Leer meer over het Little-Albert-experiment
John B. Watson staat bekend als een van de vaders van het behaviorisme. Zijn voornaamste intellectuele inspiratie was Ivan Pavlov, de Russische fysioloog die de eerste ontdekkingen deed met betrekking tot conditionering. Naar aanleiding van deze ontdekkingen voerde Watson een beroemde studie uit, genaamd het Little-Albert-experiment.
Pavlov was ook de man die een zeer beroemd experiment uitvoerde met honden. Je zou kunnen zeggen dat dit een van experimenten is die ervoor zorgden dat de psychologie werd gezien als een echte wetenschap. Met dit experiment ontdekte Pavlov de basisaspecten van stimulus respons en stelde hij de principes van klassieke conditionering vast.
Watson probeerde het experiment van Pavlov met de honden na te bootsen door middel van het Little-Albert-experiment. Met andere woorden, hij voerde hetzelfde experiment uit, maar dan met mensen. In dit specifieke geval manipuleerde hij een baby om zijn hypothese te bewijzen.
De experimenten van Pavlov
Ivan Pavlov was een geweldige onderzoeker. Na zich verdiept te hebben in verschillende disciplines, raakte hij geïnteresseerd in fysiologie. Een fysiologisch element was precies wat hem in staat stelde conditionering te ontdekken aan de hand van het stimulus-responsmodel.
Pavlov merkte bijvoorbeeld op dat honden gaan kwijlen voordat ze te eten krijgen. Met andere woorden, ze bereiden zich voor op het eten zelf. Dit houdt in dat ze reageren op een stimulus.
Die observatie moedigde Pavlov aan om een experiment uit te voeren. Dit deed hij door de honden eerst bloot te stellen aan andere stimuli voordat hij ze te eten gaf, als een soort aankondiging.
De bekendste stimulus was een belletje. Pavlov wilde bewijzen dat als honden vaak genoeg een belletje hoorden voordat ze te eten kregen, ze al zouden kwijlen bij het horen van het belletje. Dit zouden ze doen omdat het belletje zou fungeren als een aankondiging dat ze te eten zouden krijgen.
Door dit vaak genoeg te doen, slaagde Pavlov er dus in om de honden te conditioneren. Het geluid van het belletje was de stimulus, en het gekwijl van de honden was de respons.
Achtergrondinformatie over het Little-Albert-experiment
Watson was een radicale positivist. Hij vond dat menselijk gedrag uitsluitend zou moeten worden bestudeerd op basis van reeds aangeleerd gedrag. Algemene, onbewuste of instinctieve elementen waren volgens hem niet belangrijk. Hij wilde alleen gedrag bestuderen dat hij kon waarnemen.
Watson was een onderzoeker aan de John Hopkins-universiteit in Baltimore. Hij begon met het idee dat menselijk gedrag grotendeels, zo niet geheel, kon worden verklaard aan de hand van de leergeschiedenis van een persoon op basis van zijn conditionering.
Het leek hem daarom een goed idee om te bewijzen dat de conclusies van Pavlov ook op mensen konden worden toegepast.
Watson ging samen met zijn assistent Rosalie Rayner naar een weeshuis. Vervolgens kozen ze een baby uit van 8 maanden oud, de zoon van één van de verpleegsters uit het weeshuis.
De baby was erg verwaarloosd en leefde in een erg koude, harde omgeving. Ondanks dit alles leek de baby echter zeer kalm. De mensen daar zeiden dat hij eigenlijk nauwelijks huilde.
Dit was het begin van het Little-Albert-experiment.
Een controversieel experiment
In de eerste fase van het Little-Albert-experiment werd Albert blootgesteld aan verschillende stimuli. Het doel hiervan was om te zien van welke stimuli hij bang werd. Ze ontdekte dat hij alleen bang werd van harde geluiden. Dit is iets dat je vaak ziet bij baby’s. Verder leek Albert echter niet bang te zijn voor dingen als dieren of vuur.
Vervolgens gingen ze bewust angst bij hem opwekken door conditionering. Allereerst hielden ze een witte rat voor zijn neus. Aanvankelijk wilde kleine Albert er gewoon mee spelen. Toen hij dit probeerde te doen, maakte Watson echter een heel hard geluid waardoor Albert bang werd.
Na dit een paar keer te hebben herhaald, werd Albert uiteindelijk bang voor de rat. Vervolgens stelden de onderzoekers Albert ook bloot aan andere dieren, zoals konijnen, honden en zelfs bontjassen. Ze slaagden erin om Albert te conditioneren in relatie tot al deze dieren. Met als resultaat dat hij voor elk van deze dieren bang was geworden.
De onderzoekers onderwierpen Albert gedurende zeer lange tijd aan deze experimenten. Het ging in feite bijna een jaar door. Tegen het einde van het experiment was Albert van een rustige baby veranderd in een angstige baby.
Zelfs tot op het punt dat hij al bang werd bij het zien van een masker van de kerstman. Ze lieten hem het masker aanraken, waarna hij onophoudelijk begon te huilen.
Tijdens het tweede deel van het experiment wilde Watson de conditionering terug te draaien. Dit betekende het ‘deconditioneren’ van de angsten die hij eerder had geconditioneerd. Dit is echter nooit gebeurd. De universiteit ontsloeg Watson namelijk vanwege zijn controversiële experiment en omdat hij een romance met zijn assistent was begonnen.
Na het experiment
We weten niet wat er met de baby is gebeurd na het experiment. Er zijn echter artikelen die aangeven dat het kind op zesjarige leeftijd overleed als gevolg van een aangeboren hydrocefalie (waterhoofd). Als dat waar is, betekent dit dat de resultaten van dit wrede experiment zeer twijfelachtig zijn.
“Geef mij de baby en mijn wereld om het in groot te brengen en ik zal het laten kruipen en lopen; Ik laat het klimmen en zijn handen gebruiken om gebouwen te bouwen van steen of hout; Ik zal er een dief, een schutter of een verdovende vijand van maken. De mogelijkheid om op elke manier te vormen is bijna eindeloos.”
-John B. Watson-
Het Little-Albert-experiment is een van de bekendste studies in de geschiedenis van de psychologie. De beweringen, conclusies en schending van een groot aantal regels maakten het zeer controversieel.