Psychologische technieken voor gedragsaanpassing
Psychologische technieken om gedrag te stimuleren zijn gebaseerd op gedragsmodificatie, theoretische begeleiding, en interventie. Gebaseerd op experimentele psychologie, stelt gedragsaanpassing dat normaal en abnormaal gedrag dezelfde principes hebben.
Gedragsaanpassing maakt namelijk gebruik van procedures en technieken tijdens objectieve evaluaties en empirische verificatieprocessen. Dit is om abnormaal gedrag uit te roeien of normaal gedrag te stimuleren.
Het berust dus niet alleen op observatie. In plaats daarvan berust het op cognitieve aspecten en basisprocessen die zijn afgeleid van het ontstaan, de ontwikkeling, het onderhoud en de veranderingen.
De technieken van gedragsaanpassing kunnen in drie categorieën worden ingedeeld, namelijk:
- creëren van gedrag
- gedrag stimuleren
- gedrag verminderen of elimineren
In dit artikel zullen we ons richten op de psychologische technieken om gedrag te stimuleren. Onder de psychologische technieken om gedrag te stimuleren, kun je gebruik maken van de volgende opties:
- bekrachtiging
- contingentie van bekrachtiging
- token economy
Versterkingstechnieken voor gedragsaanpassing
Positieve bekrachtiging
Positieve bekrachtiging is een prikkel om bepaald gedrag te herhalen. Contingenties verwijzen dus naar de afhankelijkheid tussen een gedrag en de prikkels die mensen krijgen.
Negatieve bekrachtiging
Negatieve bekrachtiging probeert dan weer de positieve bekrachtiging in stand te houden. Het belangrijkste doel is om het gedrag te verbeteren of juist te voorkomen dat de persoon het verliest.
Er zijn twee types van negatieve bekrachtiging, namelijk:
- Ontsnappen. Dit bestaat uit het verminderen van schadelijke prikkels (Engelse link) of het stoppen van de persoon van het verliezen van positieve bekrachtigingen.
- Vermijding. Dit bestaat uit het presenteren of elimineren van een vermeende positieve bekrachtiging om de persoon te stoppen iets te doen.
De contingentie van bekrachtiging
Verbanden maken deel uit van een overeenkomst tussen de partijen. Hierin worden dan de verantwoordelijkheden met betrekking tot een onderwerp of activiteit vastgelegd. De contingenties van bekrachtiging hebben bepaalde kenmerken, zoals:
- Een beloning van het nemen van de juiste stappen in de richting van het gewenste gedrag.
- De beloningen kunnen frequent zijn, maar in kleine hoeveelheden.
- De toezegging moet prestaties eisen en belonen.
- De overeenkomst moet ook eerlijk zijn voor alle partijen.
- De voorwaarden van de overeenkomst moeten makkelijk te begrijpen zijn.
- Alle partijen hebben het recht om over de voorwaardelijke afspraken te onderhandelen.
- Het gewenste gedrag en de verwachte beloningen moeten worden gespecificeerd.
- De beloning moet ook aan de voorwaarden van de overeenkomst voldoen.
Soorten voorwaardelijke afspraken
In bepaalde gevallen vertoont slechts één van de betrokken partijen het ongewenste gedrag. Er zijn echter veel gevallen waarin beide partijen problematisch gedrag vertonen.
In dergelijke gevallen kunnen twee soorten voorwaardelijke verplichtingen worden gebruikt, namelijk tegenprestaties en bonafide, of parallelle, voorwaardelijke verplichtingen.
- Quid pro quo of ruilverplichting. Een van de partijen stemt ermee in iets te doen in ruil voor een bepaalde gedragsaanpassing van de andere partij. Bijvoorbeeld, een echtgenoot stemt ermee in om samen met zijn vrouw te koken als zij elke dag minstens twintig minuten met hem praat over zijn dag of zijn werk.
- Bonafide of parallelle toezeggingen. De gedragsaanpassing van een persoon hebben geen directe gevolgen voor de veranderingen van de andere persoon. Bij dit soort van voorwaardelijkheid heb je geen last van de kwestie wie eerst moet veranderen. Het maakt beloningen en bekrachtiging dus mogelijk voor de persoon die de overeenkomst volgt. Dit geldt ook wanneer de andere persoon zich er niet aan houdt.
Er zijn meer studies nodig om te bepalen welke vorm van voorwaardelijkheid het beste werkt.
Token economy
Een andere psychologische techniek om gedrag te veranderen is de token economy. Het bestaat uit het uitdelen van tokens voor versterkingen. Deze tokens kunnen worden verhandeld voor andere dingen, activiteiten, of privileges.
- Voordelen. Mensen kunnen de tokens (symbolen) in het begin krijgen. Dit interfereert meestal niet met het gewenste gedrag. De tokens kunnen dus de brug zijn tussen wat de persoon wil bereiken en het uitdelen van ondersteunende versterkingen. De tokens kunnen ook tastbaar bewijs tonen van hoe goed de persoon het doet.
- Nadelen. Het proces kan echter ingewikkeld zijn. Fysieke tokens kunnen gestolen, vervalst of uitgeleend worden. Groepsleden kunnen ook weigeren mee te werken als ze niet in het programma zijn opgenomen.
Kenmerken van de tokens
Plastic penningen, coupons en sterren kunnen bijvoorbeeld tokens worden. Een goede token moet bepaalde kenmerken hebben, zoals:
- De waarde moet duidelijk zijn.
- Ze moeten makkelijk te leveren en ook makkelijk zijn om bij je te dragen zijn.
- Ze moeten ook eenvoudig te identificeren zijn.
- De persoon die ze geeft, moet verantwoordelijk worden gehouden voor de levering ervan.
- Ze moeten eenvoudig zijn. Daarom zijn punten makkelijker te begrijpen en te tellen, tenzij tastbare tokens spannender zijn voor de mensen in het programma.
De waarde van de tokens kan dus aan hen worden uitgelegd. Het belangrijkste doel is om gedrag aan te moedigen door natuurlijke prikkels of intrinsieke versterkingen.
Om dat te bereiken kan de token economy gebruikt worden in combinatie met andere technieken zoals training in sociale vaardigheden of probleemoplossing.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Barraca, J. (2014). Técnicas de modificación de conducta. Editorial síntesis.
- Labrador F. J. (2008). Técnicas de modificación de conducta. Pirámide.
- Martin, G. y Pear J. (2008). Modificación de conducta: qué es y cómo aplicarla. PEARSON.
- Olivares, J. y Méndez, F. (2014). Técnicas de modificación de conducta (4ª ed.). Biblioteca nueva.
- Sidman, M. (2006). The distinction between positive and negative reinforcement: Some additional considerations. The Behavior Analyst, 29(1), 135.
- Scott, H. K., Jain, A., & Cogburn, M. (2017). Behavior modification. StatPearls. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK459285/