Therapeutische aanraking, is het effectief?
Wetenschappers leggen therapeutische aanraking, of haptonomie op vele manieren uit. In dit geval gebruiken we een van de meest klassieke en mysterieuze termen. Dit betekent “handcontact.” Hier zullen we onder andere analyseren wat wetenschappelijke studies erover te zeggen hebben.
De technische naam is therapeutische aanraking, maar het is in de volksmond bekend als “handoplegging” of “genezing door handoplegging.” Tot voor kort beschouwden mensen het als een magisch geloof, zonder wetenschappelijk bewijs. De wetenschap heeft echter ontdekt dat er niets bovennatuurlijks aan is en dat het in veel gevallen effectief is.
Experts praten al duizenden jaren over therapeutische aanraking. In de Bijbel zijn er bijvoorbeeld verschillende afleveringen waarin iemand iemand geneest door alleen aan te raken.
Dr. Janet Quinn van de Universiteit van North Carolina heeft het onderwerp diepgaand bestudeerd. Volgens haar doet therapeutisch contact geen wonderen, maar heeft het wel effect op de verbetering van sommige patiënten. Dit heeft niet te maken met het placebo-effect, noch met speciale kwaliteiten of ‘gaven’ van mensen.
Wetenschap en therapeutische aanraking
Dr. Dolores Krieger van de New York University voerde samen met de genezer Dora Kunz een van de meest complete onderzoeken uit naar therapeutische aanraking. Het resultaat van deze uitwisseling was het boek The Therapeutic Touch, gepubliceerd in 1979.
In dit werk is er bewijs dat therapeutische aanraking niet zozeer geneest, maar eerder het genezingsproces versnelt en het eigen herstelvermogen van de patiënt stimuleert. Daarom is het gebruik ervan effectief tegen verschillende ziekten.
Andere wetenschappers publiceerden een kritiek op dit werk in het tijdschrift Nursing Research. Ze beweren dat, hoewel de bevindingen interessant zijn, er nog steeds niet genoeg bewijs is om te bevestigen dat therapeutische aanraking significante effecten heeft.
De therapeutische aanrakingstechniek
Dolores Krieger en Dora Kunz creëerden een protocol voor het uitvoeren van therapeutische aanraking. Dit omvat vier stappen: centreren, interventie, evaluatie en afsluiting. Ze zijn gericht op een concept dat problematisch is voor de wetenschap: “levensenergie.” Dat wil zeggen, het contact wordt gemaakt om die “energie” te activeren, iets dat niet erg begrijpelijk is voor de formele wetenschap.
Het belangrijkste bewijs hiervoor zijn de klinische gevallen waarin de techniek bevredigende resultaten oplevert. Er is echter nog steeds geen voldoende overtuigend bewijs dat er een “overdracht van energie van de genezer naar de patiënt” is, zoals de beoefenaars van deze techniek bepleiten.
Niettemin voerde Dr. Bernard Grad, een biochemicus aan de McGill University in Montreal, enkele onderzoeken uit die een verbetering aantoonden bij zieke muizen nadat ze hen hadden onderworpen aan de zogenaamde “handoplegging.” Hij wees er ook op dat het een positief effect heeft op de plantengroei.
Gebruik en wetenschappelijk bewijs
Veel artsen en verpleegkundigen hebben bij hun behandelingen ook gebruik gemaakt van therapeutische aanraking. Op basis van alle informatie die ze hebben verzameld, aanvaardt de wetenschap dat er goed bewijs is van de effectiviteit ervan bij sommige ziekten en beperkt bewijs bij andere.
De aandoeningen waarvoor goed bewijs of type B bewijs is verkregen zijn de volgende:
- Dementie door Alzheimer. Vermindert in feite gedesintegreerde spraak en angst. Het heeft ook positieve effecten op depressie.
- Angst en stress. Er zijn aanwijzingen dat therapeutisch contact angst en stress vermindert.
- Pijn. Gedocumenteerde gevallen tonen aan dat handoplegging artritis, brandwonden en postoperatieve pijn helpt verminderen.
- Kankerbehandelingen. Verschillende gevallen tonen aan dat handoplegging de bijwerkingen van chemotherapie en kankerbehandelingen vermindert.
Beperkt bewijs
Volgens de wetenschap is er beperkt bewijs dat therapeutische aanraking effectief is bij de behandeling van andere medische aandoeningen en ziekten. Er is echter geen solide bewijs van daadwerkelijk succes.
Volgens voorstanders van handoplegging zou het in geen geval helpen, ook diegenen die lijden aan diabetes, fibromyalgie, hypertensie, terugkerende hoofdpijn, aids en artritis. Het zou ook mensen helpen die lijden aan carpaaltunnelsyndroom, psychiatrische problemen, verslavingen en niet-genezende wonden.
Aan de andere kant zijn er meldingen geweest van bijwerkingen bij dit type behandeling. Er zijn bijvoorbeeld patiënten die verhoogde bloeddruk, slaperigheid en depressieve symptomen melden. Ook hiervoor is onvoldoende bewijs. Experts stellen voor om de studies op dit fascinerende gebied voort te zetten.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Robinson, J., Biley, F. C., & Dolk, H. (2007). Toque terapéutico para los trastornos de ansiedad (Revisión Cochrane traducida). Biblioteca Cochrane Plus, 4.