Thomas Szasz, de meest revolutionaire psychiater
De naam Thomas Szasz roept bij mensen in de wereld van de psychiatrie allerlei emoties op. Sommigen houden van hem, terwijl anderen hem juist ‘haten’. Sommigen respecteren hem, anderen twijfelen aan hem. Toch brachten zijn theorieën in de jaren zestig een ware revolutie teweeg.
Thomas Szasz werd geboren in Boedapest (Hongarije) in 1920. Toen hij achttien jaar oud was, verhuisde zijn familie echter naar New York. Ze waren namelijk joods en moesten ontsnappen aan de nazibeweging. Hij was altijd al een goede student. Allereerst behaalde hij een diploma in natuurkunde en daarna behaalde hij zijn diploma als arts aan de universiteit van Cincinnati.
“De plaag van de mensheid is de angst voor en afwijzing van diversiteit: monotheïsme, monarchie, monogamie en, in onze tijd, monomedicine. Het geloof dat er maar één juiste manier van leven is, slechts één juiste manier om religieuze, politieke, seksuele, medische zaken te regelen, is de grondoorzaak van de grootste bedreiging voor de mens: leden van zijn eigen soort, die vastbesloten zijn om hun eigen redding, veiligheid en gezond verstand veilig te stellen.”
-Thomas Szasz-
Toen hij dertig was behaalde hij ook zijn diploma als psychoanalyticus aan het Chicago Institute for Psychoanalysis. Later werd hij zelfs emeritus hoogleraar psychiatrie aan de Universiteit van Syracuse in New York. Tot slot werd hij benoemd tot levenslang lid van de American Psychiatric Association.
Thomas Szasz en geestesziekte als mythe
Wat Thomas Szasz internationale beroemdheid heeft gegeven binnen de gedragswetenschappen, was de publicatie van zijn boek Geestesziekte als mythe. Dit boek heeft sinds zijn publicatie erg veel controverse veroorzaakt.
Hij begon met het bekritiseren van wat voor velen de bijbel van de psychiatrie is, het diagnostisch en statistisch handboek van psychiatrische stoornissen, oftewel de DSM. In dit handboek worden alle soorten psychische aandoeningen beschreven, volgens de American Psychiatric Association. Het classificeert en definieert ze, en geeft aanbevelingen om ermee om te gaan.
De DSM omvatte ook ‘stoornissen’ zoals homoseksualiteit, echtscheiding, misdaad en vele anderen. Dit is lachwekkend, omdat deze handleiding werd gebruikt om miljoenen mensen over de hele wereld te behandelen. Het is daarom niet zo gek dat Thomas Szasz het sterk heeft bekritiseerd. Sterker nog, hij bracht zelfs het idee naar voren dat het helemaal geen wetenschappelijke basis had.
Psychiatrie als een vorm van sociale controle
De meest controversiële mening die Thomas Szasz had, was dat psychiatrie eigenlijk helemaal geen wetenschap is, maar een middel tot sociale controle. Dit idee bleef hij herhalen gedurende zijn leven en in al zijn belangrijkste werken. Hij betoogde dat geestesziekte op zichzelf helemaal niet echt bestaat.
Hij beweerde dat de geest niet fysieks is en dus ook niet ziek kan worden. Simpel gezegd zag hij het zo dat de maatschappij gewoon weigert om bepaald gedrag te tolereren. Vervolgens bestempelt het deze vormen van gedrag als ‘ziektes’. Op die manier doet men er alles aan om ervoor te zorgen dat het individu zich gaat gedragen zoals de meeste mensen. Dat wordt ‘normaal’ genoemd.
Thomas Szasz was ook van mening dat de psychiatrie niet diagnosticeert, maar alleen stigmatiseert. Hij was een bijtende criticus van de ‘uitvinding’ van kinderziekten, zoals de beroemde stoornis, ADHD.
Een revolutie in de psychiatrie en in de politiek
Nog iets dat Thomas Szasz in twijfel trok, was het drugsbeleid. Hij wees erop dat de staat de samenleving vertelde welke psychoactieve drugs het mocht innemen en welke niet. Hierdoor zijn bepaalde psychiatrische medicijnen legaal, maar stoffen zoals marihuana illegaal.
Dit is zo, ook al is wetenschappelijk bewezen dat het gebruik en misbruik van psychiatrische medicijnen veel ergere gevolgen kan hebben.
Dit zorgde ervoor dat Thomas Szasz zich aansloot bij de ‘antipsychiatrie’. Een beweging die aan het eind van de jaren vijftig in gang werd gezet door David Cooper en Ronald Laing. Ook andere grote intellectuelen hadden zich erbij aangesloten, zoals Michel Foucault, Franco Basaglia en Ramon Garcia. Thomas Szasz gaf de beweging zonder twijfel meer bekendheid.
Uiteindelijk deed hij zijn uiterste best om de individuele vrijheid en burgerrechten van mensen die geestelijk ziek waren, te verdedigen. Door de geschiedenis heen heeft de maatschappij deze mensen onderworpen aan allerlei vormen van uitsluiting. En de enige reden waarom de medische gemeenschap hen wilden behandelen, was om ze te helpen een meer ‘normaal’ leven te leiden.
De ideeën van Thomas Szasz zijn nog steeds van toepassing, hoewel iedereen de DSM heeft geaccepteerd. De wereldwijde middelen van de biologische psychiatrie zijn echter nog steeds te beperkt om de stoornissen die dit handboek definieert, te behandelen. Of Szasz nu gelijk had of niet, we mogen zijn ideeën niet over het hoofd zien.