Drie soorten onprofessioneel gedrag in de gezondheidszorg
In de klinische context proberen de meeste werkers de best mogelijke zorg te verlenen. Medewerkers in de gezondheidszorg zijn echter ook maar mensen en kunnen fouten maken. Helaas ondermijnen deze fouten het vertrouwen in de zorgstelsels en de beroepsgroep zelf. Onprofessioneel gedrag is echter slechts een gevolg van een gebrek aan middelen of sterk verbeterbare werkomstandigheden.
Om de verleende klinische zorg te maximaliseren en te vermenselijken moet men de invloed van verschillende factoren begrijpen. Dit zijn de frequentie, het type, de bronnen en de oorzaken van verkeerd gedrag. In feite hebben sommige studies vastgesteld (Engelse link) dat bijna zes van de tien gezondheidswerkers minstens één foutief gedrag per maand kunnen vertonen (Kirsten et al., 2023).
“Het hoofddoel van de geneeskunde is niet simpelweg het genezen van ziekten, maar het bevorderen van de gezondheid en het welzijn van onze patiënten.”
-Marcia Angell-
Ethiek in de gezondheidszorg
Professioneel en ethisch zijn in de context van de gezondheidszorg impliceert “het bevorderen van betrouwbaar gedrag, zowel met patiënten als met het gezondheidszorgsysteem”. Bijgevolg tast foutief of onprofessioneel gedrag de communicatie tussen patiënt en professional, het vertrouwen in eventuele interventies en het leerproces aan (Wiegman et al., 2007).
Tot de gevolgen van foutief of onethisch gedrag behoren het soort nadelige gebeurtenissen die zowel de lichamelijke als de geestelijke gezondheid van patiënten verslechteren. Dit staat bekend als ‘iatrogeen’. Het is een term die verwijst naar “de schadelijke effecten van slechte gezondheidszorg, wangedrag, of gecontra-indiceerde behandeling of therapie.” Bijvoorbeeld:
- Medische fouten.
- Onnodige operaties.
- Diagnostische onnauwkeurigheid.
- Bijwerkingen van behandeling.
- Foutief gedrag in de omgang met patiënten.
Iatrogeniciteit treft veel professionals in de gezondheidszorg, waaronder artsen, verpleegkundigen, biologen, psychologen en anderen. Deskundigen proberen de gevolgen ervan te minimaliseren door de (vaak onbedoelde) factoren te bestuderen die de patiënt schaden. Ze proberen dat te bereiken via codes voor goede praktijken, protocollen en klinische praktijken.
Anderzijds willen we duidelijk maken dat de meeste professionals zich gedragen volgens uiterst hoge ethische en deontologische normen (Villafranca et al., 2016). In de regel zijn ze namelijk zowel toegewijd aan hun werk als aan de zorg voor hun patiënten.
Gedragingen als discriminatie van bepaalde patiënten op grond van hun geslacht of etniciteit of het gebrek aan empathie in de omgang met hen hebben echter gevolgen voor zowel patiënten als andere gezondheidswerkers.
“Humanisering van de gezondheidszorg betekent aandacht voor de behoeften van mensen, niet alleen voor hun ziekten.”
-Juan Gervás-
Onprofessioneel gedrag bij gezondheidswerkers
Onprofessioneel gedrag in de context van de gezondheidszorg beïnvloedt de perceptie van het psychologisch welzijn van de patiënt (Atkinson et al., 2018). Tot hun gevolgen behoren symptomen van angst en stress, verslechtering van de communicatie, concentratiestoornissen, en natuurlijk verslechtering van de relatie tussen de psycholoog (of psychiater) en de patiënt.
Vervolgens bekijken we drie specifieke soorten onprofessioneel gedrag (Engelse link) die zijn waargenomen.
“Deontologie impliceert niet alleen de naleving van een reeks normen en regels, maar ook de ontwikkeling van een morele gevoeligheid en een ethische houding bij de uitoefening van het beroep.”
-Tomas Maestre-
1. Communicatie
Als gevolg van overbelasting van het werk of emotionele moeilijkheden in het leven van de beroepsbeoefenaar kan het gebeuren dat hij of zij soms respectloos communiceert met patiënten en/of hun familie. Zoals Terence uit het oude Rome zei: “Ik ben een mens en niets menselijks is mij vreemd”.
Helaas communiceren beroepsbeoefenaren soms tactloos en minachtend over resultaten en verbale interventies. Of ze negeren en minimaliseren de zorgen van de patiënt die naar het consult komt. Dit communicatietekort genereert mogelijk angst en stress.
Patiënten kunnen zich uiterst gefrustreerd voelen door deze behandeling door de professional. Het is inderdaad essentieel dat deze laatste voldoende tijd heeft om voor hun patiënten te zorgen. Bovendien moeten ze hen alle informatie geven die ze nodig hebben.
“De humanisering van de gezondheidszorg is geen toevoeging aan de moderne geneeskunde, maar eerder een voorwaarde voor het succes van elke zorginterventie.”
-Rita Charon-
2. Klinische praktijk
Onpersoonlijke behandeling tegenover de patiënt is een ander onprofessioneel gedrag. Patiënten zijn mensen en moeten als zodanig behandeld worden. Onpersoonlijk zijn betekent niet dat je professioneler bent. Gezondheidswerkers moeten rekening houden met wat de patiënt op emotioneel niveau nodig heeft, om zich in te leven in hun zorgen en medeleven te tonen met hun lijden.
Een ander onprofessioneel gedrag is het schenden van vertrouwelijkheid. Om het vertrouwen tussen de patiënt en de psycholoog (of andere gezondheidswerkers) te bevorderen, moet immers hun recht op privacy worden gerespecteerd.
Dit recht wordt ook beschermd door het recht om met waardigheid en respect te worden behandeld. Bijgevolg moet de gezondheidswerker buitengewoon discreet zijn en de vertrouwelijkheid van de verstrekte informatie in de klinische praktijk waarborgen.
“Een goede professional behandelt de ziekte; een grote professional behandelt de persoon die de ziekte heeft.”
-William Osler-
3. Behandeling tussen de professionals
Zoals we al eerder opmerkten, kan onprofessioneel gedrag ook worden waargenomen in de omgang tussen verschillende professionals. Er is bijvoorbeeld pestend, intimiderend en discriminerend gedrag van medische begeleiders tegenover studenten en coassistenten waar genomen (Dabekaussen et al., 2023).
Discriminatie is een handeling die eenvoudigweg niet geaccepteerd kan worden. Noch in deze context, noch in andere. Gezondheidswerkers moeten respect tonen tegenover hun collega’s, ongeacht rang, geslacht, seksuele geaardheid of ideologische en politieke waarden.
De werkomgeving onder gezondheidswerkers heeft namelijk, naast andere redenen, een directe invloed op de behandeling die aan de patiënt wordt geboden (Atkinson et al., 2018).
“De geneeskunde (en andere gezondheidsdisciplines) is een heilig beroep dat menselijke pijn, ziekte, verwonding en zwakte behandelt en probeert te verlichten.”
-Thomas Inman-
Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar deze kwesties. In feite is vastgesteld dat wanneer zorgverleners fouten maken, dit te wijten kan zijn aan tal van oorzaken.
Ondanks dit feit zijn er bepaalde protocollen en maatregelen die trachten zowel ongepast gedrag als de effecten die ze kunnen veroorzaken te minimaliseren. Daarom hebben deskundigen ter plekke interventies gecreëerd met als doel deze schadelijke gedragingen te verminderen (Atkinson et al., 2018).
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Atkinson, V., & Jones, C. (2018). Endemic unprofessional behaviour in health care: the mandate for a change in approach. Medical Journal of Australia, 209(9), 380-381.
- Dabekaussen, K. F., Scheepers, R. A., Heineman, E., Haber, A. L., Lombarts, K. M., Jaarsma, D. A., & Shapiro, J. (2023). Health care professionals’ perceptions of unprofessional behaviour in the clinical workplace. PloS one, 18(1), e0280444.
- Hickson GB, Pichert JW, Webb LE, Gabbe SG. (2007). A Complementary Approach to Promoting Professionalism: Identifying, Measuring, and Addressing Unprofessional Behaviours. Acad Med., 82(11):1040–1048. pmid:17971689
- Rukavina, T. V., Poplašen, L. M., Majer, M., Relić, D., Viskić, J., & Marelić, M. (2022). Defining potentially unprofessional behavior on social media for health care professionals: mixed methods study. JMIR Medical Education, 8(3), e35585.
- Villafranca A, Hamlin C, Enns S, Jacobsohn E. (2016). Disruptive behaviour in the perioperative setting: a contemporary review. Canadian journal of anaesthesia = Journal canadien d’anesthesie, 64(2):128–140. pmid:27900669
- Wiegmann DA, ElBardissi AW, Dearani JA, Daly RC, Sundt TM. Disruptions in surgical flow and their relationship to surgical errors: An exploratory investigation. Surgery. 2007;142(5):658–665. pmid:17981185