide neuromythe van allemaal, herhaald door onder meer pedagogen, parapsychologen en reclamebureaus.

De mythe suggereert dat mensen slechts 10% van hun hersenen gebruiken, maar dat je dat percentage kunt verhogen met bepaalde training- of leertechnieken. Het impliceert dat de andere 90% van je hersenen in principe ongebruikt is.

De kern van waarheid in deze neuromythe is dat de hersenen een krachtig orgaan zijn en dat ze, door de manier waarop ze werken, nooit voor 100% werken. Dat betekent niet dat je je capaciteiten niet kunt verbeteren.

De verbeteringen gebeuren echter door verbindingen te versterken, nieuwe netwerken te creëren en de gezondheid van de hersenen te verbeteren. Het is geen kwestie van “ruimte.”

Als je hersenen 100% geactiveerd zouden zijn, zou dat een enorme hoeveelheid energie vergen. Het zou ook elk soort gedrag op hetzelfde moment in gang zetten. De hersenen werken door verschillende zones te activeren die met elkaar in verbinding staan om bepaalde gedragingen of cognitieve processen in gang te zetten.

Wetenschappers hebben ook gezien dat wanneer je slaapt, je hersenen nog steeds een zekere mate van activiteit vertonen. Je gebruikt dus wel 100% van je hersenen, maar niet allemaal tegelijk.

2. Je kunt beter leren als je je “leerstijl” volgt

Een andere wijdverspreide overtuiging is dat studenten beter leren als de presentatie van de informatie samenvalt met hun leerstijl. Mensen onderscheiden meestal drie verschillende stijlen:

  • auditief
  • kinesthetisch
  • visueel

Volgens deze overtuiging moet je elke leerling op een andere manier onderwijzen, rekening houdend met zijn of haar leerstijl. Sommige scholen gaan zelfs zo ver dat ze kinderen een etiket opplakken met de eerste letter van hun leerstijl.

Gezien de verspreiding van deze overtuiging, zal het je misschien verbazen dat er geen wetenschappelijk bewijs is om dit te ondersteunen. Studies hebben ook niet aangetoond dat mensen beter leren als ze informatie via een bepaald kanaal ontvangen. Integendeel, het onderzoek dat over dit onderwerp is gedaan, is bijzonder gebrekkig.

Toch is het zeker waar dat elk individueel brein het resultaat is van verschillende ervaringen en biologie. Het is dus logisch dat ieder individu een voorkeur heeft voor het leerproces. Maar is dat beter?

Wat we wel zeker weten is dat wanneer je hersenen verschillende stimuli ontvangen die niet zintuiglijk geïntegreerd zijn, dit verwarring kan veroorzaken. In dat geval moeten je hersenen meer bronnen aanspreken om de informatie te absorberen en te verwerken. Wanneer de informatie daarentegen rijk is en verschillende zintuiglijke kanalen bestrijkt, is de leerervaring sterker.

3. De hersenhelften zijn onafhankelijk en bepalen je persoonlijkheid

Deze populaire mythe beweert dat elke hersenhelft verantwoordelijk is voor bepaalde processen en dat ze onafhankelijk van elkaar werken. Een ander deel van deze mythe is dat één kant van de hersenen altijd dominant is en dat dat bepaalde persoonlijkheidskenmerken bepaalt.

Volgens dit idee is de rechterhersenhelft verantwoordelijk voor het meer omvattende denken. Deze hersenhelft is dan ook:

  • artistieker
  • zintuiglijker
  • zorgelozer

De linkerhersenhelft daarentegen is:

  • analytisch
  • verantwoordelijk
  • nauwkeurig
  • gestructureerd
  • logisch

Wetenschappelijk onderzoek heeft echter aangetoond dat deze ideeën over de rechter- en linkerhersenhelft pertinent onwaar zijn. Het blijkt dat beide hersenhelften allerlei soorten informatie ontvangen en verwerken.

Er zijn echter bepaalde functies die meer voorkomen in hersengebieden die zich aan de ene of de andere kant van de hersenen bevinden. Toch verwerken deze gebieden informatie op een onderling verbonden manier, tenzij er een soort hersenaandoening in het spel is.

Bovendien heeft het feit dat iemand links- of rechtshandig is, niets te maken met zijn persoonlijkheid of met de manier waarop hij informatie verwerkt. Rechts- of linkshandig zijn, de vaardigheden en bekwaamheden van elke persoon worden bepaald door ervaring en andere erfelijke factoren.


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.


  • Ansari, D., y Coch, D. (2006). Bridges over troubled waters: Education and cognitive neuroscience. Trends in Cognitive Sciences, 10, 146-151.
  • Coch, D., y Ansari, D. (2009). Thinking about mechanisms is crucial to connecting neuroscience and education. Cortex, 45, 546-547.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.